Man-vrouw-gelijkheid belangrijk voor economie en democratie

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Ruim 100 jaar geleden was Nieuw-Zeeland het enige land ter wereld waar vrouwen mochten stemmen. Tot voor kort was er nog één land in de wereld waar vrouwen geen stemrecht hadden: Saudi-Arabië. Maar sinds december 2015 mogen ook vrouwen in Saudi-Arabië naar de stembus. De positie van vrouwen wereldwijd is de afgelopen eeuw dus flink verbeterd. Toch valt er nog veel winst te behalen, benadrukt Selin Dilli van Leeuwen (Universiteit Utrecht) in haar promotieonderzoek.

Van Leeuwen analyseerde ontwikkelingen van de afgelopen 200 jaar om een beeld te krijgen van wereldwijde veranderingen op het gebied van gendergelijkheid; de gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Zo onderzocht ze de vooruitgang op het gebied van vrouwelijke levensverwachting, arbeidsparticipatie, huwelijksleeftijd en stemrecht. Haar onderzoek is uniek, omdat er nooit eerder zo’n uitgebreid historisch overzicht van sekseverschillen is gemaakt. De geschiedkundige benadering biedt inzicht in het ontstaan van genderongelijkheden die ook vandaag de dag nog voortduren. En hoe meer we weten over de oorzaken van deze machtsverschillen, hoe beter beleidsmakers genderdiscriminatie kunnen aanpakken. 

Economische vooruitgang versus emancipatie
Lange tijd werd verondersteld dat economische vooruitgang zou leiden tot meer gendergelijkheid. Gedeeltelijk is dit waar: economische ontwikkeling blijkt bij te dragen aan een hogere levensverwachting, een beter opleidingsniveau en een toename van de huwelijksleeftijd voor vrouwen.

In de afgelopen 200 jaar heeft economische vooruitgang niet geleid tot grotere arbeidsparticipatie en politieke vertegenwoordiging van vrouwen

Maar in de afgelopen 200 jaar heeft economische vooruitgang niet geleid tot een grotere arbeidsparticipatie en politieke vertegenwoordiging van vrouwen. Waarschijnlijk komt dit doordat arbeidsparticipatie en politieke vertegenwoordiging sterk worden beïnvloed door de juridische structuren en familiesystemen die landen in het verleden hebben aangenomen, zo stelt Van Leeuwen. 

It’s all in the family
De invloed van juridische structuren op gender(on)gelijkheid spreekt een beetje voor zich: wanneer je als vrouw volgens de wet niet mag stemmen of niet mag werken in het bijzijn van mannen, beperkt dit je kansen. 

Van Leeuwen richt zich in haar onderzoek vooral op de eerder genoemde familiesystemen; volgens haar vormen familiestructuren een belangrijke, maar onderschatte factor in het ontstaan en voortbestaan van gender(on)gelijkheid.

In landen die voornamelijk worden gekenmerkt door ‘nucleaire familie’-structuren, waarbij kinderen al op jonge leeftijd of ten minste als volwassene onafhankelijk worden van de ouders en buiten hun eigen familie trouwen, hebben vrouwen meer besluitvormingsmacht dan in landen met bijvoorbeeld dominante polygame structuren (waarbij een man met meerdere vrouwen trouwt) of endogame structuren (waarbij binnen de eigen stam, clan of familie wordt getrouwd). In landen met voornamelijk nucleaire families, zoals Nederland, worden erfenissen bijvoorbeeld gelijkmatiger verdeeld tussen mannen en vrouwen en ligt de vrouwelijke huwelijksleeftijd hoger. Familiesystemen zijn dus van grote invloed op de emancipatie van vrouwen.

De invloed van familiesystemen en ingebedde juridische structuren is hardnekkig: hij blijft voortbestaan, ongeacht de economische ontwikkeling van een land. Dit verklaart waarom genderongelijkheid nog steeds groot is in landen die een grote economische ontwikkeling hebben doorgemaakt, zoals China en India.

Familiesystemen evenveel invloed als religie
In de wetenschap wordt religie steeds vaker gezien als verklarende factor voor gender(on)gelijkheid. Met name de Islam wordt veel genoemd als dé oorzaak voor de benadeelde positie van vrouwen. Dit onderzoek toont aan dat de Islam weliswaar significant van invloed is op gender(on)gelijkheid, maar ook dat dit effect vergelijkbaar is met het effect van familiesystemen.

AgencyDe term 'agency' wordt veel gebruikt in studies naar machtsverhoudingen en machts(on)gelijkheid. Van Leeuwen definieert ‘agency’ als de capaciteit van individuen om betekenisvolle keuzes te maken die van invloed zijn op hun leven.

Familiesystemen en religie bepalen dus in dezelfde mate hoeveel ‘agency’ vrouwen ervaren. Eén van de belangrijkste conclusies is dan ook dat wetenschappers zich niet alleen op religieuze oorzaken moeten focussen, maar evenveel onderzoek zouden moeten doen naar dominante familiesystemen in landen.  

Grotere participatie van vrouwen leidt tot meer welvaart 
Beperkte vrouwelijke participatie in de politiek en op de arbeidsmarkt is niet alleen nadelig voor de ontwikkeling van vrouwen zelf. De lage participatie van vrouwen heeft ook een negatieve invloed op de ontwikkeling van landen, beargumenteert Van Leeuwen. Met andere woorden: meer participatie van vrouwen in de politiek en op de arbeidsmarkt zorgt ervoor dat een land erop vooruitgaat. Uit haar onderzoek blijkt dat de toename van vrouwelijke agency in een land onder andere gepaard gaat met een sterkere economische vooruitgang, meer toegang tot onderwijs en meer democratische instituties. 

Selin Dilli van Leeuwen promoveerde op 22 december aan de Universiteit Utrecht op basis van haar proefschrift 'A Historical Perspective on Gender Inequality and
Development in the World Economy, c. 1850-2000
'.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons