Partnerbericht

Bijna de helft van de kinderen met hiv krijgt geen medicijnen

Elke 5 minuten sterft in de wereld een kind (tot 14 jaar) aan aids. Al neemt het jaarlijkse aantal sterfgevallen onder kinderen en adolescenten met hiv (tot 19 jaar) geleidelijk af, het is nog steeds het dubbele van het jaar 2000. Van de kinderen met hiv krijgt 46% geen levensreddende medicijnen, in sommige landen gaat het zelfs om 75%. Zonder behandeling overlijdt de helft van alle kinderen met hiv al voor het tweede levensjaar.

Het testen en behandelen van kinderen met hiv loopt sterk achter in vergelijking met volwassen. Dat moet en kan anders, zegt Aidsfonds in het rapport, ‘Kinderen vergeten in strijd tegen aids’, op de vooravond van Wereld Aids Dag, 1 december 2019

 

Kinderen vergeten

Het Aidsfonds heeft in 2019 in zes Afrikaanse landen (Kenia, Mozambique, Nigeria, Oeganda, Zimbabwe en Zuid-Afrika) onderzoek gedaan. Daaruit blijkt dat goede medische zorg voor baby’s en kinderen ontbreekt, waardoor kinderen te laat of helemaal niet op hiv getest worden.

Baby’s krijgen hiv van hun moeder, tijdens de zwangerschap of de borstvoeding. Vier tot zes weken na de geboorte moet een baby van een hiv-positieve moeder getest worden op hiv. Maar meestal wordt testapparatuur gebruikt met een lange wachttijd van 55 dagen tussen test en diagnose. Daardoor verdwijnen baby’s met hiv uit beeld, zo blijkt uit het onderzoek. Baby’s die thuis worden geboren van hiv-positieve moeders, worden zelden of nooit opgespoord.

De beschikbare hiv-medicijnen zijn bovendien niet op kinderen afgestemd. 40% van de kinderen met hiv in de onderzochte landen krijgt medicijnen die bedoeld zijn voor volwassenen. Het is moeilijk voor kinderen om die behandeling vol te houden: de dosis is te hoog, de pillen zijn te groot en kinderen vinden ze vies.

In de strijd tegen aids worden kinderen vergeten, concludeert het rapport van Aidsfonds, dat de farmaceutische industrie oproept om met grote spoed hiv-remmers te produceren die geschikt zijn voor kinderen.

VN afspraak

In de Verenigde Naties werd afgesproken dat kinderen met hiv voorrang zouden krijgen. In 2020 zouden er minder dan 20.000 nieuwe kinderen met hiv bijkomen. Daar zijn we, volgens de laatste cijfers van UNAIDS, met 160.000 kinderen met hiv erbij in 2018, nog heel ver vandaan.

Elke dag krijgen volgens UNAIDS wereldwijd meer dan 400 kinderen (0 tot 14 jaar) hiv. Van hen krijgt gemiddeld maar een krappe helft levensreddende medicijnen. Dat is 10 procent minder dan bij volwassenen met hiv. In sommige landen van West- en Centraal Afrika wordt zelfs driekwart van de kinderen niet bereikt.

Aidsfonds investeert in jongste generatie van Afrika

Het tijdig testen van baby’s met geschikte hiv-testapparatuur is cruciaal, het maakt het verschil tussen leven en dood.  Er is snel winst te boeken met hiv-testapparatuur die nog dezelfde dag een uitslag geeft. In zes Afrikaanse landen traint Aidsfonds daarom lokale gezondheidswerkers. Zij zorgen ervoor dat kinderen met hiv tot in de kleinste dorpen getest worden én medicijnen krijgen, zodat ze een gezonde toekomst hebben. In Kenia werden onlangs in één dag 90 kinderen getest van wie 24 positief waren en nu medicijnen nemen. Een veelbelovende aanpak zeggen UNAIDS en de Wereldgezondheidsorganisatie.