Achtergrond

Terug naar Bangladesh met Olympisch kampioen Monique Velzeboer

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Drievoudig Olympisch kampioen Monique Velzeboer, Libelle-columnist Wieke Biesheuvel en art-director Erma Rotteveel reizen al elf jaar voor het Liliane Fonds naar ontwikkelingslanden om daar kinderen met een beperking te fotograferen. In 2004 gingen ze naar Bangladesh. Dit jaar gingen ze terug. Voor OneWorld schreef Wieke een verslag bij de foto's van Monique. 

Ruim twintig jaar geleden kwam Monique Velzeboer ten val tijdens een training. Een dwarslaesie veranderde haar leven. Na een jaar revalideren pakte ze haar hobby op: fotograferen. "Ik heb in Nederland alle hulpmiddelen om een normaal leven te kunnen leiden", zegt ze, "dat wil ik ook zo graag voor kinderen ver weg." 

Monique Velzeboer in Bangladesh

 

Monique Velzeboer won in 1988 goud, zilver en brons bij de Olympische Spelen bij shorttrack. In 1993 kwam ze ongelukkig ten val en liep een dwarslaesie op. Er kwam een abrupt einde aan haar carrière. Ze ging hierna portretten fotograferen, onder andere van kinderen met een handicap in ontwikkelingslanden.

De eerste reis, in 2004, was naar Bangladesh. DRRA, de Strategische Partnerorganisatie van het Liliane Fonds, introduceerde ons bij de ouders en kinderen. De foto's gebruikte Monique voor een mooie kalender en wenskaarten en de netto-opbrengst was voor het Liliane Fonds. Het besef dat wat in de dorpen zagen nog maar het topje van de ijsberg was, overtuigde ons ervan dat we deze foto’s nog lang wilden blijven maken. Vaak houden ouders kinderen met ernstige beperkingen in huis. Ze zien het als een straf van God, of ze denken dat het kind behekst is. 

Elf jaar later kwamen we terug, om te zien hoe het de kinderen van toen was vergaan. We zagen Shopna terug, het dove meisje, en Zohora, het meisje met de gespleten lip. Het weerzien was een feest. Vol trots liet Shopna haar zoontje zien, dat gerust even bij Monique op schoot wilde zitten. 

DRRA heeft nu een schitterend centrum, dat in een dringende behoefte voorziet. Voorlichting voor de ouders, therapie en onderwijs voor de kinderen. Bovenal: hier worden kinderen en jongeren weerbaar gemaakt. De boodschap is: jammer, die beperking, maar daar leren we je mee omgaan; jullie tellen mee en jullie moeten en mogen meedoen in de maatschappij. 

Zohora (12), 2004 

  Zohora (12) in 2004

Op de markt in een dorp in het zuidwesten van Bangladesh ontmoeten Monique en ik de vader van Zohora. Hij duwt zijn dochter voor zich uit en wijst op haar mismaakte gezichtje. Vervolgens houdt hij zijn hand op. Een tafereel om tranen van in je ogen te krijgen en je vervolgens dood te schamen. 

Farida, onze begeleidster die voor DRRA werkt, trekt tegen hem van leer. We verstaan het niet, maar hij maakt dat hij wegkomt. Met Zohora aan de hand. Hij ziet bijna niets, dus het meisje moet haar vader altijd begeleiden. En ondertussen dan ook nog op deze manier wat geld bij elkaar schrapen. “Wat heb je gezegd?”, vragen we de verontwaardigde Farida. “Dat er géén operatie komt als hij zijn dochter op deze manier blijft exploiteren! Is hij nou helemaal gek!” 

De volgende dag maakt Monique foto’s van haar. Zohora’s droevige ogen blijven ons bij. Wat moet er van haar terechtkomen? Die vader zal haar ongetwijfeld weer als dubieuze attractie over de markt laten lopen zodra wij weg zijn. Een half jaar later komt er een e-mail van Farida, met een portret van de nieuwe Zohora. Farida heeft haast gemaakt met de operatie, want de situatie met vader zinde haar voor geen meter. Een chirurg heeft haar gezichtje schitterend hersteld. Je ziet nauwelijks meer wat het probleem was. 

2015

Zohora in 2015

We zullen Zohora terugzien. We rijden naar het dorpje waar ze nu woont, bij haar schoonfamilie. De tocht gaat over smalle dijkjes, die de rijstvelden van elkaar scheiden. De dorpjes zien er idyllisch uit, maar er is geen stroom, en water wordt bij de pomp gehaald. Het hele dorp is uitgelopen, en als we hadden gedacht dat we hier in alle rust zouden kunnen interviewen en fotograferen, komen we bedrogen uit. 

Farida jaagt zo veel mogelijk mensen weg, maar de – zeer uitgebreide – schoonfamilie mag blijven. We herkennen Zohora meteen. Zij herinnert zich ons nog, vertaalt Farida, maar ze denkt liever niet terug aan de tijd vóór haar operatie. Ze is getrouwd en zwanger van haar eerste kindje. Of er liefde in het spel is, valt moeilijk te zeggen. Zohora’s vader is allang blij dat zijn dochter aan de man is. 

Zohora in 2015

De schoonfamilie had aanvankelijk reserves. Ook al is er bijna niets meer van te zien, als je een verleden hebt met een zichtbare handicap, ben je als bruid toch minder waard. Daar is op afgedongen. Het valt ons op dat ze moeilijk aan het lachen te krijgen is. Nog steeds houdt ze een hand voor haar gezicht. Als je de helft van je leven bent uitgelachen omdat je er anders uitziet, zal het vast lastig zijn om daarna voluit te schateren. 

Zohora in 2015

Toch heeft Zohora haar plaats in de schoonfamilie veroverd. Ze kan fantastisch naaien, dankzij een opleiding die is betaald door het Liliane Fonds. Dat werpt nu vruchten af. Ze heeft veel klanten en ze verdient zelfs meer dan haar man. Kleding, verstelwerk, gordijnen, ze kan alles. Monique maakt prijsfoto’s van een lachende, prachtige Zohora. “Doe ons zo’n schoondochter!”, zeggen we tegen elkaar. 

 

 

 

 

Shopna (12), 2004 

Shopna in 2004

Op dezelfde dag dat we Zohora zien, ontmoeten we ook Shopna. Een stralend, ondeugend kijkend meisje met lange vlechten. Met zo’n lach verover je de wereld. Ze is doof, maar met een hoorapparaat hoort ze toch iets. Dat ‘iets’ helpt haar om toch te communiceren met de horende wereld, die niets aan haar ziet. 

Shopna 2004

Samen met drie dove jongens laat ze zich gewillig in alle standen fotograferen, alsof het haar beroep is. Ook de partnerorganisatie van het Liliane Fonds heeft ontdekt hoe fotogeniek ze is, en haar foto’s gebruikt Farida om ouders van kinderen met beperkingen ervan te overtuigen dat hun kinderen het waard zijn om geholpen te worden. Wij hadden toen al het gevoel dat het goed zou komen met Shopna. 

 

2015 

Shopna in 2015

We zien de nog steeds stralende Shopna terug, als moeder van een zoontje van vier jaar. Zij redt zich prima in haar dorp en woont bij haar moeder. Ben je getrouwd en heb je kinderen, dan tel je in Bangladesh volwaardig mee. Haar man woont ergens anders en ze ziet hem niet vaak. Dat lijkt haar nauwelijks te raken. 

 Ze maakt een gelukkige en tevreden indruk. Ze heeft vriendinnen en dankzij haar hoorapparaat kan ze zich min of meer verstaanbaar maken. We zoeken Shopna op in haar dorp en daar danst ze met haar vriendin, die docent bewegingstherapie en muziek is in het centrum van DRRA. Ze voelt aan de trillingen om welke bewegingen het gaat. Ze kan goed naaien, net als Zohora, en daarmee verdient ze een inkomen. Zich schamen voor het feit dat ze slechthorend is en moeilijk praat, is niet aan de orde. 

Shopna in 2015

Het verschil tussen Zohora en Shopna is bepaald door de ervaringen in hun jeugd. Shopna heeft lieve, betrokken ouders, die aan de bel hebben getrokken zodra ze hoorden dat er hulp mogelijk was. Zohora’s moeder overleed toen ze nog een baby was en toen moest ze het zien te rooien met haar slechtziende, werkloze en egocentrische vader, die haar blootstelde aan spotternijen. Als het maar geld opleverde. Medewerkers van DRRA ontdekten Zohora op straat, maar toen was ze al twaalf jaar. Hoeveel mensonterend gesjok over die markt had ze toen al moeten doorstaan? 

 

Deze fotoreportage is mogelijk gemaakt door het Liliane Fonds. De tekst is geschreven door Wieke Biesheuvel en de foto's zijn gemaakt door Monique Velzeboer. 

Dit is deel 1 uit een tweedelige reeks. Op 9 september verschijnt deel 2 over het Verdrag van de Verenigde Naties voor rechten voor mensen met een handicap. 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons