Een bijeenkomst van Oeigoeren. Beeld: Sam Deckers

De onbekende vluchteling

Gevluchte Oeigoeren, Eritreeërs en Pashtun proberen hun vluchtverhaal op de Europese politieke agenda te krijgen. Maar wat als je conflict niet spectaculair genoeg is om de voorpagina’s te halen?

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
“Ik voer al tien jaar campagne, maar dat leverde amper media-aandacht op.” Aan het woord is Avaz Sakiev, een Oeigoer die opgroeide in Kazachstan. Vijftien jaar geleden vluchtte Sakiev naar Europa, België, omdat hij het beu was om in zijn geboorteland als tweederangsburger behandeld te worden. Hij liep mee in protestmarsen en nam deel aan congressen in verschillende Europese landen. Maar de Oeigoeren, een volk zonder land dat verspreid over Centraal-Azië woont, werden er niet bekender op.

De meerderheid, ongeveer 10 miljoen, woont in de Chinese provincie Xinjiang. Hiermee vormen de Oeigoeren de grootste moslimminderheid van de volksrepubliek. “De overheid eist dat we assimileren.” Ondertussen is Xinjiang uitgegroeid tot een openluchtgevangenis met politiecheckpoints op elke hoek. “Elk moment kan de politie je smartphone in beslag nemen en uitpluizen”, zegt Sakiev.

Hoe komt het dat het woord Oeigoer bij maar weinig mensen een lichtje doet branden?

Het verhaal deelt grote gelijkenissen met dat van de Tibetanen. Hoe komt het dat iedereen de Tibetanen kent, maar bij het woord Oeigoer bij maar weinig mensen een lichtje gaat branden?

Volgens Sakiev helpt de charismatische figuur van de Dalai Lama om de zaak van de Tibetanen internationaal te bepleiten. Daarnaast ziet hij nog een andere reden: “Sinds de aanslagen van 11 september werd het voor China makkelijk om alle vormen van protest weg te zetten als moslimextremisme. Elke Oeigoer die zijn rechten opeist wordt zo een terrorist.”

Duizenden Oeigoeren werden al opgesloten in heropvoedingskampen, zonder uitleg of proces. In Kashgar, een van de oudste steden in Xinjiang, is een heropvoedingskamp gevestigd met naar schatting 120.000 gevangenen. De Chinese overheid beweert dat deze kampen dienen om moslimextremisten om te scholen tot modelburgers, maar Human Rights Watch en Amnesty International spreken over onwettige opsluitingen.

Zelf nieuws maken

Yoel Lino, die in 2005 Eritrea ontvluchtte, heeft de traditionele media niet nodig. Hij maakt zelf nieuws. Via zijn ‘Fanus Network’ deelt Lino video’s op Facebook en YouTube. Meer dan 13.000 mensen volgen hem en zijn strijd tegen het Eritrese regime.

Lino neemt bijna alle video’s in het Tigrinya op, de meest gesproken taal van Eritrea. Sommige filmpjes halen meer dan 20.000 views. Hij wil hiermee zijn landgenoten bewust maken: “Er zijn Eritreeërs in het buitenland die achter de regering blijven staan, maar ik kan moeilijk begrijpen dat mensen die in een democratie leven zo’n regime steunen”, zucht hij.

“Tot 2001 was ook ik een aanhanger van onze president tot het duidelijk werd dat [Isaias] Afwerki verkiezingen doelbewust uitstelde.” De datum 18 september 2001 staat in Lino’s geheugen gegrift: de dag waarop de vrije pers opgeschort werd op bevel van de overheid. “Journalisten werden van de ene op de andere dag gevangen genomen. Tot op de dag van vandaag kan hun familie slechts gissen naar waar ze zich bevinden en of ze nog in leven zijn.”

Het is mijn plicht om de leugens die het regime verspreidt te ontkrachten.

Als verzorger in een rusthuis in Gent heeft Lino een baan die hij met passie uitvoert. Zijn vrije tijd besteedt hij aan het maken van video’s. “Het is mijn plicht om de leugens die het regime verspreidt te ontkrachten.” Hij hoopt dat zijn boodschap ook Europeanen bereikt. “Daarom probeer ik soms ook video’s in het Engels op te nemen.”

In 2014 organiseerde Lino samen met andere activisten een conferentie rond de slechte levensomstandigheden in Eritrese gevangenissen, waarmee ze het journaal van de Vlaamse openbare omroep haalden. “Op het moment van het congres was er een grote instroom van Eritrese vluchtelingen in Europa gaande, waardoor journalisten contact met ons opnamen en we voor één keer niet zelf op zoek moesten naar aandacht.”

Activisme à la carte

Ruud Wouters, assistent-professor politieke communicatie aan de Universiteit van Amsterdam, verdiepte zich in communicatie van protestgroepen. Hij heeft een eenvoudige verklaring voor het gebrek aan berichtgeving over minderheidsconflicten in de media: “Om kort door de bocht te gaan: nobody cares. Hoe verder een onderwerp verwijderd is van het doelpubliek, hoe spectaculairder het moet zijn om het nieuws te halen.”

“Mensen komen op straat omdat ze zich genegeerd voelen door machthebbers”, zegt Wouters. Maar kleine betogingen leveren ook geen belangstelling op, daarom richten meer en meer minderheidsbewegingen zich op sociale media.

Dankzij het internet is het voor activisten eenvoudiger om acties op te zetten, alleen zijn deze vaak niet duurzaam. “Je kan op korte tijd veel mensen bereiken, maar daarmee bouw je nog geen beweging met langetermijndoelstellingen op. Kijk naar de burgerrechtenbeweging in de VS: het duurde jaren om deze uit de grond te stampen. Activisme is meer à la carte geworden”, legt Wouters uit.

Voor actiegroepen die mensenrechtenschendingen aanklagen komt het nieuws dat hun lijden ‘niet spectaculair genoeg is om het nieuws te halen’ hard aan. Ook Wouters erkent dat: “De paradox van globalisering is net dat mensen zich vaker richten op de eigen identiteit.”

Een paradox die ook de berichtgeving weerspiegelt. “Er ligt een grote rol voor de politiek, onderwijs en media om mensen hierover te informeren. Maar politici kunnen makkelijk punten scoren door zich op te werpen als beschermers van de eigen identiteit. Het is geen toeval dat juist politici die een thema als asiel en migratie behandelen, vaak tot de populairste uitgroeien.”

#Pashtunlongmarch

Toch lukt het sommige groepen dankzij sociale media hun conflict wel op de voorgrond te krijgen. Zo konden Pashtun activisten in Pakistan, met behulp van de hashtag #PashtunLongMarch, de problemen van 30 miljoen mensen aankaarten.

Manzoor Pashteen, het charismatische 26-jarige gezicht van de Pasthun Protection-beweging, beschuldigt het Pakistaanse leger van willekeurige misdaden tegen de Pashtun in de Federaal Bestuurde Stamgebieden (FATA). Die regio komt bij ons enkel in het nieuws als het gaat over de Taliban of Al Qaida.

Pashteen leidde in februari een vreedzame mars naar de Pakistaanse hoofdstad Islamabad en coördineerde daar een tiendaagse sit-in waar duizenden mensen aan deelnamen. De aanleiding was de dood van Naqeebullah Mehsud, een 27-jarig aspirant-model uit de Pakistaanse regio Waziristan. In januari schoot de politie hem dood. De Pakistaanse overheid claimde dat hij banden had met de Pakistaanse Taliban, maar bewijzen daarvan werden tot dusver niet geleverd.

Extremisme

Ook in Europa volgen Pashtun de ontwikkelingen op de voet. Abid Jan ontvluchtte Pakistan tien jaar geleden nadat hij op de zwarte lijst van Al Qaeda terechtkwam, en woont nu in België. Hij is voorstander van een onafhankelijk Pashtunistan. “De hele Pakistaanse staat is afgesteld op de haat jegens India. Het is een ideologie van haat die extremisme niet alleen aanwakkert, maar het ook nodig heeft als bestaansreden.”

Sinds 2001 vormen de stamgebieden een slagveld waarin het Pakistaans leger en jihadi’s met elkaar afrekenen. De bevolking in het gebied zit letterlijk gevangen tussen twee vuren. “De mensen absorbeerden al dit onrecht, en plots komt alle woede en verontwaardiging boven,” vertelt Jan strijdvaardig.

Terreurstaat

Grootschalige protestacties zijn schaars in Pakistan, omdat de veiligheidsdiensten minderheden intimideren. Toch namen op 8 april 60.000 mensen deel aan een betoging in Peshawar. Al Jazeera, The New York Times en The Guardian pikten het nieuws van de pacifistische protesten snel op, maar in de meeste Europese landen bleef aandacht uit.

Jan: “We kunnen media niet verplichten ons verhaal op te pikken. Nochtans is dit ook van belang voor Europa: Pakistan is de grootste staatssponsor van terrorisme in de wereld, mij lijkt het belangrijk om het daar over te hebben.”

Toch blijft Jan zich uitspreken over het lot van de Pashtun. “Uiteindelijk kunnen we alleen maar blijven protesteren, optimisme is de enige weg vooruit.”

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons