Partnerbericht

Erfgenaam in een uitdrogend Niger

Mai Lawan vertelt: "Door de droogte is er helemaal geen stro meer. De dieren, onze voornaamste bron van inkomsten, kunnen niet meer op de markt worden verkocht en ze geven geen melk meer. We moeten nu echt vechten om aan eten te komen. CARE pakte dit probleem aan door dierenvoedsel op te kopen, en dat tegen een veel lagere prijs aan ons door te verkopen. Opbrengsten van wel verkochte dieren werden gebruikt om een voorraad aan te leggen, maar het is nog steeds niet genoeg om in de behoeften te kunnen voorzien."

Terwijl Mai Lawan praat, kijk ik naar zijn zoon, Abdou, die een stukje verderop rondloopt met een stervend kalf. Ik loop naar hem toe om met hem te praten. Abdou Mai Lawan is 12 jaar, hij is de enige jongen van de vijf kinderen die Mai Lawan heeft. Al op jonge leeftijd heeft zijn vader hem daarom geleerd hoe hij om moet gaan met zijn verantwoordelijkheid voor zijn familie, maar ook voor de kudde. Net als Haouaou, zijn oudere zus die nog niet getrouwd is, heeft hij van zijn moeder geleerd hoe hij de huishoudelijke taken, zoals het zorgen voor water voor de familie moet aanpakken. Beiden hebben dus geen schoolopleiding kunnen volgen. De dichtstbijzijnde school is trouwens twintig kilometer van Sayam verwijderd.

Iedere dag om 7 uur vertrekt Abdou met de kudde die bestaat uit meer dan honderd ossen naar de weidegronden. Drie uur later neemt hij ze mee terug naar de waterput. Hij eet wat, waarna hij weer terugkeert, zittend op de rug van wat waarschijnlijk zijn beste vriend is: de stier van de kudde. Ondertussen doet hij alsof hij een trainer van de beesten is; hij laat ze rennen, springen of de andere kant oplopen met precieze gebaren en geluiden. Op die momenten denkt Abdou aan zijn toekomst. Hij ziet zichzelf, getrouwd met een prachtig meisje, uitgekozen door zijn vader. Hij stelt zich ook voor dat hij een succesvolle pastoralist wordt, met de grootste en sterkste kudde uit het hele gebied.

"Ik ben nu echt bang dat dat allemaal niet gaat gebeuren, "zegt Abdou ineens, terwijl hij liefdevol aan de staart van het kalf trekt, die aan zijn voeten de laatste adem uitblaast. "Er zijn er al twee overleden voordat de voedselvoorraad werd aangevuld. Sommige mensen hebben er zelfs meer verloren."

Nagekeken door een hongerige kudde, loopt Mai Lawan met ons mee om de nu goed gevulde opslagplaats te laten zien. Samen lopen we naar de waterput, waar Haouaou waterkannen aan het vullen is. Met een big smile, aait Abdou over de flank van zijn grote vriend, de stier. Het lijkt of hij het dier probeert duidelijk te maken dat er weer genoeg voedsel in voorraad is. Wij verlaten Mai Lawan, die strijdt om zijn vermoeide kalveren er weer bovenop te helpen en Abdou, die zich ontfermt over de dieren die het niet zullen gaan halen.

Terwijl we op weg gaan naar het volgende dorp, blijven we nadenken over de enorme behoeftes en de ernst van de situatie. We blijven de voorstellen analyseren die niet allen de problemen nu, maar ook de onderliggende oorzaken van de armoede van Mai Lawan moeten aanpakken.

Geschreven door Ibrahim Niandou (aangepast door Wim Dekker)/ foto’s: Chloe Dessemond (CARE)