Achtergrond

Colombia stopt de gifregens op haar eigen bevolking

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

De Colombiaanse nationale politie sproeit al ruim 20 jaar de herbicide glyfosaat uit vliegtuigjes om illegale coca-groei tegen te gaan. Een recentelijk rapport van de WHO (World Health Organization), dat eens te meer de mogelijkheid dat glyfosaat kanker verwekt onderschrijft, was de druppel voor de Colombiaanse overheid die de besproeiingen per oktober afschaft.

De laatste druppel glyfosaat is echter nog niet gevallen. Verschillende bronnen in Putumayo hebben laten weten dat meerdere gemeenten, na de bekendmaking van de aankomende opschorting, nog besproeid zijn. De gezondheidseffecten zijn groot. Niet alleen worden tumoren veroorzaakt, studies bewijzen dat op glyfosaat gebaseerde herbiciden abortussen veroorzaken en dat er kinderen met afwijkingen geboren worden.

Plan Colombia
Waarom werd er dan nog steeds besproeid? De besproeiingen werden op grote schaal ingezet nadat Plan Colombia van start ging. Deze bilaterale VS-Colombia samenwerking in militaire drugshandhaving, waar de VS ruim 8 miljard dollar in investeerde, is meer dan controversieel. De besproeiingen vormen een belangrijk deel van de gezamenlijke aanpak van de cocateelt, dat gewapende groeperingen participerend in het Colombiaanse conflict van inkomsten voorziet.

Het grote voordeel van besproeiing is dat landmijnen, die een risico vormen bij het handmatig verwijderen van illegale gewassen, vermeden kunnen worden.

 

Inheemse gemeenschappen gebruiken de coca-bladeren op traditionele wijze, maar coca wordt echter op grote schaal illegaal verbouwd om er cocaïne van te maken. Het grote voordeel van besproeiing is dat landmijnen, die een risico vormen bij het handmatig verwijderen van illegale gewassen, vermeden kunnen worden. In totaal zijn er rondom 200 personen (voornamelijk militairen) omgekomen bij het handmatig verwijderen van cocaplanten.

Toch blijken de besproeiingen geen overweldigend succes te zijn geweest. In tegendeel, de gifregens blijken bijzonder onnauwkeurig terwijl de herbicide overal zijn werk doet. Een voorbeeld: tussen november 2006 en juni 2007 werden volgens het onderwijssecretariaat van Putumayo 59 scholen geraakt door besproeiingen. Sinds het eerste testproject in 1994, en vooral na de intrede van Plan Colombia in 1999, is de schade aan landbouwgronden en de hoeveelheid vernietigde landbouwgewassen ongekend.

Colombiaans jungle dorp

Waarom coca groeien
Het is belangrijk om te begrijpen waarom coca verbouwd wordt. De cocaboeren en raspachinos (cocabladeren plukkers) zitten niet vanwege pure winstredenen in de ´business´. Door afwezigheid van de Colombiaanse overheid in rurale gebieden zoals Putumayo, krijgen de paramilitairen en de guerrilla ruimte om illegale gewassen te verbouwen. De afwezigheid van verkoopmogelijkheden voor hun landbouwproducten en een gebrek aan staatshulp in conflictgebieden, lijdt er vaak toe dat boeren geen andere uitweg zien dan het verbouwen van coca.

De besproeiingen bieden echter geen enkele hulp voor de plaatselijke bevolking. Door het verdelgen van legale landbouwgewassen, onteigeningen en het veroorzaken van grote gezondheidsproblemen, wint de Colombiaanse overheid geen populariteitsprijs. Los van deze problematiek blijken de gifregens ook nog eens bijzonder ineffectief voor de bestrijding van coca.

Landbouwgronden met glyfosaat besproeid, zijn jarenlang onvruchtbaar, maar er is een alternatief. Climaco Horas Huesos, een 78-jarige boer uit Putumayo, legt uit dat zijn grond onbruikbaar was na een besproeiing, zij het niet voor coca. De coca plant kan verbouwd worden met verschillende chemicaliën die het effect van glyfosaat neutraliseren.

Volgens het Washington Office on Latin America (WOLA), zijn er sinds 1994 1.74 miljoen hectaren besproeid met glyfosaat, zonder veel succes.

 

Weinig effect en veel gif
Volgens het Washington Office on Latin America (WOLA), zijn er sinds 1994 1.74 miljoen hectaren besproeid met glyfosaat, zonder veel succes. Coca boeren hebben altijd oplossingen gevonden zoals het wassen van de bladeren na een besproeiing, het verspreiden van de gewassen dieper in de jungle (dat bijdraagt aan ontbossing) en het genetisch ontwikkelen van een sterkere, resistentere cocaplant.

Daarbij heeft WOLA laten weten dat er geen betekenisvolle afname in te cocaproductie te zien is, als er al niet een toename is. De afname die sinds 2007 vastgesteld werd, heeft niks met de besproeiingen te maken maar staan in verband met de manuele verwijderingsprogramma´s.

Toekomstperspectief?
Nederland zal echter van toekomstig belang zijn als Colombia nieuwe stappen probeert te nemen met haar drugsbeleid. Roelof Janssens, woordvoerder van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, laat weten dat Colombia interesse heeft in het drugsbeleid van Nederland: “Het drugsverleden, zo bleek in de gesprekken die Schippers met Colombiaanse autoriteiten heeft gevoerd, heeft Colombia een trauma bezorgd. Colombia heeft het probleem altijd op z’n Amerikaans aangepakt: crime fighting. Ze zijn nu op zoek naar een andere benadering en dan kijken ze ook naar het beleid in Nederland. Wij hebben een scheiding van soft- en harddrugs en kijken naar verslaving vanuit de zorgkant.”

Los van een toekomstig hernieuwde aanpak in Colombia, blijven de slachtoffers van de glyfosaat besproeiingen met lege handen en weinig perspectief achter.

José Antonio Jajoy, een bestuurslid van de lokale milieu-autoriteit, vermoedt een dubbele agenda. “De besproeiingen zijn een voorwendsel om de lokale bevolking te onteigenen. Als alternatieve bestaansniveaus door de regering ondersteund zouden worden, zullen de mensen zich hier voor inzetten. Het zijn harde werkers hier. Ze planten en oogsten en zouden met andere gewassen aan de slag kunnen gaan. Maar de regering verschaft geen alternatieven, ze besproeien en dan houdt het op.”

Er zijn blijkbaar andere plannen met Putumayo. Het gebied wordt nu officieel ´mijnbouw-district´ genoemd. Het Initiative for Integration of Regional Infrastructure in South America (IIRSA) is in volle gang en probeert een betere infrastructuur op te zetten door aanleg van grote wegen en het kanaliseren van rivieren. Doel is de export van natuurlijke grondstoffen zoals olie en mineralen. Onbruikbaar gemaakte landbouwgronden en onteigeningen door het voorslepende conflict in Putumayo, lijken buitenlandse investeringen in megaprojecten te faciliteren. De toegenomen interesse in Putumayo´s natuurlijke rijkdommen, zal het er voor de kleine landbouwers niet makkelijker op maken.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons