Stel je voor: van de ene op de andere dag kun je niet meer naar je favoriete filmpjes op Youtube kijken. Is je Twitterfeed niet toegankelijk. Zijn apps op je telefoon afgesloten. Het overkwam miljoenen Turken de afgelopen maanden. De afgelopen weken waren het Twitter en Youtube die afgesloten werden, omdat premier Erdogan publiekelijk te kijk werd gezet. Maar vorig jaar al sloot de conservatieve regering de bekende homodating-app Grindr af. En Youtube was een paar jaar terug ook al ontoegankelijk in Turkije. En bekende sites als Blogger, Vimeo, Myspace en Soundcloud zijn de afgelopen jaren ook allemaal al eens geblokkeerd.
Niets nieuws onder de zon dus, dat internetcensuur in Turkije. Maar dit is een land dat toe wil treden tot de Europese Unie. Een land dat als de politieke wil er is geen probleem ziet toegang te verbieden tot publieke diensten. Een land waar de wetgeving zulke praktijken gewoon toelaat. Het lijkt ondenkbaar dat dergelijke blokkades plaats zouden vinden binnen de Europese Unie. Toch woedt ook hier een debat over inperking van het vrije internet.
Netneutraliteit
Het principe dat je altijd onbeperkt het internet op kan, ongeacht van welke internetserviceprovider je hebt en welk apparaat je gebruikt, dat is in de kern wat netneutraliteit inhoudt. In Nederland is het verboden voor providers als KPN of Ziggo om je meer te laten betalen voor je internetverbinding als je vaak naar Netflix kijkt of veel muziek luistert op Spotify. Maar Nederland is vrij uniek in dat opzicht. Alleen in Chili is netneutraliteit ook wettelijk vastgelegd. En in Duitsland en Luxemburg zijn plannen om netneutraliteit vast te leggen. In veel andere landen, waaronder de Verenigde Staten, proberen internetproviders juist structuren neer te leggen waardoor ze gedifferentieerde prijzen kunnen gaan hanteren.
In Europa speelt het issue nu ook. Eurocommissaris Neelie Kroes maakte een deal met de telecomproviders dat ze minder in rekening zouden brengen voor dataroaming in het buitenland. In ruil daarvoor mogen de providers extra geld vragen voor bepaalde internetdiensten. Beperkte netneutraliteit, wordt dat genoemd. Binnen enkele weken ligt de telecomwet, waar de uitruil in opgenomen is, voor stemming in het Europees Parlement. De Nederlandse Europarlementariërs lijken vooralsnog de enigen te zijn die zich er echt druk om maken.
Internetvrijheid garanderen
Dat het beperken van internetvrijheid tot zo weinig oproer leidt in de westerse wereld is onvoorstelbaar als je kijkt naar wat er in Turkije gebeurt. Natuurlijk zijn er verschillen. De beperkte netneutraliteit die nu voorligt in de EU zorgt vooral voor een verschil in prijzen van verschillende diensten, en heeft vooral sociaaleconomische gevolgen. Want de beste online diensten worden misschien alleen nog beschikbaar voor de meest vermogenden. Beperkte netneutraliteit kan innovatie tegenhouden en monopolies bevorderen, omdat grote vermogende bedrijven veel meer mogelijkheid hebben bandbreedte in te kopen bij internetproviders dan opkomende startups. Volledige netneutraliteit moet gegarandeerd worden om volledige vrijheid van meningsuiting te garanderen.
Maar netneutraliteit beschermt niet tegen censurerende overheden. Daarvoor is een grover middel nodig. Internet is een noodzakelijk middel voor het democratiseren van een samenleving. En onbeperkte toegang daartoe zou wettelijk vastgelegd moeten worden, zodat noch commerciële bedrijven, noch overheden de toegang ertoe kunnen verhinderen. Maar daar heeft vooralsnog niemand het over.