Partnerbericht

‘Niemand wil terug naar de hel die ze achterlieten’

Artsen zonder Grenzen vaart sinds mei 2015 met meerdere reddingschepen op de Middellandse Zee. Sindsdien werden er meer dan 25.000 mensen gered. De geredde vluchtelingen komen uit vele landen en hebben allemaal hun eigen, unieke verhaal. Toch hebben ze ook het nodige gemeen, waaronder de ontberingen die zij hebben moeten doorstaan in Libië.

‘Libië is een gevaarlijke plek. Er zijn veel mensen met wapens. Er wordt gemoord en ontvoerd. Toen wij in Tripoli aankwamen, werden we opgesloten in een huis met 700 anderen. Er was geen water, geen voedsel. We sliepen op elkaar. Het was vooral zwaar voor mijn dochter. Ze werd meerdere malen ziek. Ikzelf werd geslagen, met stokken en met pistolen. Als je praat, krijg je klappen. We waren daar maandenlang. Elke dag werd ik geslagen.’ Natasha*, uit Eritrea

Wanhoop uitbuiten

Libië is door conflicten en burgeroorlog zeer onrustig. De overheid probeert orde te herstellen, maar de bevolking lijdt nog dagelijks onder de aanhoudende chaos. Het land kan de stroom aan vluchtelingen op doortocht naar Europa bovendien niet aan. Mensen die het land bereiken, belanden veelal in levensgevaarlijke situaties. Artsen zonder Grenzen sprak met honderden mensen die zij redde op zee. Zonder uitzondering vertellen zij over geweld tegen vluchtelingen, door mensensmokkelaars, gewapende groepen of individuen, die allen kans zien wanhoop uit te buiten voor financieel gewin.

Vast zonder hulp

De mannen, vrouwen en kinderen die hun verhaal deden, spreken over mishandeling, verkrachting en gedwongen arbeid. Velen geven aan dat zij maandenlang zijn opgesloten onder verschrikkelijke leefomstandigheden, door criminelen, milities of door de politie in detentiecentra. Zij hadden dan geen enkele toegang tot medische zorg.

 

Ontvoeringen

Ook vinden veel ontvoeringen plaats. De vluchteling moet zichzelf dan vrijkopen of zijn familie moet dat doen. Als er echter geen geld is, worden ze aan het werk gezet totdat ze hun vrijlating met gedwongen arbeid hebben betaald. Zij moeten zwoegen op bouwterreinen of boerderijen en worden ’s nachts opgesloten in loodsen of schuren. Veel vrouwen geven aan dat zij als huisknechten moesten werken of de prostitutie in werden gedwongen.

‘We moesten werken, zonder betaling, als slaven. Ze sloegen me met een ijzeren stang. Op een gegeven moment zo erg dat ik veel bloed verloor en nauwelijks meer kon lopen. Maar ik kende een man daar die er nog veel erger aan toe was. Hij verslechterde elke dag. Hij stierf voor mijn ogen. We moesten hem ter plekke begraven. Ik sterf nog liever op zee.’ Lami, uit Senegal

Littekens

Onze medische teams zien de fysieke sporen van het geweld op de lichamen van de vluchtelingen. ‘Iemand kwam naar me toe, omdat hij veel moest hoesten,’ zegt arts Erna Rijnierse. ‘Toen hij zijn shirt omhoog deed, zag ik de littekens van de marteling die hij had ondergaan. Zo zijn er veel meer. Allemaal met verschrikkelijk verhalen.’

Verkracht

Naast de littekens zijn er ook onzichtbare gevolgen, onder meer bij veel vrouwen. ‘Bij veel vrouwen die ik zorg geef, is hun wanhoop voelbaar,’ zegt verloskundige Dominique Luypaers. ‘Ze vertellen wat ze meegemaakt hebben. Over hoe ze verkracht zijn. Over hoe ze nu ongewenst zwanger zijn.’

‘Mensen worden verkocht. Ik moest als prostituee werken en werd stelselmatig verkracht. Ze namen alles af. Ik was bijna vier maanden in Libië, in twee verschillende huizen. Iedereen had er een wapen, ook de kinderen. Een andere vrouw die vastzat, ging dood. Ze was ziek, zonder voedsel of water. Je kunt niet naar een ziekenhuis. Dan word je door anderen ontvoerd.’ Maria*, uit Kameroen

Traumatiserend

De verschrikkelijke ervaringen van de vluchtelingen zijn buitengewoon traumatiserend. Veel van de mensen die wij zorg bieden in opvangcentra in Italië, lijden aan posttraumatische stress of psychische stoornissen als gevolg van wat zij meemaakten in hun thuisland en op hun reis naar een beter, veiliger heenkomen. ‘Als we mensen redden op zee, moet ik ze vaak eerst kalmeren en duidelijk maken dat we ze niet terugbrengen naar waar ze vandaan kwamen,’ zegt cultureel bemiddelaar Ahmed Al-Rousan. ‘Niemand wil terug naar de hel die ze achterlieten.’

* Namen zijn veranderd