Zijn al die keurmerken er voor de cacaoboer of voor jouw schuldgevoel?

Door de wildgroei aan keurmerken op de verpakkingen, lijkt het of er geen duurzamer product in de supermarkt ligt dan chocola. Toch zorgt zo’n keurmerk niet automatisch voor een beter leven voor de cacaoboer in West-Afrika. Hoe weet je als consument of jouw reep eerlijk is?

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Voor veel chocoholics zal het een herkenbare situatie zijn: je staat te treuzelen voor het chocoladeschap in de supermarkt, twijfelend tussen smaken en keurmerken. Uiteindelijk druk je je sluimerende schuldgevoel weg door voor de verpakking te kiezen met de meeste ‘eerlijke’ logo’s erop. Om maar te beginnen met het slechte nieuws: je kunt er nooit zeker van zijn dat de reep in je karretje helemaal eerlijk is geproduceerd. Een keurmerk is helaas geen garantie dat de reep vrij is van kinderarbeid en dat de cacaoboer zijn gezin kan onderhouden.

Ook de chocoladefabrikanten die een keurmerk voeren, betalen nog te weinig voor hun cacao

De Cacao Barometer 2018, opgesteld door een netwerk van ngo’s als Solidaridad, Hivos en Oxfam Novib, stelt dat je je als consument weinig illusies moet maken over de keurmerken op je chocoladereep. “Geen enkele standaard heeft significant kunnen bijdragen aan een leefbaar inkomen voor de boeren, of hen uit de structurele armoede kunnen halen. Het gemiddelde inkomen van de gecertificeerde cacaoboeren ligt weliswaar ietsje hoger, maar de totale impact is relatief klein. De gemiddelde gecertificeerde cacaoboer blijft arm”, stelt het rapport.

Niet boven armoedegrens

Ook uit nieuw onderzoek van milieu-econoom Yuca Waarts van de Universiteit Wageningen blijkt dat een keurmerk er niet of nauwelijks voor zorgt dat cacaoboeren minder arm worden. “Het gezinsinkomen neemt vaak wel wat toe, maar onvoldoende om de boeren boven de armoedegrens uit te laten komen”, verklaart Waarts. Ook de chocoladefabrikanten die een keurmerk voeren, betalen dus nog te weinig voor de cacao.

Een voorbeeld: het keurmerk Fairtrade, dat in Nederland wordt uitgegeven door Stichting Max Havelaar, rekent met een minimumprijs van 2,4 dollar per kilo (zo’n 2,15 euro, tot 1 oktober was het nog 2 dollar per kilo). Als je in de winkel chocolade koopt met het Fairtrade-logo, dan weet je dus zeker dat voor de cacao uit die reep dat bedrag is betaald. Maar: “Dat is het absolute minimum. Onder dit bedrag legt de boer zelfs toe op de productie”, verklaart Peter d’Angremond, directeur van Max Havelaar.

De meeste Fairtrade-merken betalen boeren geen leefbaar inkomen

Liever zou Fairtrade zien dat chocoladefabrikanten cacaoboeren de ‘leefbaar-inkomen-referentieprijs’ betalen. Het keurmerk Fairtrade is al een tijd bezig om cacaoboeren een prijs te garanderen die daar wel voor zorgt. Die komt neer op 3 dollar per kilo. Dat bedrag is gebaseerd op de living income benchmark, een graadmeter van wat een boerenfamilie in een bepaalde regio moet verdienen om in de basisbehoeften te kunnen voorzien. Denk aan kosten voor voedsel, huisvesting, kleding, medische zorg, scholing, transport en een financiële buffer. Ook de kosten voor de teelt worden meegenomen. Volgens die berekening zou een boer in Ivoorkust 5526 dollar (bijna 5000 euro) per jaar moeten verdienen om zijn gezin te onderhouden. Fairtrade rekende dat inkomen om naar een gemiddelde kiloprijs van 3 dollar.

Fabrikanten werken niet mee

Maar slechts een handjevol merken, waaronder Tony’s Chocolonely, betaalt nu al die referentieprijs. De rest van de merken met Fairtrade-logo betaalt te weinig om een leefbaar inkomen te kunnen verdienen. “De financiële belangen zijn groot. De chocoladefabrikanten hebben te maken met aandeelhouders die alsmaar meer rendement willen. Maar dat gebeurt wel over de rug van de boeren”, stelt d’Angremond.

De directeur zegt voor de lagere minimumprijs van 2,4 dollar te hebben gekozen omdat anders een groot aantal chocoladeproducenten uit het keurmerk zou stappen. “In dat geval zijn de boeren nog slechter uit. Dit was ook mede een beslissing van de boeren, die de helft van het stemrecht hebben binnen Fairtrade. Zij zijn bang om inkomen te verliezen.”

Financierders letten er steeds beter op of bedrijven geen mensenrechten schenden

Een ander probleem is dat boeren vaak maar een deel van hun totale productie tegen Fairtrade-voorwaarden kunnen verkopen – door een tekort aan afnemers dat meewerkt aan Fairtrade – terwijl er wel kosten zijn gemaakt voor standaarden en inspecties. Tussen de 20 en 60 procent van de cacao die als gecertificeerde cacao werd geproduceerd, wordt niet verkocht als gecertificeerde cacao, stelt de Cacao Barometer. De boeren lopen daarmee deels de hogere prijs voor gecertificeerde cacao mis.

De directeur van Fairtrade ziet dat de houding van chocoladefabrikanten langzaam verandert. “We zijn met een groot aantal partijen in gesprek. Daar is recent uitgekomen dat ook het Albert Heijn-huismerk overstapt naar cacao met de referentieprijs.”

Volgens de directeur is er sinds een paar jaar ook een financiële stimulans om beter voor cacao te betalen. “Financierders, en investeerders als pensioenfondsen, letten er steeds beter op of bedrijven geen mensenrechten schenden. Daaraan kleeft namelijk ook het financiële risico dat een bedrijf een keer een claim aan zijn broek gaat krijgen. British American Tobacco heeft rechtszaken tegen zich lopen van slachtoffers van kinderarbeid. Chocoladefabrikanten lopen dat risico in de toekomst ook als ze niet beter gaan betalen.”

Weinig land

Milieu-econoom Waarts gelooft niet dat versterking van de keurmerken het ei van Columbus is. “Een deel van de cacaoboeren heeft zo weinig land dat ze er nooit een leefbaar inkomen uit kunnen halen, hoe hoog de prijs of de productiviteit ook is.” Landhervorming kan voor hen een oplossing zijn, stelt Waarts. “Wanneer deze boeren hun land verkopen of verpachten, kan dat andere boeren weer kansen geven. Maar dan moeten overheden en hulporganisaties de landverkopende boeren wel helpen met nieuwe inkomstenbronnen zoeken.” Ze waarschuwt bovendien dat bij een focus op een hogere prijs sommige fabrikanten hun cacao gewoon elders halen.
Beeld: Inge Beekmans

Nestlé geeft toe dat het cacaoboeren minder dan het leefbaar inkomen betaalt

Ook chocoladefabrikant Nestlé is er niet van overtuigd dat meer betalen altijd de oplossing is. “Zomaar roepen dat boeren meer geld moeten krijgen, is te kort door de bocht. Als een boer maar vier cacaobomen heeft, kan hij daar nooit een leefbaar inkomen uit halen”, stelt woordvoerder Judy Zwinkels van Nestlé. Ze kan niet precies zeggen hoeveel Nestlé per kilo betaalt, maar geeft toe dat het minder is dan het leefbaar inkomen van 3 dollar per kilo. Ze worstelt ermee om uit te leggen waarom dat zo is. “Ik zou graag zeggen: we betalen veel meer, maar dat is een droomscenario. Ik kan alleen zeggen dat ik ook vind dat er wel wat meer aandacht voor mag komen binnen het bedrijf.”

Kinderhandjes en bomenkap

De lage prijzen werken kinderarbeid in de hand. Boeren hebben geen geld om arbeidskrachten in te huren en zien zichzelf gedwongen om hun kinderen in te zetten. Zelfs als je chocolade koopt met een keurmerk heb je geen garantie dat deze vrij is van kinderarbeid. Ook d’Angremond kan niet met zekerheid zeggen dat de cacaobonen van de repen die zijn label dragen niet zijn geoogst door kinderhandjes.

“Om te garanderen dat de chocolade met het Fairtradekeurmerk vrij is van kinderarbeid, zouden we 24/7 als een politieagent op de cacaoplantages aanwezig moeten zijn. Dat is zowel onwenselijk als onmogelijk.” Treff en controleurs van Fairtrade wél kinderen aan op de plantage, dan betekent dat niet dat een boer direct het keurmerk verliest. “Dan gaan we samen met de boer kijken wat er moet gebeuren om de situatie te verbeteren. Het is de droom van iedere ouder dat zijn kinderen naar school kunnen. Maar soms is het bittere noodzaak dat ze hun kinderen toch op de plantage laten werken. Anders heeft het gezin geen eten. Bij herhaaldelijke overtreding wordt een coöperatie gedecertificeerd.”

Onderzoekers waarschuwen dat er zonder ingrijpen in 2050 geen bos meer over is in Ivoorkust en Ghana

De extreme armoede leidt ook tot enorme milieuproblemen, zoals grootschalige bomenkap. Tussen september 2016 en februari 2017 stortten de prijzen van cacao in als gevolg van overproductie. Dat zorgde pijnlijk genoeg alleen maar tot verdere uitbreiding van de cacaoteelt om het inkomen op peil te houden. En daarvoor werden weer grote stukken oerwoud extra gekapt.

In het rapport Chocolate’s Dark Secret waarschuwen onderzoekers van de Amerikaanse milieuorganisatie Mighty Earth dat er zonder ingrijpen in 2050 geen bos meer over is in Ivoorkust en Ghana. Ondanks inspanningen van het andere grote chocoladekeurmerk Rainforest Alliance, dat begin vorig jaar fuseerde met UTZ Certified en zich direct inzet voor natuurbehoud.

Keurmerken hebben volgens milieu-econoom Waarts te weinig oog voor de effecten van klimaatverandering. “Grote gebieden zullen niet meer geschikt zijn voor cacaoteelt, bijvoorbeeld door droogte. In allerlei programma’s wordt boeren vaak getoond hoe ze climate smart moeten produceren, bijvoorbeeld met irrigatietechnieken. Ik vrees dat klimaatverandering zoveel impact gaat hebben dat dat onvoldoende is.”

Beeld: Inge Beekmans

Afkicken dan maar?

Terug naar de supermarkt: maakt het dan eigenlijk nog wel uit welke chocolade je koopt? Waarts aarzelt even. “Ja, ik zou toch gaan voor chocolade met een keurmerk. Je hebt dan meer kans dat de boeren ondersteuning hebben gekregen”, aldus de onderzoeker. Op de website van Fairtrade staat dat het keurmerk eigenlijk een vorm van ontwikkelingshulp is.

Maar is dat wel fair? Van een keurmerk verwacht de consument iets anders dan van een donatie aan een goed doel. En niet dat het gepaard kan gaan kinderarbeid en grote armoede. Zou het stempel ‘bijna fair trade’ niet eerlijker zijn? “Ik snap je vraag, maar ‘bijna fair trade’ werkt niet echt lekker in een logo”, antwoordt d’Angremond. “Ik ben van mening dat we genoeg goede dingen doen om de classificatie Fairtrade wel te mogen dragen. Zo zijn we het enige keurmerk dat werkt met een minimumprijs en we helpen boeren bij het opzetten van coöperaties om hun positie te versterken.”

Wie cacaoboeren wil helpen, kan beter méér chocolade kopen

Op chocoladerepen vind je ook veel plakkertjes van bedrijfsprogramma’s. Mondeléz heeft Cocoa Life, Nestlé heeft het Cocoa Plan, Tony’s Chocolonely heeft Open Chain. Dat zijn geen onafhankelijke keurmerken. Het betekent niet dat er niets goeds gebeurt, en volgens bijvoorbeeld milieuorganisatie Mighty Earth hebben die programma’s wel degelijk impact op milieubehoud. Maar Oxfam Novib constateert wel ‘een gebrek aan autonomie’ bij programma’s van bedrijven, waardoor de betrokken coöperaties weinig ruimte hebben om te onderhandelen over de voorwaarden.

Is het uiteindelijk niet het best om af te kicken van onze chocoladeverslaving en het chocoladeschap helemaal links te laten liggen? Waarts: “Nee, juist niet. Wie de boeren wil helpen, kan beter méér chocolade kopen. Als de vraag toeneemt, heb je de meeste kans op prijsstijgingen.”

Dit artikel verscheen eerder in OneWorld-magazine.

Hoe Zit Het Met Cacao? is onafhankelijk tot stand gekomen en financieel mede mogelijk gemaakt door Tony’s Chocolonely, IDH en Stichting Max Havelaar. De overeenkomst tussen OneWorld en deze bedrijven is openbaar en in te zien.

Chocola is een luxeproduct. Waarom behandelen we het dan niet zo?

Het Westen gaf Zimbabwe maïs, vlees en hongersnood

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons