Inbugeringstraining voor Eritreërs van Stichting Lemat. Beeld: Geert Job Sevink

Oudkomers helpen nieuwkomers

Tegen de tijd dat de Eritrees-Nederlandse moeder Zewdi Fesahazion en dochter Milka Yemane hun verblijfsvergunning kregen, waren ze oudkomers. Daarom helpen ze Eritrese nieuwkomers met inburgeren.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
“Wie heeft er naar het songfestival gekeken?” Daniël Habtab (48) kijkt het klaslokaal rond. Hij krijgt louter glazige blikken als antwoord op zijn vraag. “Het Eurovisiesongfestival, kennen jullie dat niet?” Het zegt de vijftien Eritrese nieuwkomers tegenover hem niks. Zijn collega-trainer Zewdi Fesahazion (59) neemt het over in het Tigrinya, de hoofdtaal in Eritrea. Ze legt de groep uit hoe de jaarlijkse zang- en verkleedhysterie in elkaar zit.  “Dus morgen kijken naar de finale, hè?”, vervolgt vrijwilliger Habtab, die normaal freelancetolk is, in  het Nederlands. “Nederland doet ook mee, met Waylon. Het is heel leuk.”

Zwemles

De één noteert de opdracht ijverig, een ander kijkt uit het raam naar spelende kinderen bij het naburige kinderdagverblijf.  “En wie heeft naar het nieuws gekeken, zoals we jullie hadden gevraagd?” Eén hand schiet omhoog om te vertellen over de dijkdoorbraak in Kenia en de doden als gevolg. “Ik was echt verdrietig”, zegt de springerige Luwam Kesete (22) daarover. De jonge vrouw met enorme bos krullen is nieuw in de groep, maar zeer aanwezig en niet bang om Nederlands te spreken, zoals sommige anderen die beschaamd hun hand voor hun mond doen als ze iets moeten zeggen. Merhawit Yewhans (30), een stoere dame met rode afro, heeft daar geen last van. Ze vertelt dat ze “naar de zee” is geweest. “Heel mooi. Maar zorg je wel dat je zwemlessen volgt?”, waarschuwt Habtab. “Er is hier overal water. Onlangs is er weer een Eritreeër verdronken, dus vraag zwemlessen aan via je contactpersoon bij de gemeente.”
Elke vrijdagochtend komen deze nieuwkomers samen in een voormalig schoolgebouw aan de rand van het Groningse dorp Winsum. In een oer-Hollandse omgeving van vooral weilanden, sloten en eeuwenoude kerken krijgen de Eritreeërs, die twee tot drie jaar in Nederland zijn, van Stichting Lemat hier een ’empowermenttraining’. “Je zou het kunnen samenvatten als het versterken van sociale vaardigheden”, legt Milka Yemane (32) aan de telefoon uit.  Drie jaar geleden richtte ze met haar moeder, trainer Zewdi Fesahazion, Lemat op. “Toen ik na een studie Politicologie in New York in 2014 terugkwam, begon de vluchtelingencrisis te groeien.” Yemane kwam te werken bij het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers (COA) en op het Italiaanse eiland  Lampedusa, waar veel Afrikaanse migranten Europa binnenkomen.

Ze legt in het Tigrinya uit wat het Eurovisiesiongfestival is

Computer

In Nederland zag ze dat de specifieke behoeften van Eritreeërs over het hoofd werden gezien bij hun inburgering. “Gemeenten en organisaties gaan uit van een bepaalde startpositie. Maar je kunt van mensen die nooit met een computer hebben gewerkt niet vragen of ze een toets digitaal maken of dat ze via e-mail met je communiceren. Veel Eritreeërs komen van het platteland, zijn laaggeletterd en niet gewend aan een gedigitaliseerde samenleving. En Eritreeërs zeggen wel eens ‘ja’ als ze iets niet hebben begrepen.”

Je kunt van mensen die nooit met een computer hebben gewerkt niet vragen of ze een toets digitaal maken

Inbugeringstraining voor Eritreërs van Stichting Lemat. Beeld: Geert Job Sevink

Kloof

Door die culturele kloof met Nederland, het  trauma dat ze door onderdrukking in het autocratische Eritrea en hun vlucht opliepen, en de negatieve berichtgeving rond Eritreese nieuwkomers in  Nederland, blijven zij achter in hun integratieproces. Yemane: “Wij vonden dat we daar, als experts en als landgenoten, iets aan moesten doen. Ook omdat de meeste leuke en hippe initiatieven rond vluchtelingen zich veelal richten op Syrische nieuwkomers. Want van hen bestaat het beeld dat ze hoger opgeleid zijn en dus dichter bij de Nederlandse maatschappij staan.”

Assertief

Hippe initiatieven rond vluchtelingen richten zich vooral op Syrische nieuwkomers omdat zij hoger opgeleid zouden zijn

Stichting Lemat -‘opbloeien’ in het Tigrinya – is een voorbeeld van ‘voor Eritreeërs, door Eritreeërs.’ Maar ‘versterken van sociale vaardigheden’, hoe doe je dat? “We richten ons op het overbruggen van culturele verschillen, het uitleggen van de Nederlandse context en het onderzoeken van de behoeften van de deelnemers. Dat onderzoek is nodig zodat ze durven te zeggen wat ze willen. Dat soort assertiviteit heb je nodig in Nederland. Maar in Eritrea waren ze dat niet gewend. Ook nadenken over jezelf en daarin vrij zijn, was daar geen gewoonte. Maar wij willen juist ingaan op wat zij nodig hebben. Met de Nederlandse context bedoel ik: niet alleen zeggen dat ze op tijd moeten komen, maar uitleggen dat deze hele samenleving draait om de klok omdat iedereen heel druk is.

Rollenspel

Inbugeringstraining voor Eritreërs van Stichting Lemat. Merhawit werkt in kringloopwinkel Goud Goed. Beeld: Geert Job Sevink
Op de culturele verschillen in de omgang, zoals elkaar aankijken en een hand geven, trainen wij met rollenspellen zoals ze in Eritrea gewend waren. Daar wordt kennis niet enkel theoretisch overgedragen, via boeken, maar vaak via theater.”

Trainers Habtab en Fesahazion vragen de deelnemers in Winsum om groepjes te vormen en te oefenen hoe ze bij een bedrijf om vrijwilligerswerk vragen. “Hallo met Mary”, zo stelt Merhawit Yewhans zich zelfverzekerd met een ferme handdruk voor aan haar fictieve werkgever. “Ik wil vrijwilligerswerk doen in de winkel, met de kassa.” Deelnemer Tsega Teamrat, die de werkgever speelt, wil weten of Yewhans  ‘ervaring’ heeft. Ze zegt dat ze nu al werkt in een kringloopwinkel en graag met de kassa wil leren omgaan. Teamrat zegt te zullen nadenken of ze werk heeft.

In Eritrea wordt kennis niet enkel theoretisch overgedragen, maar vaak via theater

Yewhans neemt daarmee geen genoegen: “Wanneer belt u?” Teamrat kijkt in haar agenda en noemt een datum. Yewhans wenst haar fictieve werkgever ‘succes’ en vertrekt. De groep applaudisseert. “Heel goed gedaan”, reageert Habtab. “En altijd eerlijk zijn over wat je wel en niet kunt.” Cursist Filimon, die in september aan een opleiding verpleegkunde hoopt te beginnen, heeft kanttekeningen: “Je had moeten wachten met zitten tot de werkgever ‘neem plaats’ zei. En je zei ‘met Mary’, maar dat is voor de telefoon.”

Dit soort rollenspellen helpen de trainers bij het grote niveauverschil in de groep. Habtab: “Sommigen hebben de middelbare school afgerond en spreken Engels, anderen kunnen niet lezen of schrijven.” Een groot deel van de cursus is niet schriftelijk, ook al krijgen ze het alfabet en de kaart van Nederland mee als huiswerk.

Koffiedrinken bij de buren

De trainers vragen iedereen of ze al contact hebben gemaakt met de buren. Yewhans is allang vrienden met al haar buren, die namen haar mee naar de zee. Saba Teklezghi drinkt twee keer per week koffie met een oudere buurvrouw. Anderen probeerden het wel, maar kregen geen fijne reacties. “Ik was gekwetst toen de buurman niet kwam koffiedrinken”, zegt een deelneemster die liever anoniem blijft. “Dat doe je bij ons niet.” Bij hem langsgaan vindt ze eng, want hij heeft een hond. “Sommigen willen ons gewoon niet, dat kun je zien aan hun gezicht”, concludeert de vrolijke Kesete opeens resoluut. Trainer Habtab is ergens wel blij dat iedereen zo open is over de obstakels die ze tegenkomen. “Ze durven bij ons meer te zeggen dan bij Nederlandse instanties.” De zachtaardige Fesahazion benadrukt dat de cursisten moeten blijven proberen contact te leggen met Nederlanders. Tekeste werpt tegen dat “onze opvoeding streng is.  Wij zijn niks gewend.” Fesahazion herkent dat wel. “Vroeger in Eritrea was ik ook heel verlegen. Als er bezoek was, verstopte ik me op de wc, maar in Nederland is initiatief tonen echt nodig.”

Op de camping

Ze weet er alles van. Met haar oudste dochter Yemane en zoon belandde Fesahazion begin jaren ’90 hoogzwanger in Assen. Dertien jaar duurde het voordat het gezin een tijdelijke verblijfsvergunning kreeg.

Net op tijd: Yemane was net achttien en kon op het nippertje studeren. Tot die tijd was er altijd onzekerheid. Buitenlandse uitwisselingen op de middelbare school – en andere schoolverplichtingen waarvoor je papieren moest hebben – vroegen een hoop kunsten vliegwerk. “Maar omdat mijn om moeder veel had geïnvesteerd in contact maken, lukte alles net”, vertelt Yemane. “Toen ik moeite had met Frans, ging zij koken voor bepaalde mensen en dat leverde uiteindelijk bijlessen op. Leven zonder papieren betekent dat je niet mag werken en je het dus met een minimuminkomen moet doen. Mijn moeder was heel creatief en gebruikte haar netwerk. Zo stonden we ‘s zomers toch ergens op een camping.”

Paspoort

Na achttien jaar kreeg het gezin een Nederlands paspoort. Yemane: “Ik ben eigenlijk pas zeven jaar officieel Nederlander. Mijn moeder is destijds meteen naar school gegaan om kinderleidster te worden. Wij hebben geluk gehad met haar vindingrijkheid en de fijne en lieve mensen om ons heen. Dat is zo belangrijk voor nieuwkomers. Daarom zetten wij ons voor hen in.”

Jobhunter

Hoewel Yemane tot voor kort slechts als vrijwilliger of hooguit als tolk werd gezien door inburgeringsinstanties, ziet ze nu een kentering. Lemat, dat tot nu toe op vrijwilligers draait, heeft nu fondsen binnengehaald om ook in Rotterdam, waar een flinke Eritrese gemeenschap is, met trainingen te beginnen. “We worden nu gevraagd door gemeenten, Vluchtelingenwerk en taalscholen. Om ze te helpen bij Eritrese statushouders, maar ook om hun deskundigen te trainen op werken met Eritreeërs. Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wil meer aandacht voor kwetsbare groepen zoals Somaliërs en Eritreeërs. Er zijn mooie ontwikkelingen gaande.”

In Winsum staan de cursisten ook niet stil. De spraakzame Kesete leest voor op een lagere school en wil kinderleidster worden. Okbaselassie, moeder van drie en zwanger van de vierde, is bezig met haar staatsexamen Nederlands als tweede taal en wil tandartsassistent worden. Een andere deelnemer gaat beginnen aan een opleiding tot elektricien, de volgende kan goed koken en wil een restaurant openen. Dan blijkt dat een oudere vrouw die de hele les niks heeft gezegd al een tijd vrijwilligerswerk doet bij een boer: koeien melken, schoonmaken. Ze belooft een andere zwijgende deelnemer, die een boerderij had in Eritrea en het liefst weer gaat boeren, eens mee te nemen.

Dans om de vluchteling

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons