Nederlanders zijn gehecht aan het statiegeld op plastic (frisdrank)flessen. Dat blijkt uit verschillende burger initiatieven en campagnes, die al dan niet in samenwerking met milieuorganisaties zijn opgezet. De verpakkingssector pleit echter al jarenlang voor een afschaffing van het systeem. Waarom windt Nederland zich zo op over statiegeld? En is het statiegeldsysteem wel die wereldwijde, duurzame oplossing waar we in moeten investeren?
Het afschaffen van statiegeld op grote (frisdrank)flessen is een langgekoesterde wens van het bedrijfsleven, maar mag volgens staatssecretaris Mansveld (Infrastructuur en Milieu) nog niet worden doorgevoerd. De verpakkende sector voldoet niet aan de eisen die eerder zijn afgesproken over het duurzamer maken van verpakking en inzameling; recycling en of hergebruik van bijvoorbeeld grote plastic flessen. Binnen Nederland laaide met dit nieuwe verzoek tot afschaffing de discussie over statiegeld weer op. Milieuorganisaties pleiten namelijk voor het tegenovergestelde; een uitbreiding van het statiegeldsysteem, bijvoorbeeld door ook statiegeld in te voeren voor kleinere flesjes. Ook de Nederlandse burger mengt zich in de discussie. Op social media ontstaan actiegroepen tegen de afschaffing van statiegeld (‘Statiegeld moet blijven!’) en deze week (16 juni 2014) is een petitie aangeboden aan Tweede Kamerleden. In het buitenland richten milieuorganisaties hun pijlen op de verpakkingsindustrie. In de VS wordt er een hevige discussie gevoerd rondom de verkoop van plastic waterflesjes. Milieuorganisaties daar roepen massaal op tot het drinken van kraanwater, in plaats van het kopen van de in hun ogen water verspillende en vervuilende plastic flessen.
Kraanwater in de VS: zwart-wit discussie
De discussie zoals die in de VS gaande is over verspilling en vervuiling door het drinken van water uit een fles in plaats van kraanwater kent duidelijke argumenten voor (commercieel) en tegen (milieu). Aan de ene kant prijzen producenten van gebotteld water hun producten aan op basis van smaak en zuiverheid. Veel ophef ontstond toen een Amerikaanse producent beweerde dat hun gebottelde water ook nog eens goed was voor het milieu. Terwijl voor de productie van één fles(je) water naar schatting twee tot zeven keer zoveel water nodig is1. Aan de andere kant wordt het milieu belast door de grondstoffen en de energie die nodig zijn voor de productie van de plastic fles en voor het vervoer tijdens productie en verspreiding (gebotteld water is veelal niet lokaal in tegenstelling tot kraanwater).
Statiegeld in Nederland: grijs gebied
De discussie over het statiegeld in Nederland is inhoudelijk anders, maar ook veel minder zwart-wit en wat gecompliceerder dan die over kraanwater en gebotteld water in de VS. Het statiegeldsysteem is erop gericht recycling via consumenten mogelijk te maken en te stimuleren. Met recycling wordt plastic afval zoveel mogelijk duurzaam verwerkt, want (bijna) alle plastics breken niet af in het milieu. Ze vallen uiteen in microplastics (/nanoplastics), die vervolgens een bedreiging vormen voor dier en milieu. De omvang van het problematische effect van plastic afval op het milieu is pas de laatste jaren bekend. De opstapeling van (zwerf)afval in de natuur of in zee (plastic soep) is daarmee een groeiend probleem.
Nederland staat bekend om een heel hoog inzamelpercentage van statiegeld flessen van rond de 95%. Nederlanders recyclen dus massaal statiegeldflessen. Daarnaast vindt slechts een minderheid van de Nederlanders (15%) het stoppen met het heffen van statiegeld op flessen een goede zaak, zo bleek al uit representatief onderzoek van NCDO in 2012. Nederlanders vinden dus niet alleen dat er gerecycled moet worden via statiegeld, ze doen het ook nog eens. Een goed systeem, toch? Maar is het recyclen van plastic flessen ook wereldwijd de meest duurzame optie?
Statiegeld: ja of nee?
Door het inzamelen van statiegeldflessen wordt ongeveer 20,6 kiloton (ofwel 20,6 miljoen kilogram) plastic materiaal uit de verbrandingsovens gehouden. Dit is maar een heel klein gedeelte (ca. 7%) van de totale hoeveelheid kunststofverpakkingsafval (ca. 452 kton) . Daarnaast is de milieuwinst beperkt doordat er ook water en energie nodig zijn voor het spoelen en verwerken van de flessen. Ondanks de hoge kwaliteit van het ingezamelde plastic kost het statiegeldsysteem geld, de industrie zelf schat dit om een verlies gaat van maar liefst 250 miljoen euro per jaar2. Daarbij kan inmiddels al veel meer plastic verpakkingsmateriaal hergebruikt worden dan de statiegeldflessen alleen en is er in Nederland een inzamelsysteem voor kunststofverpakkingsafval opgebouwd. Vanuit dit standpunt is het de vraag of een statiegeldsysteem, naast de ‘oranje’ plastic inzamelcontainer, zin heeft.
Toch heeft het statiegeldsysteem op dit moment zeker nog meerwaarde. Effectief sorteren van het verzamelde kunststof afval is voor de industrie nog moeilijk te realiseren. Recycling is daardoor nu nog te vaak laagwaardige recycling: ‘downcycling’. Ook met het duurzamer maken van verpakkingsmaterialen blijft de industrie achter op gemaakte afspraken. Het statiegeldsysteem nu nog behouden lijkt een logische stap, al was het alleen al om de verpakkingsindustrie te stimuleren de 250 miljoen euro per jaar die ze zeggen nu te verliezen, te investeren in het verbeteren van een goed functionerend bronscheidingssysteem. Dat is in ieders belang, en maakt het statiegeldsysteem vanzelf overbodig.
Is de verpakkingsindustrie dan de enige die aan de slag moet? Dat is zeker niet het geval. Als we kijken naar de discussie die gevoerd wordt in de VS, is er ook een duidelijke rol voor burgers weggelegd. In plaats van alleen achteraf te kijken naar recyclen kunnen consumenten ook kijken naar de eigen aankopen (heb ik dit wel echt nodig?) en verbruik. Zo is de stap om alleen kraanwater te drinken een makkelijke milieubewuste en waterbesparende keuze. Ook bij andere aankopen zouden we kritischer kunnen kijken naar de verpakking, herkomst en (water)voetafdruk en vervolgens die aankopen meenemen in een tas die niet van plastic is! Onderzoekers van Wageningen UR Food & Biobased Research, van Velzen & Bos-Brouwers concludeerde in 2012 dat voor de aanpak van het plastic probleem herdenken van consument, overheid en bedrijfsleven nodig is. Staatssecretaris Wilma Mansveld (Milieu) bekijkt de statiegeldafschaffing opnieuw juni volgend jaar en laat op verzoek van de Tweede Kamer in kaart brengen hoe groot het probleem van zwerfafval is. Het statiegeldsysteem in de oude vorm is zeker niet de oplossing voor het plastic probleem, het nu afschaffen ook niet. Maar één ding is zeker: als het gaat om plastic afval, verbruik en verspilling, kunnen Nederlandse burgers in hun aankoopgedrag zeker ook een steentje bijdragen.