Partnerbericht

PBI: 40 jaar geweldloze interventie in conflictgebieden

Vrede is niet alleen een tijdelijke toestand of de afwezigheid van oorlog, maar een proces. Een proces dat streeft naar een rechtsstaat, geweldloosheid, rechtvaardigheid, intercultureel respect, verdraagzaamheid en de bescherming van mensenrechten. In 1981 richtte een groep vredesactivisten Peace Brigades International (PBI) op in Canada met als doel dit proces in conflictgebieden te bevorderen. Dit jaar bestaat PBI dus precies 40 jaar! Door de jaren heen groeide PBI met meerdere kantoren en vrijwilligers over de hele wereld. Maar wat maakt PBI eigenlijk zo bijzonder? En waarom werkt deze aanpak? Je leest het hier.

Wat doet PBI?
Vanuit de ervaring dat duurzame verandering in conflictgebieden moet komen vanuit de lokale mensen zelf, is PBI’s aanpak gericht op de bescherming van mensenrechtenverdedigers die worden bedreigd. Hierbij wordt het concept van een ongewapende derde partij toegepast, gebaseerd op Mahatma Gandhi’s idee van een vreedzaam leger. Gandhi maakte zich zorgen over het geweld in India tussen verschillende religieuze groeperingen. Teams van ongewapende vrijwilligers gingen naar conflictsituaties als geweldloze, onpartijdige actoren, en maakten contact met alle betrokken groepen en hielpen bij het bemiddelen en oplossen van het conflict. Indien nodig waren de vrijwilligers bereid zichzelf in gevaar te brengen om het geweld te verminderen of te stoppen.

PBI is geworteld in deze beginselen van geen-inmenging, onpartijdigheid en geweldloosheid. Daarnaast is ook het creëren van een inclusieve en participatieve ruimte waar een dialoog tussen partijen die in conflict zijn van essentieel belang in conflictbeheersing en de weg naar duurzame vrede. PBI ondersteunt alleen mensenrechtenverdediegrs uit het maatschappelijk middenveld die op geweldloze en legale wijze werken aan een oplossing van conflicten.

Naarmate het idee van PBI zich begin jaren ’80 verspreidde, meldden zich steeds meer vrijwilligers, nam de ervaring toe en ontstond er een internationale organisatie met werkgroepen in 12 landen. Op dit moment zijn er projecten aan de gang in Colombia, Guatemala, Honduras, Kenia, Indonesië, Mexico, Nepal en voor Nicaraguaanse mensenrechtenverdedigers vanuit Costa Rica.

Hoe gaat dit precies in zijn werk?
PBI komt niet naar conflictsituaties tenzij op uitnodiging van een mensenrechtenorganisatie in het gastland. De PBI-vrijwilligers brengen hun eerste tijd in het land door met het kenbaar maken van hun aanwezigheid aan alle partijen in het conflict en aan regeringsfunctionarissen. Zij dragen hierbij herkenbare kleding met het PBI logo erop. Het voornaamste doel is het beschermen van de mensenrechtenverdedigers die met de dood worden bedreigd. Dit betekend dat PBI-vrijwilligers fysiek bij hen en soms ook familieleden zijn en worden begeleid naar een vergadering, protest, naar de markt, of waar ze dan ook toevallig ook heengaan. Mocht er alsnog een bedreiging naar de mensenrechtenverdediger komen, dan schakelt het PBI kantoor in het betreffende land het internationale PBI netwerk in waarbij veelal ook andere vrijwilligers op kantoren over de hele wereld bereid zijn om op elk moment te reageren met e-mails, brieven of social media posts om te laten weten dat de hele wereld toekijkt. Dit biedt bescherming. Andere effectieve methoden die worden gebruikt om mensenrechtenverdedigers te beschermen zijn workshops over psychosociaal welzijn en digitale veiligheid.

Werkt dit?
In de 40 jaar dat PBI dit al doet, hebben we solide bewijs verzameld dat geweldloze, onpartijdige begeleiding werkt en dat gewelddadige conflicten kunnen worden verminderd en soms opgelost door de tussenkomst van internationale geweldloze actoren. Veel van de mensenrechtenactivisten in de verschillende landen waar PBI actief is hebben hun overleven toegeschreven aan de bescherming dat werd geboden door PBI.

Al met al zijn er in deze 40 jaar veel positieve stappen gezet in de richting van de geleidelijke verwezenlijking van de mensenrechten. Echter, de voortdurende aanvallen en bedreigingen tegen mensenrechtenverdedigers, zoals de toegenomen digitale aanvallen, criminalisering en vervolging van milieuverdedigers, en de daaropvolgende vraag naar PBI’s aanwezigheid in verschillende delen van de wereld, geeft aan dat er nog een lange weg te gaan is in de strijd voor wereldwijde mensenrechten.