De afgelopen dertig jaar is er in het Braziliaanse Amazonewoud 700.000 vierkante kilometer bos tegen de vlakte gegaan. Dat is zeventien percent van de totale oppervlakte. De kaalkap leidt aanvankelijk tot een economische boom, omdat de houtkap een heel lucratieve bezigheid is. Daarna kunnen landbouwers en veehouders hun graantje meepikken.
20 jaar welvaart
Maar de welvaart blijft maximaal twintig jaar aanhouden, schrijven Adalberto Veríssimo en Danielle Celentano, twee onderzoekers van het Instituut van Mens en Milieu in de Amazoneregio (Imazon) in hun in augustus gepubliceerde studie. De ontbossing zorgt dankzij de houtindustrie voor werk en inkomsten, maar leidt ook tot geweld en tot de uitputting van de interessante houtvoorraden, zo blijkt. Daarna nemen zowel de conflicten als de inkomsten af, want de landbouw en de veeteelt leveren minder banen en minder winst op. De overvloedige regenval maakt het de landbouwers ook steeds moeilijker.
De onderzoekers hebben de 770 gemeenten van het Amazonewoud op basis van hun graad van ontbossing in vier zones ondergebracht. Uit de studie blijkt dat de vernietiging van het woud de plaatselijke economie uiteindelijk meestal schaadt.
Armoede
In São Francisco do Pará, bijvoorbeeld, is 96 percent van het woud verdwenen. 62 percent van de 14.000 inwoners is er arm en 31 percent is behoeftig. Datzelfde scenario speelt zich af in veel gemeenten van de noordelijke staat Pará en in andere delen van de Amazoneregio. Het bbp per inwoner in de Amazoneregio is de laatste vijftien jaar met amper één percent toegenomen. Het blijft veertig percent onder het nationale gemiddelde hangen.
De experts stellen dat niemand zeker weet of de economische groei even onbestendig zal zijn in de zones die nu worden gerooid. De plaatselijke bevolking blijft erin geloven. "Als de Europeanen en de Amerikanen hun bossen mogen rooien om meer welvaart te creëren, mogen wij dat ook doen", klinkt het.
Geweld
Houtkap brengt ook geweld met zich mee. Zestig percent van de 386 moorden die tussen 1997 en 2006 op het Braziliaanse platteland werden gepleegd, vonden plaats in het Amazonegebied. Bovendien werd de helft daarvan gepleegd in gebieden met intensieve houtkap. Ook 85 percent van de gevallen van moderne slavernij komen aan het licht in het Amazonegebied.
In de zone zonder bossen, die droger en beter geschikt is voor de landbouw, tekent zich een ander patroon af. Het beste voorbeeld is Sinop. In Sinop doet vooral de sojateelt het goed. 65 percent van het woud is er verloren gegaan, maar de economie is er niet ingestort en de stad heeft een uitstekende infrastructuur.
Overheidscontrole
Gelukkig neemt het tempo van de ontbossing in Brazilië af. Tussen augustus 2005 en juli 2006 daalde de ontbossing met 25 percent, en voor dit jaar verwacht de overheid een afname van dertig percent. Die verbetering is toe te schrijven aan de efficiëntere controle van de overheid en aan een daling van de houtprijzen.
Maar het is nog te vroeg om te juichen. Als de landbouwers welvarender worden, hebben ze de neiging hun landbouwareaal uit te breiden. Eind augustus schortte een rechter 99 landhervormingsprojecten op. Het vonnis kwam er na een klacht van Greenpeace, dat oordeelde dat het Nationaal Instituut voor Landhervorming de oprichting van nederzettingen in bosrijke gebieden in versneld tempo wou doorvoeren om tegemoet te komen aan de houtindustrie.