Partnerbericht

Onjuistheden in antwoorden Kamervragen kinderarbeid

 



De vragen, ingediend door de ChristenUnie, GroenLinks, PvdA, Partij voor de Dieren en SP, waren gericht aan staatssecretaris Bleker van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en minister Rosenthal van Buitenlandse Zaken. Aanleiding was een waarschuwing van de campagne ‘Stop kinderarbeid – School, de beste Werkplaats’ en FNV Bondgenoten over de onwil van bedrijven om de problemen in de Turkse hazelnootindustrie aan te pakken. Een eerder bericht daarover is hier te lezen.


Ketenverantwoordelijkheid
Uit de antwoorden van de bewindslieden blijkt dat zij van mening zijn dat de leden van de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI) voldoende invulling geven aan hun ketenverantwoordelijkheid. Bovendien meent het kabinet dat er, gezien het aantal betrokken productketens, de complexiteit van de individuele ketens en de door zijn omvang beperkte invloed van de Nederlandse hazelnootverwerkende industrie, beperkingen zijn ten aanzien van wat in redelijkheid van de leden van de brancheorganisatie FNLI kan worden verwacht op het vlak van de uitbanning van kinderarbeid.


Onjuistheden
Het kabinet baseert zich op verschillende onjuistheden die tot de conclusie leiden dat de leden van de FNLI al invulling geven aan hun ketenverantwoordelijkheid”, zegt Gerard Oonk van de campagne ‘Stop kinderarbeid – School, de beste Werkplaats’. “Hoe komt het kabinet er bijvoorbeeld bij dat die productieketens zo groot zijn in aantal en complexiteit? Het is zeker niet lastiger dan bijvoorbeeld de situatie in de koffie- en cacaoindustrie. Ik denk zelfs een stuk makkelijker omdat het alleen om Turkije gaat. Een land dat veel verder ontwikkeld is dan veel koffie- en cacaoproducerende landen.”


Ook wat betreft de beperkte invloed van de Nederlandse hazelnootverwerkende industrie heeft Oonk zijn vraagtekens: “Het gaat gewoon om hele grote multinationale bedrijven met enorme invloed en middelen. Natuurlijk kunnen zij niet worden gedwongen tot samenwerking, maar een gezamenlijke inzet binnen de FNLI lijkt wel logisch. Als bepaalde grote bedrijven dat willen kunnen ze bovendien ook zelf aan de slag. Dat is hard nodig, want in tegenstelling tot het kabinet zien wij dat er nog niets concreets is gebeurd.”

De antwoorden op de Kamervragen: http://www.indianet.nl/pdf/kv110426.pdf

 

 


De antwoorden op de Kamervragen: http://www.indianet.nl/pdf/kv110426.pdf