Mark Rutte tijdens de openbare verhoren van de parlementaire enquêtecommissie die het fraudebeleid van de overheid onderzoekt (7 september 2023). Beeld: ANP

Mark Ruttes eerste ‘toeslagen­schandaal’ (in 2003)

Ver voor het toeslagenschandaal was er al het ‘Somaliëproject’. Mark Rutte liet als staatssecretaris van Sociale Zaken Somalische Nederlanders extra controleren op bijstandsfraude. Rassendiscriminatie, oordeelde de rechtbank, maar compensatie en mediaophef bleven uit. Een reconstructie.

Oorspronkelijk gepubliceerd: 6 juli 2021.
Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Achmed Mahaamud Ismael (54) wist niet waarom hij werd aangesproken door twee ambtenaren op 26 oktober 2004. Hij stond rustig met een vriend te kletsen in het Haarlemse Schalkwijk, waar veel Somalische Nederlanders zoals hij wonen. Plotseling kwamen een onbekende man en vrouw op hem af: ‘Meneer, mogen we uw legitimatie zien?’ “Ik schrok en dacht dat het agenten waren. Ze waren van de gemeente, zeiden ze. Toen ik weigerde en wegliep, kwamen ze achter me aan. Ik gaf toch mijn naam en adres, en vervolgens wilden ze meelopen naar mijn huis. Ik zei ‘nee’. ‘Oké, dan is het afgelopen met je uitkering’, zeiden ze.”

 

Dit artikel verscheen eerder in OneWorld Magazine in de zomer van 2021 en op OneWorld.nl op 6 juli 2021.

 

Daar was geen woord van gelogen: een paar weken later werd zijn uitkering stopgezet. Hij ontving die sinds een maand of drie, omdat hij door hartproblemen niet kon werken. “Het was een heel stressvolle periode. Ik moest mijn huur betalen, mijn verzekering, medicijnen. Ik liep duizenden euro’s aan schulden op. Ze hebben me kapotgemaakt.” Hij kreeg na zes maanden een nieuwe uitkering, maar bleef procederen: die eerste uitkering had nooit ingetrokken mogen worden en hij wilde compensatie voor het gat van zes maanden.

Tweet dit

Hij werd aangesproken omdat hij een donkere huidskleur had en een ‘vreemde taal’ sprak

Tweet dit

In maart 2007 kreeg hij zijn gelijk. De rechtbank oordeelde dat hij slachtoffer was van rassendiscriminatie door de gemeente Haarlem, die specifiek Somalische Nederlanders controleerde op bijstandsfraude. De reden dat hij die dag werd aangesproken? Hij had een donkere huidskleur en sprak een ‘vreemde taal’, bevestigden gemeentemedewerkers tijdens een zitting. Ze legden huisbezoeken af, maar omdat niet iedereen thuis werd aangetroffen, spraken ze mensen in de wijk aan van wie ze dachten dat ze Somalisch zouden kunnen zijn. “Dit was gewoon racisme”, aldus Mahaamud Ismael.

 

Somaliëproject

 

Het ‘Somaliëproject’, zoals deze fraudejacht officieus heette, raakte vele anderen in Schalkwijk. Zo vertelt Mahaamud Ismael over zijn halfbroer, die ook ernstige hartproblemen had. Hij was de eerste gedupeerde die aanklopte bij een Haarlems advocatenkantoor: Fischer Advocaten. Dat biedt rechtshulp aan mensen die te maken hebben met armoede en uitsluiting. “Deze man kwam de trap niet op omdat hij zo uitgeput was door zijn ziekte”, herinnert advocaat Pim Fischer zich. “Hij kon zonder uitkering geen eten kopen. Terwijl zijn medicijnen met eten moesten worden ingenomen; datzelfde jaar overleed hij.”

Er klinkt woede in de stem van Mahaamud Ismael. “Mijn broer was ernstig ziek en zijn inkomen werd ook nog afgepakt. We konden niet eens een begrafenis betalen, we moesten geld lenen.” Fischer Advocaten heeft destijds de gemeente Haarlem verzocht te onderzoeken of er een causaal verband was tussen het intrekken van zijn uitkering en zijn overlijden. Dat onderzoek is er niet gekomen.

Beeld: Joost Stokhof

 

Omar Ibrahim Hassan (56) werd eveneens door ambtenaren benaderd in 2005. Hij zat op een bankje tegenover de Vomar in Schalkwijk. “Ze vroegen allerlei rare dingen. Mijn legitimatie en adres, of ze konden meelopen en zien waar ik sliep. Ik zei: ‘Dat mag alleen de politie vragen. Ik ga zo niet meewerken.’” Enkele dagen later ontving hij bericht dat zijn lopende uitkeringsaanvraag was afgewezen, omdat hij niet had meegewerkt. Het was niet de eerste keer; ook zijn vorige aanvragen werden afgewezen. “Ze verzonnen steeds een andere reden, bijvoorbeeld dat ik geen geldig adres had.” Dat had hij wel – hij stond ingeschreven bij het Leger des Heils, waar hij meestal sliep.

Tweet dit

Ze wilden mijn tandenborstel zien, mijn sokken, wat er in mijn koelkast stond

Tweet dit

Hij vertelt dit vanuit de woning van een goede vriend, Bashir Kadiye (58), eveneens gedupeerde van het Somaliëproject. Ook Kadiye weigerde mee te werken op straat; hij werd de volgende zondagochtend wakker met diezelfde medewerkers in zijn deuropening.

 

Een huisgenoot had ze binnengelaten. “Ze wilden bewijs dat ik hier woonde. ‘Natuurlijk woon ik hier, dat zie je toch?’ zei ik. Maar ze wilden mijn tandenborstel zien, mijn sokken, wat er in mijn koelkast stond. Ik stuurde ze geïrriteerd weg. Later werd mijn lopende uitkeringsverzoek afgewezen. Ik kon de huur niet meer betalen en werd uit mijn woning gezet.”

 

Hoge schulden

 

  Hassan, Kadiye en Mahaamud Ismael hebben veel met elkaar gemeen. Ze ontvluchtten de Somalische burgeroorlog eind jaren 90, werden in Nederland jarenlang van azc naar azc verplaatst en scheidden alle drie van hun vrouw. “Mede door alle stress omdat we weinig geld hadden”, aldus Hassan. Alle drie hebben kinderen die bij hun moeder wonen. Tussen 2004 en 2005 kwamen ze apart van elkaar naar Haarlem; uit geldgebrek huurden ze kamers in gedeelde woningen.

 

Hassan en Kadiye ogen wat ongemakkelijk; ze zijn het niet gewend om in de schijnwerpers te staan. “Ik was zes maanden dakloos”, zegt Kadiye. “Het doet nog steeds pijn als ik eraan terugdenk.” Pas na acht maanden kon hij de gemeente ervan overtuigen dat hij recht had op een uitkering; Hassan kostte dat anderhalf jaar. Beiden hebben nog altijd een schuld van duizenden euro’s, die voornamelijk ontstond doordat ze hun zorgverzekering niet konden betalen in de periode zonder uitkering. Mahaamud Ismael is sinds twaalf jaar weer aan het werk en inmiddels schuldenvrij; dat heeft bijna vier jaar geduurd.

Tweet dit

‘Rutte zette aan tot rassendiscriminatie’, kopten de media

Tweet dit
De uitspraak van maart 2007 over de gemeente Haarlem haalde vele kranten. Niet zozeer vanwege een grote interesse voor de slachtoffers, maar vanwege een saillant detail. Aanleiding voor het Somaliëproject was een brief van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, waarin stond dat deze groep extra gecontroleerd moest worden, ondertekend door de toenmalig staatssecretaris: Mark Rutte. ‘Rechter: Rutte zette aan tot rassendiscriminatie’, kopten de media.

 

“Voor de pers draaide deze zaak om Rutte. Ik snap het wel; Rutte heeft nieuwswaarde, maar de slachtoffers schijnbaar niet”, aldus advocaat Fischer, merkbaar gefrustreerd. Hij stond tientallen gedupeerden bij, maar in de afgelopen zestien jaar heeft geen enkele journalist gevraagd hoe het zijn cliënten is vergaan. “Uiteindelijk had de uitspraak geen consequenties: niet voor de slachtoffers, niet voor de gemeente en niet voor toekomstige slachtoffers, want niemand heeft hiervan geleerd. Kijk naar de toeslagenaffaire.”

 

Hoe is dat mogelijk? Die vraag werd beantwoord nadat Fischer Advocaten in 2005 aan de Commissie Gelijke Behandeling (het huidige College voor de Rechten van de Mens) had gevraagd onderzoek te doen naar het Somaliëproject. Toen pas kwam de brief van Rutte boven tafel. De CGB oordeelde eind 2006 dat het beleid discriminatoir was. Zo’n CGB-uitspraak is niet bindend, maar kan worden gebruikt in lopende zaken, zoals bij die van Mahaamud Ismael gebeurde. Bij het lezen van de CGB-uitspraak, de rechterlijke uitspraak van 2007 en de mediaberichten komen alle puzzelstukjes samen en wordt duidelijk wat er is gebeurd.

 

Beeld: Joost Stokhof

 

Op 29 januari 2003 schreef Rutte in een brief naar alle gemeenten dat Somalische Nederlanders massaal naar Engeland verhuisden zonder zich uit te schrijven bij uitkeringsinstanties. Rutte schreef dat het om ‘enkele tientallen’ bekende gevallen ging, een kleine minderheid binnen de Somalische gemeenschap, maar toch vond hij het nodig en rechtvaardig om deze groep extra te controleren. Omdat etnisch registreren in Nederland verboden is en gemeenten dus niet op die manier achter iemands afkomst konden komen, adviseerde hij Somaliërs te traceren door in het bevolkingsregister te zoeken op geboorteplaats.

 

De gemeente Haarlem maakte daarop een lijst van 84 namen: álle bijstandsgerechtigden van Somalische afkomst. Rechercheurs kregen een simpele opdracht: leg 84 huisbezoeken af en controleer of zij daar echt wonen. Zo niet, dan woonden deze mensen misschien wel stiekem in Londen en was het einde uitkering.

Tweet dit

De jacht op Somalische bijstandsontvangers was een vorm van rassendiscriminatie

Tweet dit

Het is een feit dat veel Somaliërs naar Engeland migreerden: tussen 2000 en 2006 zo’n 17.000 mensen, meer dan de helft van alle Somalische Nederlanders destijds. In Engeland zou een hechtere Somalische gemeenschap zijn, minder bureaucratie en meer mogelijkheden om een klein bedrijfje te starten. Maar dat tientallen van deze mensen de Nederlandse uitkering behielden, kon het ministerie volgens de Commissie Gelijke Behandeling niet onderbouwen.

 

Selecteren op afkomst valt onder ‘ras’ binnen de wet, oordeelde de commissie. De Haarlemse jacht op Somalische bijstandsontvangers was onrechtmatig en een vorm van rassendiscriminatie. Het is niet duidelijk hoe andere gemeenten op de brief reageerden: alleen in Haarlem zijn rechtszaken aangespannen namens gedupeerden, en is er dus onderzoek geweest (zie kader).

 

Op afkomst geselecteerd

 

Het was precies in die jaren dat er landelijk een neoliberale wind opstak, vertelt mensenrechtenadvocaat Jelle Klaas, destijds werkzaam bij Fischer Advocaten. In 2004 ging een nieuwe en strengere bijstandswet in. “Uitkeringen waren moeilijker te krijgen, makkelijker te beëindigen, er zaten meer eisen aan.” Wettelijk gezien mocht een uitkering worden ingetrokken als bleek dat het verblijfadres afweek van de gemeentelijke administratie. Tijdens sommige Haarlemse huisbezoeken bleek inderdaad dat er iets niet klopte aan de gegevens van de bewoners. En regelmatig was de gemeente simpelweg niet overtuigd dat iemand op het aangegeven adres woonde. Dan stopte de uitkering.

 

Dat mensen die weigerden mee te werken hun uitkering direct verloren, is juridisch rechtmatig mits er een gegrond vermoeden van fraude is, zegt advocaat Fischer. Hier werden mensen echter puur op afkomst geselecteerd en konden vermoedens ook nog eens niet onderbouwd worden. Toen de rechtbank oordeelde dat het onderzoek nooit had mogen plaatsvinden vanwege discriminatie, werden enkele uitkeringen met terugwerkende kracht uitbetaald. In totaal had de gemeente 32 uitkeringen ingetrokken. Er werden tien bezwaren ingediend, waarvan twee meteen werden goedgekeurd en vier na de uitspraak in 2007.

Tweet dit

Het heette in de wandelgangen het ‘Somaliëproject’

Tweet dit

Veertien jaar later weet de gemeente Haarlem weinig meer over de zaak te vertellen. Gevraagd om een reactie zegt een woordvoerder dat de direct betrokken medewerkers inmiddels niet meer bij gemeente werken. Wel meent de woordvoerder zich te herinneren dat er daadwerkelijk uitkeringsontvangers in Londen bleken te wonen– het precieze aantal kan de gemeente niet meer achterhalen. Volgens de woordvoerder heette het onderzoek officieel ‘project kamerbewoners’; het richtte zich op mensen die met vele anderen op één adres stonden ingeschreven. “Het klopt wel dat – omdat de meeste signalen van mensen met een Somalische achtergrond kwamen – het in de wandelgangen het ‘Somaliëproject’ werd genoemd.”

 

Critici van Rutte weten de krantenberichten uit 2007 regelmatig op te rakelen. Wie de uitspraak losjes samenvat, zou kunnen stellen dat Rutte is veroordeeld voor rassendiscriminatie. Dat klopt officieel niet: een bestuursrechtelijke uitspraak is geen veroordeling, maar een oordeel over een specifiek besluit van de overheid. Rutte trad op als bewindspersoon en niet als individu, dus zijn naam valt niet in de uitspraak. Bovendien was zijn brief geen opdracht; de gemeente had hem kunnen negeren. Dat had zelfs gemoeten, volgens de Grondwet.

 

Geen schadevergoeding

 

Ook Haarlem ontsprong de dans vanwege het bestuursrechtelijke karakter van de uitspraak. En een strafrechtelijk proces had weinig uitgehaald, omdat overheidsinstanties immuun zijn voor vervolging.

 

Ook voor de gedupeerden voelde de uitspraak niet als een overwinning. Mahaamud Ismael kreeg het misgelopen bedrag terug, maar daarmee waren zijn schulden niet afbetaald: “Ik kon al die tijd mijn zorgverzekering niet betalen, en dus ook de tandarts niet. De problemen stapelden zich op, ik moest zelfs een nieuwe tand van ruim 3000 euro. Dus ik wilde een schadevergoeding.” Hij spande een zaak aan, maar verloor die in 2011 in hoger beroep. De reden: zijn overwinning in 2007 en de bekendheid daarvan zou ‘voldoende genoegdoening’ moeten geven volgens de rechter.

 

Kadiye en Hassan hebben nooit het geld gezien dat zij misliepen. Ondanks de opgelopen schulden begonnen ze geen nieuwe rechtszaak; ze waren bang om opnieuw in de problemen te komen.

Beeld: Joost Stokhof

 

Het verhaal van het Somaliëproject gaat niet alleen over institutioneel racisme, maar ook over de ontoegankelijkheid van het rechtssysteem. Daarvoor moeten we terug naar de jaren vóór Ismaels overwinning van 2007. Dat er in Haarlem überhaupt een zaak gekomen én gewonnen is, mag een klein wonder heten. Sociaal advocaten zijn schaars, en het was een geluk dat de Somalische gemeenschap Fischers advocatenkantoor wist te vinden, zegt Fischer.

 

Mahaamud Ismael kende Fischer al en kwam op eigen initiatief. Hassan en Kadiye spraken de taal niet goed en waren onbekend met het juridische systeem. Iemand van de kerk – “Lenie, een hele lieve vrouw”, zegt Hassan – verwees hen door naar Fischer. De advocaat vermoedt dat er ook in andere steden ‘Somaliëprojecten’ zijn geweest, maar dat ze geheim bleven omdat gedupeerden geen rechtshulp vonden. In totaal kwamen veertien Somalische bijstandsontvangers naar het kantoor in de periode 2004-2006.

 

De advocaten dienden voor tien cliënten spoedzaken in om bezwaar te maken en vroegen tegelijk nieuwe uitkeringen aan. “Dat is eigenlijk geen advocatenwerk, maar ze hadden zo snel mogelijk een inkomen nodig”, zegt advocaat Klaas. De spoedzaken verloren ze stuk voor stuk. Discriminatie konden ze nog niet bewijzen, en de directe reden voor het beëindigen van de uitkering was in veel gevallen dat de gemeente niet overtuigd was van iemands woonadres. Fischer: “Bijvoorbeeld omdat tijdens het huisbezoek slechts een matras, een lege koelkast en een tube tandpasta werd aangetroffen. Daar kon niemand wonen, dachten ze. Maar zo arm waren mijn cliënten.”

 

Eindelijk bewijs

 

In 2005 hadden Somaliërs het laagste gemiddelde inkomen van alle vluchtelingengroepen; in 2017 leefde tweederde van hen onder de armoedegrens. Maar de onderlinge solidariteit is groot, vertellen Kadiye en Hassan. “Als iemand geen inkomen heeft of op straat loopt, dan help je diegene. Je biedt desnoods jouw huis aan als onderdak, ook als je het zelf moeilijk hebt.”

 

Daar wilde de gemeente niets van weten, zegt Klaas. “In plaats van te zeggen: ‘Wat vervelend dat jullie op de grond slapen in één huis’, werd eerst de uitkering stopgezet en daarna pas gepraat. Deze mensen waren evident geen fraudeurs, maar slachtoffers van hardvochtig beleid. Ook de rechters hebben de nieuwe bijstandswet erbij gepakt, deze héél strikt geïnterpreteerd en zagen dat hun woonsituatie inderdaad onduidelijk was, dus jammer dan.”

 

Uiteindelijk was er een ondoordachte formulering in een Haarlemse handhavingsrapportage voor nodig om de zaak aan het rollen te krijgen. Eind 2005 viel het oog van Klaas en Fischer op de term ‘Somaliëproject’. Eindelijk hadden ze concreet bewijs voor discriminatie; ze schakelden het antidiscriminatiebureau en daarna de Commissie Gelijke Behandeling in. Met de CGB-uitspraak op zak – dit was rassendiscriminatie – wonnen ze enkele lopende rechtszaken. Maar de meeste gedupeerden hadden inmiddels al een nieuwe uitkering en hadden hun zaak daarom laten vallen.

 

De uitspraak was er niet gekomen zonder de vasthoudendheid van Mahaamud Ismael. Met hem gaat het nu goed, zegt hij. “Ik heb een huis in Haarlem, een baan, het gaat beter met mijn gezondheid.” Kadiye leeft nog altijd van een uitkering, en Hassan staat nog ingeschreven bij het Leger des Heils. Veel andere gedupeerden zijn inmiddels naar Engeland verhuisd, vertellen ze. Kadiye en Hassan bleven liever in Schalkwijk, want hier kennen ze de weg.

Tweet dit

Het ‘Somaliëproject’ leidde niet tot mediaophef.

Tweet dit

Een vergelijking met het toeslagenschandaal dringt zich op. Maar hoewel daarbij enige vorm van compensatie wordt geregeld – al gaat het niet zonder slag of stoot – had het Somaliëproject amper consequenties. Hoe kan dat, bij een zaak waarin sprake was van racisme en het schenden van artikel 1 van de grondwet? “Het bestuursrecht biedt weinig mogelijkheden op dit gebied”, zegt Klaas. Het herstellen van een uitkering is één ding; de opgelopen schade bewijzen en terugeisen is een enorme klus. Elke gedupeerde zou individueel een rechtszaak moeten aanspannen. En bij het niet of te laat ontvangen van bijstand zal een rechter hooguit een rente toekennen. “Voor compensatie moet een zekere politieke wil zijn, zoals bij de toeslagenaffaire.” Fischer beaamt dat: “Het is aan de media en politiek om te beslissen dat er consequenties móeten zijn.”

 

Het Somaliëproject leidde tot geen enkele vorm van mediaophef. De omvang van het toeslagenschandaal is veel groter, maar Fischer wil vooral benadrukken dat het hier om een zeer gemarginaliseerde groep gaat. “Een groep die schijnbaar geen nieuwswaarde heeft, en daarnaast niet de middelen heeft om de strijd te voeren.”

 

Zoals bij het toeslagenschandaal geen vergoeding wordt beloofd voor immateriële schade (psychisch leed), lukte het Mahaamud Ismael ook niet om de rechter hiervan te overtuigen. Fischer: “De impact op de gemeenschap en op deze mensen werd gewoon niet gevoeld.”

 

In een summiere reactie op de CGB-uitspraak in 2007 zei de gemeente Haarlem deze werkwijze ‘achteraf te betreuren’ en ook niet meer toe te passen. In de toekomst zouden doelgroepen voor fraudeonderzoek op een andere grond dan afkomst worden geselecteerd. Maar in een antwoord op raadsvragen in 2007 zei het College van B&W ‘geen aanleiding’ te zien om met rechtshulpverleners en slachtoffers te praten opdat hersteld kon worden wat niet had mogen gebeuren.

 

Wat is er veranderd?

 

“Men lijkt gewoon niet te begrijpen waarom we mensenrechten hebben”, verzucht Fischer. “Iedereen, van de handhavingsmedewerkers tot de Tweede Kamer, vond het heel normaal wat hier was gebeurd.” Hij wijst naar Kamerstukken waarin de toenmalig staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid – huidig burgemeester van Rotterdam Ahmed Aboutaleb – het gebruik van ‘concrete fraudeprofielen’ juist toejuicht. Dit was zijn reactie op een motie van twee Kamerleden dat, ondanks de uitspraak over rassendiscriminatie van maart 2007, etnische factoren een rol moeten kunnen spelen in fraudeonderzoek. Aboutaleb vond deze motie ‘overbodig’, omdat er ‘weinig valt af te dingen aan de wijze waarop gemeenten te werk gaan’.

 

In het Haarlemse fraudebeleid is wel degelijk een kentering geweest volgens een woordvoerder, mede door deze zaak. “De menselijke maat is terug. We zijn uitermate voorzichtig met risicoprofielen en selecteren niet op bevolkingsgroep.” De gemeente benadrukt dat wetten en beleid worden beïnvloed door wat de samenleving vraagt en is dan ook blij met de steeds luidere roep om een minder hardvochtig fraudebeleid.

 

En Rutte? Hij zei in een reactie in 2007 dat zijn brief niets te maken had met discriminatie; hij zou het zo weer doen. ‘Schijnbaar is dit wettelijk gezien nu niet mogelijk. Dan is het tijd om de wet te veranderen’, aldus zijn woordvoerder tegen de pers. Na de toeslagenaffaire stapte Rutte weliswaar op, maar tijdens het toeslagendebat in januari zei hij iets opvallends. In zijn ‘privé-opvatting’ was hij het eens met Geert Wilders, die voorstelde om nationaliteit te registreren om specifieke bevolkingsgroepen te controleren op fraude. ‘Wat is daar discriminerend aan?’ aldus Wilders. ‘U heeft een punt’, antwoordde Rutte.

 

Reacties van gemeenten

Voor dit artikel zijn de tien gemeenten met de grootste Somalische gemeenschappen benaderd voor een reactie: Den Haag, Dordrecht, Amsterdam, Eindhoven, Delft, Nijmegen, Tilburg, Arnhem, Utrecht, Rotterdam. Vijf gemeenten reageerden.

De gemeente Nijmegen zegt dat de brief toentertijd ‘ter kennisgeving’ is aangenomen, maar dat er geen onderzoek is ingesteld. Den Haag onderzoekt ‘geen specifieke groepen op frauduleuze handelingen’. De gemeente Utrecht en Delft hebben de informatie niet meer tot hun beschikking. Wel zegt de gemeente Utrecht dat er ‘zo goed als zeker geen thematisch onderzoek is gestart naar aanleiding van de brief’. De gemeente Tilburg zegt dat er eenmalig een uitwisseling van data is geweest met het Internationaal Bureau Fraude-informatie, omdat veel Somaliërs naar Engeland vertrokken, maar heeft de resultaten niet meer beschikbaar.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons