Achtergrond

One Health: gezonde mensen en gezonde dieren

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Het lijken twee gescheiden werelden: de wereld van de huisarts en die van de dierenarts. Toch hebben ze meer met elkaar te maken dan je op het eerste gezicht zou zeggen. Een aantal ziekten bij mensen wordt door dieren overgebracht. Ziekten die van een dier op de mens kunnen overgaan noemen we zoönosen. Voorbeelden hiervan zijn Q-koorts (geit), de ziekte van Lyme (teek), Toxoplasma (kat) en Hondsdolheid (hond). In Nederland komen relatief weinig ziekten voor die van dier op mens kunnen overgaan, omdat Nederland door intensieve bestrijdingsprogramma’s vrij is van een groot aantal ziekten. In de Zuid-Europese en andere verre landen is dat anders. 

One Health is een concept waarbij de gezondheid van de mens, de gezondheid van het dier en de gezondheid van de omgeving met elkaar verbonden zijn. Het doel van One Health is het verbeteren van de gezondheid en welzijn van mens en dier, wat vooral bereikt kan worden  door een intensievere samenwerking tussen volksgezondheid en diergezondheid.  

Een nauwe samenwerking tussen artsen en dierenartsen is belangrijk binnen het One Health-concept. Dierenartsen vervullen niet alleen een rol in het gezond houden en beter maken van dieren, maar zijn ook medeverantwoordelijk voor een goede volksgezondheid. Het voorkómen van zoönosen (ziekten die van dier op mens worden overgedragen) is een belangrijke taak van de dierenarts geworden. Het op tijd herkennen van (nieuwe) opkomende ziekten, zoals bijvoorbeeld vogelgriep, is belangrijk voor de algemene volksgezondheid.

Veehouders en dierenartsen dragen binnen de veehouderij samen de verantwoordelijkheid om betrouwbaar en veilig voedsel te produceren

Voedselveiligheid is een ander onderwerp dat laat zien dat de gezondheid van mens en dier nauw verweven zijn met elkaar. Ook dat past binnen One Health. Veehouders en dierenartsen dragen binnen de veehouderij samen de verantwoordelijkheid om betrouwbaar en veilig voedsel te produceren. Dat betekent niet alleen dat je er niet ziek van mag worden, maar ook dat het op een veilige en verantwoorde manier geproduceerd wordt. 

India Dairy and Cattle Farm (Flickr CC)

Antibiotica, alleen als het moet!
De laatste jaren is er veel aandacht geweest voor het verminderen van het antibioticumgebruik in de veehouderij. Vertegenwoordigers van de varkens-, pluimvee- en rundveesectoren hebben samen met de overheid en dierenartsen een plan opgesteld om het antibioticumgebruik drastisch te verlagen. Is ons voedsel dan niet vrij van antibiotica? Jazeker wel, al onze vlees-, melk- en eiproducten in Nederland zijn vrij van antibiotica omdat er na het toedienen van antibiotica een wettelijke wachttermijn moet worden aangehouden voordat de producten gebruikt mogen worden voor menselijke consumptie. Vlees, melk en eieren van dieren die met antibiotica zijn behandeld komen dus alleen in de voedselketen als er een bepaalde wachttijd is verstreken.

Het antibioticumgebruik binnen de veehouderij is de laatste jaren met meer dan 50% gedaald

Maar dat neemt niet weg dat het antibioticumgebruik bij dieren toch omlaag moet, vanwege een toename van het aantal resistente bacteriën. Bacteriën die vaak aan antibiotica worden blootgesteld ontwikkelen sneller resistentie door middel van selectie. De gevoelige bacteriën gaan van het toegediende antibioticum dood en uiteindelijk blijven alleen de ongevoelige, resistente bacteriën over. Veehouders optimaliseren steeds meer hun bedrijfsvoering en hebben hun mindset over het gebruik van antibiotica gewijzigd. Antibiotica worden alleen gebruikt wanneer het moet, voor de juiste aandoening en in de juiste dosering. Hierdoor is binnen de veehouderij het antibioticumgebruik de laatste jaren met meer dan 50 procent gedaald. Ook binnen de volksgezondheid staat het antibioticumgebruik hoog op de agenda en heeft minister Edith Schippers (Volksgezondheid) vorige maand het Nationaal plan tegen antibioticaresistentie gelanceerd

Geen verantwoord antibioticagebruik 
De vermindering van antibioticagebruik past goed in het One Health-concept. Is het One Health-concept inmiddels gemeengoed voor alle landen ter wereld? In april van dit jaar nam ik deel aan een studiereis naar India, waarbij vermindering van antibioticumgebruik binnen de melkveehouderij centraal stond. Bezoeken aan melkveehouders en melkfabrieken lieten zien dat het besef van een verantwoord antibioticumgebruik in India nog geen gemeengoed is. India, het grootste melk-producerende land van de wereld, voorziet in 17 procent van de wereldzuivelproductie. Doordat er weinig tot geen controle is op de aanwezigheid van antibioticum in de melk, wordt melk van koeien die met antibioticum zijn behandeld gewoon geleverd aan de melkfabriek. Hierdoor staan de mensen door het drinken van melk onnodig bloot aan antibiotica.

Reizen speelt een heel belangrijke rol in de wereldwijde verspreiding van bacteriën die resistent zijn tegen bijna alle antibiotica

Ook wanneer mensen ziek zijn wordt er minder zorgvuldig met antibiotica omgegaan, waardoor bacteriën steeds resistenter voor antibiotica worden. De MRSA-bacterie (methicilline resistente Staphylococcus aureus) en de ESBL-producerende bacteriën (extended spectrum beta-lactamase) komen steeds vaker voor in India. Ook zijn er multiresistente stammen van tuberculose (TBC) aangetroffen, waardoor mensen met dat type TBC niet meer te genezen zijn. Dat lijkt misschien ver van ons bed, maar reizen speelt een heel belangrijke rol in de wereldwijde verspreiding van bacteriën die resistent zijn tegen bijna alle antibiotica. Hierdoor ontstaat er een grote dreiging voor de volksgezondheid wereldwijd. Met One Health wordt deze dreiging aangekaart en maakt het belang van een verbinding tussen de gezondheid van mens en dier zichtbaar.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons