Partnerbericht

Bedrijven meer betrekken bij ontwikkelingssamenwerking

 

Op de Agriterra-nieuwjaarsreceptie was ook Ingrid de Caluwé, VVD-woordvoerder Ontwikkelingssamenwerking, aanwezig. In haar inleiding gaf ze aan dat handel veel belangrijker moet zijn in ontwikkelingssamenwerking. Samen met Nederlandse bedrijven moet verdere economische ontwikkeling in Afrika, Azië en Latijns-Amerika tot stand gebracht worden. Agriterra kan hier een wezenlijke bijdrage aan leveren.

 

Voor Ingrid de Caluwé was het woord aan Albert Jan Maat, voorzitter van  LTO Nederland en Agriterra. Hij roemde de samenwerking en verbondenheid die centraal staat binnen het werk van Agriterra. Ondernemers in Nederland werken met en voor ondernemers in landen in ontwikkeling. “Agriterra is daarin samen met LTO uniek en daar zijn we trots op. Samen met agripoolers, met coöperaties, met het agrarisch bedrijfsleven, met ondernemers en met LTO Nederland bouwt Agriterra aan een wereld waar voldoende te eten is voor iedereen. Essentieel hiervoor is dat boeren en tuinders in Afrika, Azië en Latijns Amerika als ondernemers vooruit kunnen. Agriterra laat zien dat ontwikkelingssamenwerking echte samenwerking is.”

 

Handel en ontwikkelingssamenwerking

Ingrid de Caluwé, Kamerlid voor de VVD, vertelde dat de VVD blij is met een minister voor handel en ontwikkelingssamenwerking. Handel moet een veel belangrijker aandeel hebben in de contacten met ontwikkelingslanden. Als agrarische bedrijven en ook individuele ondernemers zich inzetten om problemen in ontwikkelingslanden op te lossen, kennis over te dragen, coöperaties en bedrijven op te zetten, kunnen de betrokken landen vooruit worden geholpen. Voor de Nederlandse ondernemers is het een verrijking van hun leven, een win-win situatie dus. “Het is helemaal niet erg als we aan die handel en ons ondernemerschap ook nog iets verdienen, als het ook maar ten goede komt aan de landen waarmee wordt samengewerkt”, aldus het VVD-kamerlid. “En die landen weten heel goed wat ze nodig hebben, wat ze kunnen, wat ze willen. Dat moeten wij ze niet opleggen. Wel kunnen we samen met Nederlandse organisaties en bedrijven meer bedrijvigheid en economische ontwikkeling in ontwikkelingslanden creëren. De huidige vele regels werken echter remmend voor Nederlandse bedrijven die willen samenwerken met organisaties daar, dit moet makkelijker worden.”

 

Bezuinigingen

Volgens De Caluwé kunnen de gevolgen van de komende bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking worden beperkt door zó met nieuwe instrumenten en nieuwe fondsen te gaan werken, dat middelen effectiever worden ingezet. De Caluwé gaat zich inzetten voor een grotere betrokkenheid van het bedrijfsleven bij activiteiten in ontwikkelingslanden en minder regeldruk. Ze pleitte voor een ‘no-nonsense beleid’ in combinatie met minder regels, procedures en formaliteiten. “De inzet van Nederland blijft gericht op bedrijfsleven, landbouw en water met als doel economische ontwikkeling. Agriterra kan daar een wezenlijke rol bij spelen”, aldus de politica.

 

Vijftien jaar Agriterra

Agriterra bestaat dit jaar vijftien jaar en directeur Kees Blokland toonde zich trots op wat in die jaren bereikt is. In ontwikkelingslanden zijn nu vele boerenorganisaties op allerlei niveaus, waar Agriterra een rol bij heeft gespeeld. Vijftien jaar geleden ontstond Agriterra omdat onder andere de LTO’s wat charitatiefs wilden doen. Nu wordt ingezien dat Nederland belang heeft bij agrarische ontwikkelingssamenwerking, bijvoorbeeld bij het uitventen van hoogwaardig uitgangsmateriaal over de hele wereld en als kennisverrijking. Het bedrijfsleven kan naar zijn overtuiging een rol spelen bij kennisoverdracht, samenwerking en investeringen. Hierbij moet worden aangesloten bij de coöperatieve beweging en de georganiseerde landbouw. Blokland prijst Agriterra aan: “Willen Nederlandse bedrijven succesvol samenwerken in ontwikkelingslanden, laat ze dit dan doen met een gerenommeerde organisatie als Agriterra die bewezen heeft dit goed te kunnen en die zowel het ontwikkelingsbelang dient als dat van bedrijven.”