Partnerbericht

Niet financieel gewin, maar maatschappelijk nut als drijfveer zonneparken

Ze zijn nodig. Zonneparken. Ook als we alle daken vol met zonnepanelen leggen en van de halve Noordzee een windpark maken. Helaas lijkt de ontwikkeling van een zonnepark in Nederland een spel van groot, groter, grootst. Aangejaagd door subsidiëring vanuit het Rijk en projectontwikkelaars die voor maximale winst gaan. Voor een rendement zonder dubbele cijfers komen zij hun bed niet uit. Dit gaat niet goed. Iedereen dient te profiteren. Ook het landschap en de natuur.

Groot stuk grond dicht bij het elektriciteitsnetwerk

De SDE+-subsidie wordt toegewezen aan de projecten met de laagste prijs per opgewekte kWh. Wellicht een logische insteek om voor zo min mogelijk belastinggeld zoveel mogelijk duurzame stroom op te wekken. Het gevolg is wel dat projectontwikkelaars zoeken naar grote stukken grond dicht bij een netwerkstation. Zij hebben geen enkele motivatie na te denken over de meest geschikte locatie en omvang van een zonnepark, bezien vanuit omwonenden, natuurontwikkeling en/of ruimtelijke inpassing.

Het draait om participatie en locatie

Er gaat dus iets goed mis. De SDE+-subsidie is ons enige stuur en brengt ons naar een eenzijdige focus op financieel rendement. Wat we nodig hebben is een afgewogen geheel van locatie, participatie en eerlijke verdeling van kosten en opbrengsten. Waar met name de omgeving profiteert van de komst van een zonnepark. De gemeente, inwoners, omwonenden. En zowel financieel als landschappelijk.

Daarom de Regionale Energie Strategieën (RES-en), toch?

Het beleid voor zonneparken is gedecentraliseerd naar lokale overheden. In de praktijk betekent dit dat de meeste gemeentes afzonderlijk aan hun beleid werken. Onhandig en onwenselijk. Gemeenten leren te weinig en te langzaam van elkaar. En waar het beste wind- en/of zonnestroom geproduceerd kan worden, vraagt een antwoord vanuit een regio of streek. Niet alleen van een gemeente. Daarom zijn 30 Regionale Energie Strategieën (RES) ingevoerd. Helaas lijkt het soms dat onder druk van de Tweede Kamer of lobbywerk van andere politici en belangenorganisaties we blijven hangen in eenvoudige stellingen met beperkte houdbaarheid. Denk aan: “eerst de daken vol leggen”, “alle baten moeten lokaal blijven” of “burgers dienen 50% eigenaar te worden van een windmolen of zonnepark”. De opgave van de energietransitie is te omvangrijk voor stokpaardjes en simpele oneliners.

Zonnepark: iedereen profiteert!

Opwekking van zonnestroom kan overal. Langs snelwegen, spoorlijnen, op dijken of geluidswallen, gesloten stortplaatsen, langs luchthavens, op water, oude industrieterreinen, niet rendabele, vaak kleinere stukken landbouwgrond, waterwingebieden, en ook in combinatie met agrarische en natuurfuncties. Zolang iedereen maar profiteert. En onder iedereen valt ook het landschap, flora & fauna. Zonder te veel te beloven. Maar door alle kansen te benutten die er zijn. Hoe verschuiven we dan van de laagste opwekkosten naar de hoogste maatschappelijke waarde? Enkele suggesties op een rij:

  • Duurzame stroomproductie waar meervoudig grondgebruik kan of geen ander (landbouw)gebruik meer past

Nederland beschikt over voldoende geschikte ruimte voor de productie van zonnestroom. Genoemde voorbeeldlocaties zijn talrijk. Deze locaties zouden voorgetrokken moeten worden. Eenvoudig, snel en zonder kosten een vergunning verstrekken, voorrang voor ontsluiting op het landelijke elektriciteit netwerk en extra subsidie vanuit het Rijk.

  • Iedereen die participeert kan financieel meeprofiteren
  1. Inwoners van een gemeente profiteren van een grondvergoeding door de projectontwikkelaar of exploitant. Een gemeente gebruikt deze vergoeding voor nieuwe duurzame investeringen. Of de vergoeding wordt gestort in een gebied/duurzaamheidsfonds.
  2. Inwoners kunnen voordelig hun eigen zonnestroom opwekken. Inwoners die participeren en investeren, profiteren van de opbrengst van de zonnepanelen. Zij kunnen kiezen tussen de Regeling Verlaagd Tarief (Postcoderoos), een Paneelopnaam of meedoen via Crowdfunding.
  • Toename biodiversiteit

Zonneparken moeten een maximale ecologische bijdrage aan de omgeving bieden. Naast de productie van duurzame energie wordt een locatie ingezaaid met een op maat samengestelde mix van inheemse bloemen en kruiden die de lokale biodiversiteit maximaal ondersteunt. Zo ontstaat een ideale leefomgeving voor insecten, bijen en vlinders. Indien mogelijk vindt wateropslag plaats of biedt het park extra ruimte voor trekvogels.

  • Landschappelijke inpassing en recreatie

Voor maatschappelijk draagvlak is een passende ontwerp van een zonnepark essentieel. Soms vol in de spotlight. Soms weggewerkt achter een mooie beukenhaag. In overleg met omwonenden is de oplossing te vinden. Goed beleid helpt, en vormt geen keurslijf. Waar mogelijk worden ruimtes gemaakt voor recreatie en educatie.

De zon schijnt voor ons allen

We hebben in Nederland voldoende zonlicht voor ons energieverbruik. Zonnestroom is schoon, stil en kan kleinschalig opgewekt worden. Op plekken waar (bijna) niemand er last van heeft. En diverse andere voordelen geboden kunnen worden. Nu laten we zonnige kansen liggen door alleen te kijken naar de laagste opwekkosten.