Beeld: Pxhere
Opinie

Het functioneren van de politie mag geen taboe zijn

Afgelopen weken bleek hoe moeilijk het is om het functioneren van de politie te bevragen. Op Sylvana Simons’ bevraging werd emotioneel, discriminerend en onprofessioneel gereageerd. Dit is gevaarlijk en een democratie onwaardig, betoogt Naomí Combrink.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
De afgelopen weken was de Amsterdamse politiek in rep en roer: naar aanleiding van een tragisch incident met de politie, waarbij agenten ruim twintig kogels afvuurden, er een schijnbaar gewapende man gedood werd en een onschuldige passant in zijn been werd geraakt, had gemeenteraadslid en Bij1-partijleider Sylvana Simons vragen voor het Amsterdamse college. Wat volgde was een politiek dieptepunt. Niet omdat, zoals vele raadsleden zeiden, Simons het had gewaagd dit onderwerp aan te snijden, maar omdat bijna de gehele raad zó sentimenteel over het onderwerp ‘politie’ deed en zó veel blijk gaf van witte fragiliteit 1 en (onbewust) racistische reflexen, dat het Simons compleet onmogelijk werd gemaakt om haar werk te doen.
De vragen die Simons in de raad wilde stellen naar aanleiding van de ongelukkige dood in handen van de politie waren redelijk informatief van aard: is men van plan de uitkomsten van het lopende onderzoek van de rijksrecherche te delen? Wordt er bij de politieopleiding aandacht aan het fenomeen suicide by cop 2 besteed? Er wordt immers vermoed dat het slachtoffer expres heeft aangestuurd op de schietpartij. Zijn daar protocollen voor? Is er een protocol voor het omgaan met nepvuurwapens (er wordt vermoed dat het slachtoffer een nepvuurwapen droeg, reden voor de politie om het vuur te openen)? Wordt dit landelijk aangekaart bij de politie? Droegen de betreffende agenten bodycams (waar de Amsterdamse politie momenteel een proef mee zou doen)? Zo ja, worden die beelden vrijgegeven?

Politica Sylvana Simons heeft goede redenen om sceptisch te zijn over de politie en diens interne onderzoeken

Voordat Simons deze vragen kon stellen moest ze echter het grootste deel van haar toegestane spreektijd besteden aan het reageren op raadsleden die stelden hoe diep ze zich moest schamen, hoe ze zich belachelijk maakte en hoe verschrikkelijk het was dat ze vragen durfde te stellen over dit tragische incident. Je zou bijna gaan denken dat Simons een debat had aangevraagd over het ontslaan of verbannen van de betreffende agenten. Maar nee. Ze wilde kritische vragen stellen over wat er was gebeurd. En had de, door haar toegegeven, onhandige keuze gemaakt om in de aanvraag van het debat al te spreken van ‘buitensporig politiegeweld’, in plaats van een onderzoekender uitgangspunt te nemen.

Geen blind vertrouwen

Er kwam veel kritiek op Simons’ timing, omdat de rijksrecherche ten tijde van het debat nog een onderzoek had lopen naar het incident. En misschien is dat terecht. Zoals de politica echter, tussen de tientallen interrupties door, probeerde uit te leggen, heeft ze goede redenen om sceptisch te zijn over de politie en diens interne onderzoeken. Ze vertegenwoordigt veel mensen van kleur en linkse activisten van alle kleuren. Veel mensen uit beide groepen zien de politie door hun persoonlijke ervaringen niet bepaald als hun beste vriend. Het is meer dan eens bewezen dat veel jongens van kleur in Nederland soms zonder goede aanleiding worden aangehouden en dat dat komt omdat de politie daar actief beleid op voert.

Veel linkse activisten hebben ervaring met politiegeweld en zijn gearresteerd of in vreemdelingendetentie gegooid wanneer ze geweldloos demonstreerden, zelfs bij zittende protesten. Soms leidt politiegeweld tot onderzoek, maar die onderzoeken zijn niet onomstreden. Het onderzoek en de rechtszaak rondom de mishandeling en dood van Mitch Henriquez in 2015 werd bijvoorbeeld bekritiseerd door externe experts. Er zijn genoeg redenen om geen blind vertrouwen te hebben in het functioneren van het OM en de politie, zeker niet wanneer het om het erkennen en bestraffen van eigen fouten gaat.

Niet alleen het functioneren van de politie, maar ook racisme bleek taboe

Er waren al met al genoeg redenen voor Simons om een debat aan te vragen naar aanleiding van een geweldsincident bij de politie. Simons leek verder helemaal niet de intentie te hebben om over etnisch profileren te discussiëren, want daar ging het bij dit incident niet over. Ze gaf dat alleen als reden waarom het belangrijk is kritisch te blijven op de politie. Maar niet alleen het functioneren van de politie, maar ook racisme bleek taboe: de andere raadsleden werden er zo ‘ongemakkelijk’ en kwaad van dat Simons dit tussendoor noemde, dat ze niet meer in staat waren om rustig in discussie te gaan. De witte fragiliteit nam het hier over. En zo bewezen ze Toni Morrisons observatie dat racisme vaak functioneert in de vorm van afleiding: mensen van kleur zijn doorgaans zo veel tijd kwijt met het uitleggen of bewijzen van racisme, dat ze aan weinig anders toekomen.

Emoties erbuiten laten

Dat Sylvana Simons hier haar werk niet kon doen is heel kwalijk. Niet alleen vanwege het (onbewuste) racisme ervan (dat ronduit onacceptabel was), maar ook omdat het van uiterst belang is dat we altijd kunnen praten over het functioneren van de politie. De politie heeft in Nederland (samen met het leger) het geweldsmonopolie en agenten hebben daarmee veel meer macht dan anderen. Met die macht moet ook verantwoording naar het volk toe komen, te allen tijde. Op het moment dat kritische vragen over het functioneren van de politie gecensureerd worden, wordt aan de basis van de democratie getornd.
In dit geval werden kritische vragen onmogelijk gemaakt doordat bijna de gehele raad én de burgemeester op emotionele toon solidariteit uitten aan twee individuele agenten. Burgemeester Halsema had het over ‘trots’, SP-raadslid Nicole Temmink over ‘de gevoelens van de politieagenten’ en VVD-raadslid Eric van den Burgh over ‘dankbaarheid’ die hij op zijn plek vond vanwege de politiebescherming die Simons eerder persoonlijk nodig had (een staaltje giftige retoriek die Hassnae Bouazza al ontmantelde).

Sentimentaliteit rond de politie voedt een cultuur waarin kritische vragen als landverraad worden beschouwd

Het functioneren van de politie moet altijd bespreekbaar blijven. De gevoelens van twee politieagenten, hoe naar en wellicht traumatiserend hun ervaring ook was, moeten geen rol spelen in de evaluatie van hun professionele handelen. Vragen over wat er precies gebeurd is wanneer er een dode valt en er een onschuldige passant wordt geraakt zouden niet controversieel moeten zijn. En als het geen ideaal moment voor de betreffende vragen is, dan is het afwijzen van dat debat nog steeds geen moment voor emotionele uitingen van trouw aan de politie. Sentimentaliteit met betrekking tot politie voedt een cultuur waarin kritische vragen stellen wordt beschouwd als landverraad. Mensen het zwijgen opleggen die vragen hebben over het gebruik van geweld door de staat vormt het startpunt van een hele gevaarlijke situatie.

Een vrije vrouw, maar dan wel gehoorzaam

Vaker verdacht en vervolgd, zwaarder gestraft

  1. De term ‘witte fragiliteit’ – van white fragility – wordt gebruikt om het ongemak en de vaak defensieve houding van witte mensen te omschrijven, wanneer ze geconfronteerd worden met informatie over raciale ongelijkheid en onrechtvaardigheid. ↩︎
  2. Wanneer een persoon zich doelbewust door de politie laat doodschieten, wordt dat ‘suicide by cop’ genoemd. ↩︎

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons