Deel 4: Kansloze aangiftes

Ook mannen worden uitgebuit in de seksindustrie. En dat gebeurt heel wat vaker dan we denken, maakte de Nationaal Rapporteur Mensenhandel eind september bekend. In deze serie lees je het verhaal van Gabriël uit Liberia. In deel 4 gaat de politie met zijn aanwijzingen op zoek naar Martin.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Wat hiervoor kwam

In 2012 doet Gabriël aangifte van mensenhandel en vertelt in detail wat er in Martins huis is gebeurd. Het contact met de politie ervaart Gabriël als pijnlijk en kwetsend. Hij voelt zich niet serieus genomen. Zolang de politie zijn zaak onderzoekt heeft Gabriël recht op een tijdelijke verblijfsvergunning. Hij werkt en volgt opleidingen. Hij bloeit op.

 

 

Martins woning zag er van buiten normaal uit, had Gabriël de politie verteld, met rode dakpannen en een voortuintje. Veel meer kon hij niet vertellen over de plek waar hij tweeëneenhalf jaar lang was vastgehouden. Hij was maar een keer buiten geweest, toen hij met Martin mee moest om boodschappen te doen. Hij wist nog wel het nummer van de bus waar hij na zijn ontsnapping was ingestapt: lijn 33, van Amsterdam-Noord naar Centraal Station. Het was een lange bus geweest. En voordat hij op het station aankwam, was hij door een donkere tunnel gereden.

“Meestal is iemand na drie rondjes totaal de weg kwijt.”

Een ‘kansloze aangifte’, noemt het OM zo’n verklaring met amper opsporingsindicaties. “Slachtoffers mensenhandel weten vaak alleen een voornaam en hebben geen idee waar ze vastgehouden zijn”, vertelt Carla Keegel, zorgcoördinator slachtoffers mensenhandel in Utrecht. Buitenlandse slachtoffers zijn meestal onbekend met de taal, de straatnamen en de topografie. “Voor ons is het zoeken naar een speld in een hooiberg”, zegt tactisch rechercheur Ransdorp, die gespecialiseerd is in mensenhandel. “We lopen of rijden soms rond met een slachtoffer en vragen of hij de woning kan aanwijzen. Maar meestal is iemand na drie rondjes totaal de weg kwijt.”

De handel in mannen

Behalve weinig gedetailleerd kunnen verklaringen van mensenhandel en seksuele uitbuiting soms zelfs tegenstrijdig zijn. Slachtoffers zijn vaak psychisch beschadigd, wat tot vermijding en geheugenverlies kan leiden. Door dissociatie en schaamte ontwijken zij onbewust specifieke herinneringen.

Dit alles maakt dat er voor de politie soms bar weinig aanknopingspunten zijn om daders op te sporen. Maar liefst 89 procent van de onderzoeken naar mensenhandel van West-Afrikaanse slachtoffers wordt geseponeerd. In driekwart van de gevallen vormt het gebrek aan opsporingsindicaties de reden om het onderzoek te sluiten. Soms is de politie wel heel snel klaar: in een derde van de gevallen wordt de zaak al binnen een maand geseponeerd.

Mevrouw Gabriël

Bij Gabriël duurt het een half jaar. In februari 2013 ontvangt hij een brief van de politie. Per abuis spreken ze hem hierin aan als mevrouw, een pijnlijke fout die ook zijn eigen advocaat wel eens maakt in hun correspondentie. Zijn zaak is geseponeerd. Met de informatie die Gabriël de politie kon geven, hebben ze Martin niet kunnen vinden. Vanwege onvoldoende aanknopingspunten wordt het onderzoek stopgezet.
Omdat het politieonderzoek stopt, loopt voor Gabriël ook de B8-regeling af, het tijdelijk verblijfsrecht voor slachtoffers van mensenhandel. Want als de politie de mensenhandelaar niet kan vinden, hebben buitenlandse slachtoffers in Nederland geen recht meer op een tijdelijke verblijfsvergunning.

 

Weer afgewezen

De laatste strohalm voor Gabriël is een aanvraag om vanwege humanitaire redenen in Nederland te mogen blijven. In juli 2013 gaat die de deur uit. In afwachting van de beslissing mag hij blijven werken en behoudt hij het recht op een ziektekostenverzekering, uitkering en toeslagen.
Een buitenlands slachtoffer van mensenhandel heeft onder bepaalde voorwaarden recht op legaal verblijf in Nederland. Welke weg moet hij daarvoor doorlopen?
Maar ook zijn aanvraag om om humanitaire redenen in Nederland te mogen blijven wordt na een paar maanden afgewezen. Het oordeel van de IND: het is niet aannemelijk dat Gabriël slachtoffer is geworden van seksuele uitbuiting. Het is niet plausibel dat hij tijdens zijn gevangenschap geen enkel besef had van zijn leefomgeving en niet wist in welke straat hij werd vastgehouden. Het is evenmin plausibel dat hij kon ontsnappen omdat Martin op een dag niet alleen vergat hem te drogeren voordat hij de deur uitging, maar ook vergat de keukendeur af te sluiten. De IND vindt het tot slot ‘vreemd’ dat hij in zijn contacten met hulpverleners jarenlang niets heeft verteld over wat hem is overkomen.

Gabriël is er kapot van. Waarom geloven ze hem niet?

“Voor de IND is mensenhandel pas aannemelijk gemaakt wanneer er een dader veroordeeld is.”

“Voor de IND is mensenhandel alleen aannemelijk gemaakt wanneer er een dader veroordeeld is”, legt zorgcoördinator Carla Keegel ons uit, zoals ze dat al zo vaak aan verbouwereerde cliënten heeft moeten uitleggen. En pas dan is iemand voor de IND een ‘echt’ slachtoffer. “Maar dat gebeurt zelden: het komt haast nooit tot een strafzaak. De meeste onderzoeken worden geseponeerd.”

Aanzuigende werking

Een permanente verblijfsvergunning voor slachtoffers van mensenhandel wordt door de IND alleen toegekend als de strafzaak tot een veroordeling heeft geleid of meer dan drie jaar heeft geduurd. Een uitzondering kan gemaakt worden op grond van bijzondere individuele omstandigheden. Gabriël woont op dat moment al zestien jaar in Nederland en kampt met een ernstig trauma door alles wat hij heeft meegemaakt. Ook kwam hij als minderjarig jongetje alleen naar Nederland, en miste hij op een haar na de boot voor het Generaal Pardon omdat hij in die tijd geprostitueerd werd in Martins huis. Maar dit alles vindt de IND onvoldoende reden om voor Gabriël een uitzondering te maken en hem een verblijfsvergunning te geven. En met die conclusie is hij opnieuw een ‘illegale vreemdeling’ in Nederland.
“De kans op een permanente verblijfsvergunning na de B8-regeling voor slachtoffers mensenhandel is minimaal”, zegt Linda Pool, zorgcoördinator voor slachtoffers van mensenhandel bij Fier. “De beoordeling is ook steeds strenger geworden. De afgelopen vijf jaar is het maar een heel klein aantal gelukt om aansluitend een verblijfsvergunning op grond van slachtofferschap te krijgen.” Bij de West-Afrikaanse slachtoffers van mensenhandel (mannen en vrouwen) gaat het om zes procent. Dat is zo laag, dat aangifte doen nauwelijks loont.

Zorgcoördinator Keegel heeft wel een vermoeden waarom de IND zo terughoudend is met het verlenen van een verblijfsvergunning. “Het lijkt erop dat ze bang zijn voor een aanzuigende werking, als ze de regeling toegankelijker maken.”

‘Liegerianen’

Regelmatig zingen verhalen over misbruik van de B8-regeling rond onder agenten en hulpverleners. Volgens insiders wordt er bijvoorbeeld gesproken over ‘liegerianen’ in plaats van Nigerianen. Bart Soels werkt zeven jaar als specialist mensenhandel bij de Amsterdamse politie. In die periode nam hij meerdere aangiftes op van mannelijke slachtoffers van seksuele uitbuiting. De term liegerianen zegt hij niet te kennen. “Maar ik ben ervan overtuigd dat er misbruik van de B8 gemaakt wordt. Je weet het alleen nooit zeker, we gaan er dus altijd van uit dat het verhaal waar is. Ik heb maar één keer een aangifte gehad waarvan we echt konden verifiëren dat die vals was.”

“Ik ben ervan overtuigd dat er misbruik van de B8 gemaakt wordt. Je weet het alleen nooit zeker.”

Vanwege de hardnekkige geruchten liet het Ministerie van Veiligheid en Justitie in 2013 onderzoeken of misbruik van de B8-regeling aangetoond kan worden. Nee, luidde de conclusie van onderzoeksbureau Regioplan. Met slechts twee bewezen valse aangiftes in drie jaar tijd is het niet mogelijk om dergelijke harde uitspraken te doen.

Wellicht moet er eerder gevreesd worden voor het omgekeerde. Juist de groep voor wie de B8-regeling in het leven is geroepen, laat deze regeling vaak links liggen en durft geen aangifte te doen. Frank Noteboom, hoofd van het Centrum Mensenhandel Kinderhandel, is daar bezorgd over. “Uit eerder onderzoek blijkt dat van de groep West-Afrikaanse slachtoffers van mensenhandel meer dan de helft in eerste instantie niet kiest voor de verblijfsprocedure mensenhandel, maar in plaats daarvan voor een reguliere asielprocedure. Hierdoor lopen slachtoffers de specifieke hulp en bescherming mis die ze nodig hebben en blijven daders buiten schot. Hier moet echt verandering in komen.”

 

Nederland bungelt onderaan met aantal veroordelingen

Frank Noteboom concludeert in een onderzoek van het CKM dat “… de huidige verblijfsregeling zowel op papier als in de praktijk niet leidt tot het succesvol opsporen en vervolgen van mensenhandelaren op basis van aangiften van West-Afrikaanse slachtoffers. Ook wordt niet tot nauwelijks langdurige verblijfsrechtelijke bescherming (voortgezet verblijf) verleend op basis van de opsporing en vervolging. Dat in Nederland weinig tot geen mensenhandelaren worden vervolgd op basis van aangiften of verklaringen van West-Afrikaanse slachtoffers is tegen de Europese achtergrond opmerkelijk te noemen.”

Het rapport haalt cijfers van Eurostat aan, waaruit blijkt dat de meeste verdachte mensenhandelaren die niet EU-onderdaan zijn, uit Nigeria komen. Tussen 2010 en 2012 werden in Italië 142 mensenhandelaren uit Nigeria vervolgd. Frankrijk vervolgde 83 Nigeriaanse mensenhandelaren en België 21. En Nederland? In diezelfde periode vervolgde Nederland 4 Nigeriaanse mensenhandelaren. Volgens Noteboom kampt de politie met een enorm capaciteitstekort waardoor niet genoeg wordt geïnvesteerd in het opsporen van de daders.

 

Catch 22

Zorgcoördinator Pool twijfelt zelf regelmatig of ze slachtoffers zal adviseren om aangifte van mensenhandel te doen. “Veel advocaten zeggen nu: start maar liever een gewone asielprocedure, die is kansrijker. Pas wanneer die is afgewezen, komt de B8-regeling weer in zicht. Maar als er al opsporingsindicaties waren, zijn die tegen die tijd allang weg, en heeft de politie nog minder aanwijzingen om op te rechercheren.”

Door de afnemende bereidheid van slachtoffers om aangifte te doen, verdwijnt mensenhandel nog verder uit het zicht.

Door de afnemende bereidheid van slachtoffers om aangifte te doen, verdwijnt mensenhandel nog verder uit het zicht. En daarmee ook de groep mannelijke slachtoffers, terwijl het al zo moeilijk is om hen in beeld te krijgen. Ondertussen gaan de daders vrijuit, en belanden buitenlandse slachtoffers ten tweede male in de illegaliteit, waardoor ze opnieuw kwetsbaar zijn voor uitbuiting. Extra kwetsbaar zelfs, na alles wat ze hebben meegemaakt: slachtoffers van seksueel misbruik lopen sowieso een verhoogd risico om in hun leven opnieuw slachtoffer te worden.

Zonder verblijfsvergunning hebben slachtoffers geen recht meer op opvang en zorg. Tegelijkertijd kan het uitblijven van een verblijfsvergunning hun psychische klachten verergeren. “Een verblijfsvergunning is de grootst mogelijke erkenning van wat iemand is overkomen”, vertelt klinisch psycholoog Elsbeth Kors van het Instituut voor Mensenrechten en Medisch Onderzoek (IMMO). “De kans op herbeleving en hertraumatisering is groter wanneer de uitkomst van een asielprocedure negatief is.”

Schuldig

In plaats van erkenning wacht Gabriël nog meer slecht nieuws. Zijn aanvraag voor verlengd verblijf wordt met terugwerkende kracht afgewezen. Dat betekent dat hij achteraf gezien illegaal in Nederland heeft gewoond sinds hij onder de B8-regeling viel. De toeslagen die hij in die periode heeft ontvangen, moet hij terugbetalen. Hierdoor heeft hij van de ene op de andere dag een schuld van enkele duizenden euro. “Dit gebeurt heel vaak met slachtoffers van mensenhandel”, vertelt advocaat Jeanette Kruseman. Ze kan zich er vreselijk kwaad om maken. “Dit kan de wetgever toch nooit zo bedoeld hebben? Eerst een slachtoffer steunen in zijn meest basale levensonderhoud, en die steun dan vervolgens weer terug eisen?”

“Dit kan de wetgever toch nooit zo bedoeld hebben?“

Ondanks de vele procedures die zij en enkele collega’s hierover hebben gevoerd, is er geen oplossing in zicht. Mocht Gabriël ooit zijn felbegeerde verblijfsvergunning krijgen, dan betekent het dat hij zijn nieuwe leven in Nederland met een torenhoge schuld begint. Maar voorlopig hoeft hij zich daar niet druk over te maken, hij staat nu toch nergens geregistreerd. Nadat Gabriël ondanks zijn angst en schaamte toch besloot aangifte te doen, is hij nu weer terug bij af. Hij verdwijnt opnieuw in de illegaliteit, verslagen en vernederd.

Deel 5: Een knuffel mee naar bed

Deze serie is tot stand gekomen met financiële steun van Wijdoenmee.nu en het Matchingfonds van de Coöperatie.

Om privacyredenen gebruiken we in dit artikel niet de echte namen van Gabriël en Martin.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons