Ellen Couvret en Johannes Calvijn, aartsvader van de Hugenoten, in het Franse Orléans
Achtergrond

Iedereen migrant: de Hugenoten

Waarom noemen we alleen Turkse, Marokkaanse of Caribische Nederlanders ‘migrant’? Want 98 procent van de Nederlanders heeft buitenlandse voorouders; het gevolg van vijf eeuwen migratie. OneWorld portretteert vergeten migranten. Deel 1: de Hugenoten.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Vervolgd in Frankrijk vanwege het protestantse geloof en uitgeweken naar Nederland: dat is het verhaal van de Hugenoten, die eind zeventiende eeuw met tienduizenden tegelijk naar ons land kwamen. OneWorld sprak met Ellen Couvret, nazaat van Hugenoot Paul Couvret en hevig geïnteresseerd in haar familiegeschiedenis.

Verslaving geboren

Het begon allemaal met het argeloos intypen van haar eigen naam in een zoekmachine, in de begindagen van het internet. Prompt kwamen de eerste stambomen naar boven, en even later was een verslaving geboren. Die bracht Couvret – gepensioneerd NIPO-onderzoeker – recentelijk naar de geboortegrond van ‘stamvader’ Paul Couvret: de omgeving van het Franse Orléans. Inmiddels heeft ze als overtuigd atheïst zelfs een grote interesse ontwikkeld voor religie en geloofsstrijd.

Wie was Paul Couvret? “Een oudoom van mij was na de oorlog in het Rotterdamse gemeentearchief al gestuit op ene Paul Couvret ‘uit Orléans’, in Nederland aangekomen in 1698, en getrouwd met Anne Valette. Hun vier kinderen waren gedoopt in Delft en Kaap de Goede Hoop, Zuid-Afrika. Ik ben vervolgens in het leven van de Couvrets in Frankrijk gedoken, en in de VOC-archieven voor de Zuid-Afrikaanse periode.”

Eerste afzweringen na het afschaffen van de godsdienstvrijheid, in het register van de katholieke kerk in Terminiers.
OneWorld onderzoekt: iedereen migrant
In het debat over de multiculturele samenleving valt vaak het begrip ‘Nederlandse identiteit’, waar nieuwkomers zich naar zouden moeten voegen. Maar die onveranderlijke Nederlandse identiteit, zoals  historici als  Leo Lucassen en Lex Heerma van Voss betogen, bestaat niet. Juist invloeden van buiten en de voortdurende immigratie hebben ons gevormd. Maar liefst 98 procent van de Nederlanders heeft buitenlandse voorouders. OneWorld licht in deze reeks vijf migrantengroepen uit, van 1700 tot nu, en bespreekt aan de hand van een individuele familiegeschiedenis achtereenvolgens de Hugenoten, Joden, Molukkers, Italianen en Chinezen.
De Franse jaren moeten verschrikkelijk zijn geweest, concludeert Ellen Couvret. Zonnekoning Lodewijk XIV drukte het protestantisme (in Frankrijk vooral: calvinisme) met harde hand de kop in. Het Edict van Nantes uit 1598 garandeerde godsdienstvrijheid, maar die werd steeds meer ingeperkt. Berucht waren Lodewijks dragonnades: het inkwartieren van dragonders (infanteristen) bij Hugenoten thuis. Zij verkrachtten en martelden hen net zolang tot de protestanten hun geloof afzwoeren. Toen Lodewijk XIV het Edict terugtrok en de vervolging bruter werd, vluchtten honderdduizenden Hugenoten naar naburige protestantse landen. Niemand mocht nog protestant zijn. “Alle parochieboeken uit de buurt van Orléans zijn online gezet, daarin kon je zien wie zijn geloof had afgezworen. Veel Couvrets deden dat in de katholieke kerk van Terminiers, ontdekte ik, zo’n 30 kilometer van Orléans.”
Wie waren de Hugenoten?
Franse calvinisten werden Hugenoten genoemd, aanvankelijk als scheldnaam door de katholieken; later als geuzennaam  door calvinisten. Frankrijk kende een geschiedenis van religieuze twisten, met als dieptepunt de Bartholomeusnacht van 1572, waarbij zo’n tienduizend Hugenoten werden omgebracht. Na de herroeping van het Edict van Nantes ving Nederland zo’n 70.000 Hugenoten op. In Amsterdam was in 1700 6 procent van de bevolking Frans – zo’n twaalfduizend mensen. Hugenoten verenigden zich in de Waalse Kerk, die eerder was opgericht voor vluchtelingen uit de Zuidelijke Nederlanden. In Frankrijk konden de overgebleven en ondergedoken Hugenoten pas vanaf 1787 openlijk hun geloof belijden.
Lang bleef Paul Couvret niet in Rotterdam, nadat hij daar in 1698 naartoe was gekomen. Ellen Couvret: “De VOC had kolonisten nodig om producten te leveren die ze in het Oosten konden verhandelen. Hugenoten waren in trek omdat ze wijn konden maken. Met enige dwang werden ze tot 1690 naar Zuid-Afrika verscheept. Paul Couvret, die schoen- en wijnmaker was, ging later, vrijwillig.”

Afgedwongen integratie

Mijn voorvader was een geletterd man die niet met zich liet sollen

Integratie werd in de Kaapkolonie afgedwongen: de Hugenoten mochten er vanaf 1702 geen kerkdiensten in de eigen taal meer houden. Ook om andere redenen was het geen makkelijke tijd. “Ik vond een klaagschrift aan de Heren Zeventien, het bestuur van de VOC, waarin Paul samen met een aantal Boeren zijn beklag deed over gouverneur Willem Adriaan van der Stel. Hij had een eigen landgoed met flink wat slaven. En hij zorgde ervoor dat de VOC de producten daarvan als eerste afnam, waarbij hij dus de Boeren benadeelde.”

Het klaagschrift had succes: Van der Stel werd teruggeroepen naar Nederland. Maar niet veel later besloot Paul Couvret zelf terug te keren naar Europa. Over zijn beweegredenen tast Ellen in het duister. “Dat kan ik niet uit de documenten halen. Maar het feit dat hij in opstand kwam tegen het gezag, zegt wel wat. Hij was een geletterd man die niet met zich liet sollen.”

Migratie in het bloed

In 1712 keert het gezin, vijf mens sterk inmiddels, terug. Dan valt er een gat tot 1724, wanneer de eerste van de vier kinderen gaat trouwen. Moeder Anne Valette is inmiddels weduwe. “Ik weet niet wat er in de tussentijd is gebeurd. In een boek is sprake van een Paul Couvret die in het Chateau de Saumur gevangen werd gehouden, maar ik weet niet of dat mijn voorvader is. Het lijkt heel vreemd dat hij zelf naar Frankrijk zou zijn gegaan, terwijl hij wist hoe gevaarlijk dat was.”

De integratie van de Couvrets verliep op het oog tamelijk gladjes. Hugenoten waren vaak geletterd, hardwerkend en redelijk welvarend. Nederlanders bezochten de Waalse Kerk en vonden het chique om Frans te spreken. Paul Couvrets kinderen trouwden al snel met Nederlanders en werkten zich op in de gildes. In de hoofdlijn werd de stamvader geëerd: elke stamhouder tot aan de dag van vandaag draagt de naam Paul. Het migreren zit hen in het bloed. De hoofdtak woont sinds de Tweede Wereldoorlog in Australië.

Voor Ellen Couvret blijven er, naast Pauls mogelijke gevangenschap, nog andere ontbrekende puzzelstukjes. “Ik ben benieuwd naar Pauls ouders. En ik weet dat hij eerder getrouwd is geweest, en zijn eerste vrouw vermoedelijk vroeg is overleden. Maar daar ontbreken ook data van.”

Uiteindelijk, zegt ze, is haar speurwerk misschien ook een zoektocht naar haar vader. Ellens ouders scheidden toen ze drie was, en toen ze hem op haar achttiende wilde ontmoeten, overleed hij. “Dat geeft me een dubbel gevoel bij het wroeten in de geschiedenis van de Couvrets, bij wie ik nooit echt heb gehoord.”

Belangstelling voor de geschiedenis

Veel angst voor het vreemde is terug te voeren op onwetendheid. Ik zou willen dat mensen meer belangstelling hebben voor de Nederlandse geschiedenis

Migratie blijft een rode draad in haar familiegeschiedenis. Van moederszijde komt Ellen Couvret ook in de koloniale geschiedenis terecht, maar dan in Nederlands-Indië. Het kleurt haar visie op hedendaagse migratie en de onrust die erdoor wordt veroorzaakt. “Veel angst voor het vreemde is terug te voeren op onwetendheid. Ik zou willen dat mensen meer belangstelling hebben voor de Nederlandse geschiedenis, en onze traditie van ruimdenkendheid en tolerantie.”

Angst dat de islam vreedzaam samenleven in de weg staat, koestert Couvret niet. Ze heeft op religieus gebied alleen een onwillekeurige afkeer van het katholicisme, dat haar voorvaderen van hun geboortegrond verjoeg. Op haar recente reis dwaalde ze door het kleinschalige landschap van de regio Beauce waar de Couvrets vandaan kwamen. Zo belandde ze bij de temple, de kerk, van het dorpje Bazoches-en-Dunois, waar de Hugenoten van heinde en verre samenkwamen. Totdat het Edict van Nantes dat onmogelijk maakte.

De katholieke kerk van Terminiers
Wat de protestanten overkwam, was ook in het licht van die dagen verschrikkelijk, schrijft ze in het boek dat ze over haar zoektocht maakte. “Het Vaticaan heeft mij altijd koude rillingen bezorgd. De macht, het geld, de pracht en praal, het afkopen van zonden voor een plek in de hemel, ik kan er niets mee. Dan lijken de protestanten in al hun soberheid veel intelligenter, oprecht en dapper. Maar ik geef toe dat ik het romantiseer en geneigd ben meer om de underdogs te geven. Bovendien ben ik een Couvret.”

Door nieuwe ogen

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons