Partnerbericht

Vier succesfactoren voor Nederlandse zonneparken. En wat jij daaraan kunt bijdragen

Het aandeel zon-projecten van alle aangevraagde en gehonoreerde projecten in 2016 is veruit het grootst. Maar van de 189 grote zonne-energieparken die sinds 2011 subsidie hebben aangevraagd blijken er volgens BNR Nieuwsradio slechts 20 gerealiseerd te zijn. Zonnepark Zeijen zag het daglicht wel. Uit ervaring beschrijven we vier succesfactoren om zonneparken in Nederland te realiseren. Jouw kennis en mening speelt een belangrijke rol. Overigens kun je als consument elke dag zelf je zonne-energie opwekken en direct bijdragen aan een duurzame energievoorziening in Nederland; zonder gedoe en zonder dak.

1. Kies voor klein(er) en lokaal

Als geen ander weet je wat landschappelijk de beste locaties in jouw buurt zijn, waar je het minste last zult hebben van een zonnepark en welke grond vermoedelijk geen andere functie kan vervullen. Een zonnepark past veel gemakkelijker in het landschap dan bijvoorbeeld windmolens. Een zonnepark maakt geen geluid en staat niet aan de horizon. Een zonnepark vraagt weliswaar meer oppervlakte, maar kan ‘verstopt’ worden met een heg of bomenrij. Zonneparken passen goed op plekken die voor geen ander doel gebruikt kunnen worden; bijvoorbeeld gesloten stortplaatsen, naast snelwegen of industrieterreinen. Nederland heeft ruim voldoende locaties voor zonneparken waar niemand er last van heeft. Juist tegen zonneparken van tussen de 1 tot 4 hectare oppervlak, die in combinatie met een lokaal initiatief ontplooid worden, is weinig weerstand. Lokale kennis is king.

2. Reken je niet rijk

Een tegenvallend verwacht rendement is vaak een oorzaak van het niet doorzetten van een plan voor een zonnepark. Om die zogenaamde non-realisatie tegen te gaan vraagt minister Kamp voortaan om uitgebreide haalbaarheidsstudies met financiële onderbouwing. De kosten voor realisatie bij een grondgebonden zonnepark kunnen tegenvallen door bijvoorbeeld kosten voor beveiliging, geschikt maken van de bodem, toegankelijk maken van een locatie, inpasbaarheid in de omgeving of aansluiting op het elektriciteitsnetwerk. Als de initiatiefnemer een professionele projectontwikkelaar is met externe aandeelhouders zal winstmaximalisatie vaak leidend zijn. Deze partijen starten meerdere projecten en alleen de meest winstgevende halen de eindstreep. En dan gaan te veel iets minder rendabele projecten niet door. Zonde en onnodig.

Lokale initiatieven gaan vaak uit van een laag of zelfs neutraal rendement. Daarnaast spelen andere motieven een rol, zoals het versterken van de lokale samenhang en zelfvoorziening. Een lokaal energieproject is zichtbaar, duurzaam, rebels en creëert een gevoel van trots en onafhankelijkheid.

3. Neem de tijd en werk ook aan de financiering

Om met meerdere partijen een zonnepark te realiseren moet je elkaar wel eerst leren kennen. Neem daar de tijd voor en bespreek ook de mate en wijze van lokale participatie: wie wordt de eigenaar van de fysieke installatie, welke financiële constructie wordt gekozen (postcoderoos of financiële participatie) en hoe wordt de samenwerking na de realisatie? Een goed begin is het halve werk.

Financiële argumenten zijn ook voor een lokaal initiatief soms de reden waarom een zonneparkplan niet doorgaat. Meestal ontbreekt voldoende eigen vermogen of zijn de (niet te subsidiëren) grondkosten te hoog. Een goed idee alleen is niet genoeg. Werk vanaf het begin ook aan de financiering. Wie kan en wil investeren, tegen welk bedrag? Welke externe financiers zijn in beeld en welke zekerheden vragen zij? Welke organisatievorm kies je om financiering en administratie te organiseren, in de projectfase en straks tijdens de exploitatie? En blijft dit vrijwilligerswerk of worden er vergoedingen uitgekeerd. Om scheve gezichten in de toekomst te voorkomen is het goed om ook dit soort zaken vooraf te bespreken.

4. Betrek je gemeente

Lokale initiatieven hebben baat bij een gemeente die actief is bij het inpassen van duurzame energieproductie binnen het eigen grondgebied en het faciliteren van projecten. Daar kun jij als inwoner of burger de gemeenteraad en wethouder toe oproepen. 

Veel lokale overheden laten duurzame energieproductie over aan de markt. Wat vaak betekent: afwachten. Gemeenten of samenwerkende regio’s kunnen vandaag meteen beginnen met het vertalen van de duurzaamheidsdoelstellingen van het Rijk naar het lokale niveau. Hoe groot is onze (gewenste) bijdrage aan de hernieuwbare energieproductie in Nederland? Wat betekent dit voor de ruimtelijke ordeningsplannen? Welke locaties komen in aanmerking voor duurzame energie? En van wie is die grond? En wat is de waarde? Durf te sturen op aanpassingen aan lokale behoefte, ook als de theoretische waardering gebaseerd op woningbouw of bedrijfsruimte anders blijkt te zijn dan de praktijk van een zonnepark.  Inzicht in de antwoorden op deze vragen vereenvoudigt en versnelt het traject van omgevingsvergunningen. Zo kunnen we de energietransitie in Nederland samen en van onderop versnellen.