Partnerbericht

Kernafval: Over een eeuw gaan we dweilen 

Dweilen met de kraan open. Een bekend gezegde dat van toepassing is op het Nederlandse kernafvalbeleid. Maar er is een oplossing, volgens het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat: we zetten nu de kraan verder open en in 2100 bedenken we pas hóe we gaan dweilen. 

Onlangs besprak de Tweede Kamer het Nationaal Plan Energiesysteem. Een lange termijnplan om al onze energie duurzaam te hebben in 2050. Er is een heel proces aan vooraf gegaan: experts, burgers, milieuorganisaties en het bedrijfsleven hebben input gegeven. Er kwam veel kritiek op kernenergie. Volgens de experts is kernenergie niet nodig, en veel burgers en milieuorganisaties maken zich druk over het kernafval.  

Het Ministerie heeft daar geen oren naar. Als reactie op de kernafval-zorgen, citeert het departement het huidige beleid: ‘De definitieve beslissing over eindberging wordt in 2100 genomen en is naar verwachting in 2130 operationeel.’ Dat is geen oplossing, maar het vooruitschuiven van problemen. 

Finland neemt binnenkort, als het volgens het plan gaat, een eindberging in gebruik. Ook Frankrijk, Zweden, België, Duitsland, Estland, Tsjechië en Litouwen zijn er serieus mee bezig. Nederland, daarentegen, wacht tot de volgende eeuw af – in de hoop dat er in de tussentijd een oplossing zich aandient. Daarmee is Nederland één van de weinige landen dat meer kerncentrales wil bouwen en eindberging uitstelt tot de volgende eeuw.

Ook benoemt het ministerie dat er elke tien jaar een update komt van het Nationaal Programma Radioactief Afval, wat moet volgens Europese richtlijnen. Stel je voor dat jij die ambtenaar bent die elke tien jaar hetzelfde moet opschrijven: doordat er pas in 2100 wordt besloten, is er geen urgentie om een locatie te kiezen, participatie met burgers te regelen en om een besluitvormingstraject in gang te zetten.  

Waarom beslist Nederland voor extra kerncentrales, maar neemt ze niet de verantwoordelijkheid om nu serieus te werken aan een eindberging voor kernafval? Er zijn twee belanghebbenden in deze kwestie, en hun stemmen zijn niet eerlijk verdeeld. Aan de ene kant staat de nucleaire industrie die nu belang heeft bij nieuwe kerncentrales. Aan de andere kant staan toekomstige generaties, die vooral in een veilige, schone wereld willen leven. De stem van die laatste groep wordt niet betrokken bij de discussie over extra kerncentrales in Nederland. De  besluitvorming over eindberging is pas rond 2100.

Toen de Tweede Kamer sprak over het energiesysteem van de toekomst, ging het erg kort over kernenergie: de politici lieten vluchtig vallen dat ze vooral geen zin hadden in een kernenergiediscussie. Het resultaat: kernenergie, met kernafval, is onderdeel van het ‘duurzame’ energieplan. Maar hoe duurzaam is het plan, als we het afvalprobleem doorschuiven naar de volgende eeuw? Waarom kiezen we überhaupt voor kernenergie, als we het, volgens experts, niet eens nodig hebben?  

Het is zeer terecht dat burgers zich uitspreken tegen kernenergie en het is belachelijk dat het ministerie en de Tweede Kamer die zorgen niet serieus nemen. De komende 80 jaar zetten we de radioactieve kraan veel verder open, en we weten nog niet eens hoe we moeten dweilen.