Achtergrond

De thee-generatie zit werkloos thuis in Mali

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Mohamed Cherif Coulibaly (30) eet weer bij zijn ouders sinds hij zijn baantje als archiefmedewerker verloor. “Na mijn studie Rechten deed ik mee aan allerlei toelatingsexamens voor stages en banen, soms met duizenden sollicitanten tegelijk. Uiteindelijk kreeg ik dat kleine baantje als archivaris in 2007. Tja, daar zat ik, de oudste zoon, de hoop van de familie, vieze stoffige documenten op te ruimen die nooit meer iemand nodig heeft."

De toekomstige beroepsbevolking van Mali is een van de grootste nachtmerries voor  economen en visionairs. De helft van de bevolking in Mali is jonger dan achttien en heeft binnenkort werk nodig. Ze gaan naar school, dus ze zijn een stuk mondiger dan hun analfabete ouders. Sinds de vrede in Mali vorig jaar enigszins hersteld is, groeit de economie van Mali weer. De Wereldbank voorspelt voor 2015 een groei van 5 procent. Maar gezien de groei van het aandeel jongeren zou je ook kunnen zeggen dat de economie relatief gezien juist krimpt.

Teleurgesteld? Ik ben razend!

“Wie zit er aan het stuur bij het ministerie van Onderwijs? Elk jaar studeren duizend juristen af, maar er is geen werk voor ze”, zegt Coulibaly. “Als ik de juiste politieke partij had gesteund, had ik vast een functie gekregen na de laatste verkiezingen, maar ik hielp de oppositie. Zo werkt het in Mali”, zegt Mohamed bitter. Op de vraag of hij teleurgesteld is, zegt hij: “Teleurgesteld? Ik ben razend!”

Hij had zich zoveel van de toekomst voorgesteld. “Ik zie veel dingen die niet goed gaan hier, mensen hebben geen vertrouwen in het rechtssysteem. Ik wil dat helpen veranderen. Voor zijn ouders is het onbegrijpelijk dat hij geen baan kan vinden. Volgens Coulibaly sluit het onderwijs in Mali niet aan bij de economische realiteit. “Het land heeft landbouwingenieurs, IT’ers en technici nodig, geen juristen en sociale wetenschappers.” Hij vult zijn dagen nu met het coachen van het lokale voetbalteam.

Theedrinken
Maar ook voor wie de juiste opleiding heeft gevolgd is het lastig een baan te vinden.  Sidi Yéya Camara (24) studeerde algemene techniek aan een hogeschool in Bamako. “Ik solliciteerde op een vacature bij het vliegveld in Bamako. Om de dag ging ik vragen of er al nieuws was. Na drie maanden hoorde ik dat ze de baan aan een neef van de chef hadden gegeven.” Camara repareert nu mobiele telefoons en kan daar redelijk van leven. “Ik ga nu voor de derde keer toelatingsexamen doen om verder te studeren. Ik wil een hoger diploma halen.”

[[{“fid”:”28951″,”view_mode”:”file_styles_artikel_halve_breedte”,”fields”:{“format”:”file_styles_artikel_halve_breedte”,”field_file_image_alt_text[und][0][value]”:””,”field_file_image_title_text[und][0][value]”:””},”type”:”media”,”attributes”:{“class”:”styles file-styles artikel_halve_breedte media-element file-file-styles-artikel-halve-breedte”,”id”:”styles-4-0″}}]]Sidi Yéya Camara

Camara klaagt niet. “Er komen mensen van het platteland naar Bamako om de straten te vegen. Jongeren met een diploma weigeren dat. Ze zeggen: Ik heb een diploma, ik drink nog liever thee en lijd honger.” Het thema ‘theedrinken’ komt ter sprake in elk gesprek over werkloosheid en jongeren. Veel Malinese mannen drinken elke dag uren thee met hun vrienden. Ze roddelen, vertellen grappen en laten het leven op straat aan zich voorbij trekken. Jongeren moeten stoppen met theedrinken en aan het werk, luidt de presidentiële boodschap anno 2014.

Er zijn veel redenen voor de massale jeugdwerkloosheid naast het feit dat er eenvoudig te weinig werk en teveel jongeren zijn. De geboden opleidingen sluiten niet goed aan op het banenaanbod. Daarbij leren studenten ook niet de goede dingen. Werkgevers klagen dat studenten niet leren om creatief en analytisch te denken omdat het onderwijs ouderwets en schools is. Daarnaast worden banen in Mali doorgaans aan vriendjes en familie gegeven. Wie geen relaties heeft, wordt geen baan gegund.

Ze solliciteren niet eens meer. Meisjes trouwen en worden moeder. Jammer

Maar volgens veel volwassenen is de Malinese jeugd ook wat te verwijten. Afgestudeerde jongeren zouden verwend zijn en lui. Als je ze vraagt waarom ze geen baan zoeken, zeggen ze dat ze dat niet lukt omdat ze geen computer en brommer tot hun beschikking hebben. De jeugd van tegenwoordig zouden dagenlang theedrinken met hun vrienden en bij hun ouders aanschuiven voor een hapje eten. Ze hebben kapsones en wijzen eenvoudige baantjes af.

Moordende concurrentie
Omdat de concurrentie moordend is, worden banen of diploma’s vaak gekocht of geregeld. Zonder connecties kom je niet ver in Mali. Moussa Haïdara (19) werkt sinds een jaar als stagiaire bij de staatsomroep ORTM en krijgt binnenkort een baan bij de omroep als verslaggever. “Mijn vader was hier tot aan zijn overlijden journalist en zakelijk directeur. Natuurlijk heb ik daar mijn eerste stage aan te danken. Maar mijn vervolgstage heb ik aan mijn competenties te danken. Als kind had ik al de instelling van een journalist. Ik vind het leuk om mensen te informeren en veel te reizen.”

[[{“fid”:”28953″,”view_mode”:”file_styles_artikel_halve_breedte”,”fields”:{“format”:”file_styles_artikel_halve_breedte”,”field_file_image_alt_text[und][0][value]”:””,”field_file_image_title_text[und][0][value]”:””},”type”:”media”,”attributes”:{“class”:”styles file-styles artikel_halve_breedte media-element file-file-styles-artikel-halve-breedte”,”id”:”styles-4-0″}}]]Moussa Haïdara

Op de vraag naar Haïdara studies reageert hij wat vaag. “Ik heb een privéopleiding  journalistiek van vier jaar gevolgd.” De piepjonge Moussa erkent dat hij van goede huize komt, maar zegt ook:  “Ook jongeren van wie de ouders geen middelen hebben moeten hun kansen grijpen. Je mag niet gewend raken aan armoede. De journalisten van ORTM zijn ook van arme komaf. Nu is een van hen zelfs directeur.”

Als jurist Coullibaly het succesverhaal van Haïdara hoort, reageert hij schamper. “Er zaten vijf studenten in Haïdara zijn klas, bij mij drieduizend! We hadden niet eens plek om te zitten. Hoezo is hij op zijn negentiende al afgestudeerd? Heeft hij zijn opleiding soms gekocht of is hij op zijn vierde al begonnen?”

De moskee is voor veel jongeren een soort bioscoop van de hoop

Directeur Iggo Diarra (45) krijgt ze elke dag binnen: sollicitatiebrieven en cv’s van jongeren die graag bij Medina, het centrum voor cultuur en media in Bamako, willen werken. “Gek dat er zoveel jeugd is en dat we ons daar niet op voorbereiden. In de nieuwe regering zit een jonge minister van 36. Ik hoop dat hij de zaken kan veranderen. Hij heeft een iPhone en een computer, dat scheelt al.”

Diarra wil jongeren inspireren. “We zijn een plek waar jonge fotografen, journalisten en kunstenaars elkaar ontmoeten en waar ze gratis kunnen internetten. We organiseren bij Medina workshops van professionele kunstenaars voor de jeugd. Er staan computers, tijdschriften en boeken. Ik wil een sociale functie hebben in de wijk. Wat de jeugd nodig heeft, is zelfvertrouwen. Ze moeten een netwerk vormen en zich verzetten tegen de zittende macht. Ze mogen zich niet neerleggen bij de situatie. "

Te theoretisch
Diarra ziet veel jongeren hun toevlucht zoeken in het geloof. “De moskee is voor veel jongeren een soort bioscoop van de hoop. Goed onderwijs zou jongeren meer kansen geven op een baan, dan hebben ze het geloof niet meer nodig. Het Onderwijs moet veel praktischer zijn dan nu. Er wordt teveel herhaald, het is te theoretisch. Het onderwijs moet gericht zijn op belangrijke thema's als: planning, logistiek, landbouw en productie. Waarom is er nog geen Malinese brommer? Iedereen rijdt hier op een Jakarta, een Aziatische brommer. Waarom rijden we niet op een Bamakoise? We moeten zelf dingen maken, maar er zijn geen technici. Richt de opleidingen in met het oog op de maatschappij, dat is wat Mali nodig heeft!”

Of de selectieprocedure transparant is? Transparantie bestaat niet in Mali

[[{“fid”:”28948″,”view_mode”:”file_styles_artikel_halve_breedte”,”fields”:{“format”:”file_styles_artikel_halve_breedte”,”field_file_image_alt_text[und][0][value]”:””,”field_file_image_title_text[und][0][value]”:””},”type”:”media”,”attributes”:{“class”:”styles file-styles artikel_halve_breedte media-element file-file-styles-artikel-halve-breedte”,”id”:”styles-4-0″}}]]Bintou Camara

Medicijnenstudent Bintou Camara (25) zit in het laatste jaar van haar studie medicijnen en gaat zich volgend jaar specialiseren. “Mali heeft goede artsen nodig. In buurland Senegal is het medisch personeel veel beter. Onze onderwijsmethodes zijn erg ouderwets. Je herhaalt lessen tot het einde van het jaar, een uur per onderwerp.”

Camara wil gynaecoloog worden. “In Mali hebben we het hoogste moedersterftecijfer ter wereld, mede doordat er niet genoeg artsen zijn.” Het is niet zeker dat het Camara gaat lukken een opleidingsplaats te bemachtigen, je moet meedoen aan een selectieprocedure. “Als het me niet lukt, probeer ik het in Frankrijk of België. Of de selectieprocedure transparant is? Transparantie bestaat niet in Mali.”

Camara heeft zes broers en zussen. Haar oudere zus is advocaat  en de rest studeert of gaat naar school. “De staat betaalt de universiteit en mijn ouders de privéschool. Ze zijn erg trots op ons.” Volgens Camara was je twintig jaar geleden nog verzekerd van een baan als je van de universiteit kwam. “Nu zijn er heel veel studenten en nauwelijks posities. Je zou jonge mensen bijna afraden om te gaan studeren. Veel van mijn oud-klasgenoten zijn allang afgestudeerd maar hebben geen baan of slechts een kleine baan. Ze solliciteren niet eens meer. Meisjes trouwen en worden moeder. Jammer.”

Over tien jaar hoopt Camara haar eigen verloskundepraktijk te hebben in Mali. “Veel van mijn medestudenten werken liever in het Westen, waar ze een goed salaris krijgen. Maar het is belangrijk voor Mali dat er meer vrouwelijke dokters komen. En voor een vrouw is het fijn om en vrouwelijke dokter tegenover zich te hebben.”

Hoge lesuitval
Malinese ouders doen er alles voor om het schoolgeld voor de privéopleiding van hun kinderen te kunnen betalen. Het staatsonderwijs staat bekend om de matige kwaliteit en de hoge lesuitval. Stakingen in het onderwijs zijn aan de orde van de dag omdat docenten steevast slecht betaald worden. Bovendien zijn de vakanties erg lang. Als de vastenperiode ongunstig valt, kan een schoolvakantie zomaar met anderhalve maand verlengd worden.

Als een gediplomeerd kind geen baan vindt, is dat een bittere pil voor de ouders. Vooral als de kinderen vervolgens hun neus ophalen voor het werk dat er wel is. “De jeugd mag en moet naar school. Mijn kinderen mogen hun kansen benutten. Maar als het ze niet lukt om een baan te vinden, moeten ze in mijn bedrijf komen werken”, zegt tuinder Yacouba Kameté (59). “Dat willen ze niet, want dan moeten ze hun handen vuilmaken. Maar het zorgt wel voor voedsel op tafel! Ik ben ook acht jaar naar school geweest en heb dertig jaar bij de posterijen gewerkt.”

Het gaat er niet alleen om of je het beste diploma hebt, je moet ook relaties hebben

[[{“fid”:”28950″,”view_mode”:”file_styles_artikel_halve_breedte”,”fields”:{“format”:”file_styles_artikel_halve_breedte”,”field_file_image_alt_text[und][0][value]”:””,”field_file_image_title_text[und][0][value]”:””},”type”:”media”,”attributes”:{“class”:”styles file-styles artikel_halve_breedte media-element file-file-styles-artikel-halve-breedte”,”id”:”styles-4-0″}}]]Fatou Yattara

Fatou Yattara (25) studeerde vier jaar accountancy en boekhouding. Ze is net afgestudeerd en is vol goede moed. Ze heeft een stage gevolgd bij een handelsorganisatie. “Je moet geen fouten maken en goed kunnen rekenen”, verklaart ze haar succes. Sinds een maand is ze op zoek naar werk. Wel gaat ze nog een extra cursus volgen. Toen ze haar CV bij een bedrijf indiende, zeiden ze haar dat haar diploma nog te mager was.

De cursus kost 450 euro per jaar. “Dat betaalt mijn vader. Hij is accountant bij een bank. Zo'n particuliere opleiding geeft je echt kracht voor de toekomst. Dat ik een vrouw ben, is extra lastig. Vrouwen moeten extra studeren en harder werken om aan de bak te komen.”

Yattara woont voorlopig bij haar ouders. Ze heeft een computer, een mobiele telefoon en een brommer. Via Facebook zoekt ze naar nieuwe banen en houdt ze contact met haar vrienden. “Het gaat er niet alleen om of je het beste diploma hebt, je moet ook relaties hebben”, zegt ze met een knipoog.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons