Partnerbericht

Minister Rosenthal moet NAVO aansporen tot actie tegen kinder- en slavenarbeid

 


Op de Kamervraag of de aantijgingen over gebruik van kinder- en slavenarbeid bij de productie van bakstenen voor de NAVO waar zijn, antwoordt de regering dat de uitvoerders met redelijke zekerheid geen kinderen in dienst hebben. “Ronduit misleidend”, stelt Gerard Oonk van de campagne ‘Stop kinderarbeid – School, de beste werkplaats’.. “Het gaat namelijk niet om de uitvoerders van de NAVO-projecten maar om de eigenaren van de baksteenfabrieken die aan hen leveren. De vraag naar slavenarbeid wordt door de regering helemaal genegeerd.”


Stop Kinderarbeid roept minister Rosenthal op om deze kwestie indringend met de NATO te bespreken en daar ook de Europese Commissie bij te betrekken. Europarlementariër Thijs Berman, voorzitter van de parlementaire delegatie voor Afghanistan, heeft de Europese Commissie inmiddels ook gevraagd de zaak uit te zoeken en actie te ondernemen.


Slavernij in Afghaanse steenbakkerijen


Op 15 maart publiceerde de New York Times (NYT) het artikel ‘In Afghan Brick Kilns, A Cycle of Debt and Servitude’[1] over de dwangarbeid die volwassenen en kinderen verrichten in de baksteenfabrieken van oostelijk Afghanistan. Zij verdienen heel weinig en kunnen niet weg tot hun schuld is afbetaald. Dat gebeurt zelden want de schuld gaat over van vader op zoon.


Volgens de directeur van een lokale vakbond werken er circa 150 tot 200 kinderen in elk van de 90 steenbakkerijen in het Surkhrod district, dus minstens 13.500 kinderen en zeker evenveel volwassenen. Sarah Crowe van Unicef in Afghanistan laat de verslaggever van de NYT weten dat ook de kinderen ‘in een situatie van bijna-slavernij’ werken. En: “Ze ademen dagelijks de rook van de steenbakkerijen in. Het leidt tot een van de hoogste sterftecijfers in het land door longontstekingen en acute ademhalingsinfecties.”


De eigenaren van de steenbakkerijen zeggen dat de bakstenen ‘routinematig’ voor reconstructieprojecten van de NAVO worden gebruikt. Een woordvoerder van de NAVO, Lt. Bashon W. Mann verklaart dat de krijgsmacht veelvuldig inspecties op bouwplaatsen heeft uitgevoerd en dat men niet wist dat men door kinderen gemaakte bouwmaterialen gebruikte.


ChistenUnie Kamerlid Joël Voordewind laat in een reactie weten: “Ik wil een harde toezegging dat de NAVO geen producten afneemt waar kinderhanden aan hebben meegewerkt. De NAVO mag niet in stand houden dat 13.500 kinderen in steenbakkerijen werken. minister Rosenthal moet dat expliciet uitsluiten, maar bovendien aandringen op bestrijding van kinderarbeid in Afghanistan.”


Mensenrechtenbeleid Rosenthal


Kinderarbeid, andere fundamentele arbeidsnormen (waaronder geen dwangarbeid), maatschappelijk verantwoord ondernemen en ketenverantwoordelijkheid zijn prioriteiten in de recente Notitie ‘Verantwoordelijk voor vrijheid: mensenrechten in het buitenlandbeleid’ van Minister Rosenthal.[2]


Mede in dat licht vindt de campagne Stop Kinderarbeid het onbegrijpelijk dat de Minister de schokkende informatie van de NYT, die wordt bevestigd door andere bronnen, niet meteen heeft aangegrepen om bij de NAVO aan te dringen op actie. Maar dat kan alsnog. Samen met bijvoorbeeld Unicef, ILO en lokale organisaties zou onmiddellijk werk gemaakt moeten worden van bestrijding en uitbanning van kinderarbeid en slavernij in de baksteenfabrieken.


Noot voor de redactie


Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met Gerard Oonk, tel. 030-2321340 of 06-51015260


Vragen van de leden Voordewind (ChristenUnie), Dikkers (PvdA), Van Bommel (SP) en Peters (GroenLinks) aan de minister van Buitenlandse Zaken over de bewering dat in Afghanistan producten met kinder- en slavenarbeid worden gebruikt in NAVO-projecten (vervolg op Kamervragen van het lid Voordewind, kenmerk 2011ZO5851).


1.        Kent u de uitspraak van de auteur van het artikel ‘In Afghan Kilns, a Cycle of Debt and Servitude’ in de New York Times in een door hem gemaakt filmpje: ‘According to kiln owners and contractors one of their top customers is NATO forces. Through local contractors NATO has purchased hundreds of thousands of bricks for construction projects’?[3]


2.        Houdt uw beantwoording dat de NAVO met redelijke zekerheid kan aangeven dat de uitvoerders geen kinderen in dienst hebben[4] ook in dat deze uitvoerders van NAVO/ISAF projecten bakstenen inkopen die zonder kinder- en slavenarbeid zijn geproduceerd? Zo ja, kunt u ons laten weten welke baksteenfabrieken vrij zijn van kinder- en slavenarbeid of daartoe zichtbare stappen ondernemen? Zo nee, hoe gaat u de NAVO/ISAF aanspreken op de ketenverantwoordelijkheid die zij in deze belangrijke kwestie heeft?


3.  Kunt u nadere informatie geven over slavenarbeid in steenfabrieken die, via uitvoerders/contractors, aan de NAVO/ISAF, leveren? Kunt u informatie geven over de inspanningen van de NAVO/ISAF om de al jaren bestaande slavenarbeid in Afghaanse steenbakkerijen[5] te bestrijden?


4.        Wat is de uitkomst geweest van het gesprek met de civiele vertegenwoordiger van de NAVO in Kabul? Heeft de civiele vertegenwoordiger hierover inmiddels ook een gesprek met de Afghaanse regering gehad en zo ja, wat is het resultaat daarvan? Gaat de Afghaanse regering dit probleem aanpakken? Is in dit gesprek ook afgesproken dat de NAVO/ISAF zich gaat inzetten, mogelijk samen met VN-organisaties als Unicef en de ILO, om kinder- en slavenarbeid in de baksteenfabrieken uit te bannen? Zo nee, waarom niet?


5.      Bent u van mening dat om kinder- en slavenarbeid te voorkomen of te bestrijden bij producten die aan de Nederlandse missie in Kunduz worden geleverd, het genoeg is om in de contracten met de uitvoerders een clausule op te nemen over kinderarbeid? Zo ja, waarop baseert u deze opvatting? Zo nee, welke andere maatregelen, waaronder inspectie, betere arbeidsvoorwaarden en rehabilitatie van de kinderen, zijn volgens u nodig om kinder- en slavenarbeid te bestrijden bij de vervaardiging van door Nederland ingekochte producten en diensten?






[1] Zie: http://www.nytimes.com/2011/03/16/world/asia/16kiln.html



[2] Zie: http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/rapporten/2011/04/05/notitie-verantwoordelijk-voor-vrijheid.html




[4] antwoorden op Kamervragen van het lid Voordewind (kenmerk 2011ZO5851)