Verpakt voedsel uit Frankrijk. Suiker en bakolie uit Ivoorkust. Tomaten uit Marokko. Er is geen land in West-Afrika dat meer consumptiewaar invoert dan Mali. En dat is raar, want er groeit hier genoeg om te verkopen of verwerken – maïs, rijst, groenten, fruit, kruiden… Het gebeurt alleen veel te weinig.
“We hebben veel last van producten die uit Azië hierheen gesmokkeld worden”, vertelt Cyril Achcar, telg uit een oorspronkelijk Libanese familie van handelaren die sinds de jaren ‘50 van de vorige eeuw actief zijn. Hij vervolgt: “Daarnaast is er veel oneerlijke concurrentie. Suiker bijvoorbeeld, dat gefabriceerd wordt in Ivoorkust en Senegal. Wij doen dat ook maar we zijn te duur.” In die twee kustlanden zijn de kosten lager. Mali nag daarnaast vanwege regionale afspraken geen extra heffingen opleggen om het verschil weer goed te maken. En de Malinese consument? Die let, zoals overal ter wereld, eerst op de prijs.
Catastrofe
Wat kwam ervoor in de plaats? Import. “We zijn een natie van informele handelaren”, vat Achcar de situatie samen. Vandaar al die spullen uit het buitenland die ervoor zorgen dat Malinese producenten het nakijken hebben. Het heeft weinig zin om de handelaren daarvan de schuld te geven: die grijpen gewoon hun kans, ondanks uitspraken als, “wie spullen invoert die we hier zelf maken, sloopt banen in eigen land”. Prominente handelaren hebben geld en daarmee een warm luisterend oor in de nationale politiek.
“Er zou op televisie reclame gemaakt moeten worden voor onze producten. Elke dag.
Minister voor industrie
Met dat laatste bedoelt hij de houding van die al eerdergenoemde Malinese consument. Een andere industrieel, Hamadaou Sylla, gaf daar tijdens een enorm investeringsforum, in Bamako eerder deze maand, een voorbeeld van: “Ik fabriceer deegwaren voor in de keuken. Met de nieuwste apparatuur en volgens de strengste eisen. Wat denkt de consument als zij Made in Mali op de verpakking ziet staan? “Oh, dat kan nooit goed zijn.” Er zou op televisie reclame gemaakt moeten worden voor onze producten. Iedere dag. Laat de overheid daar eens geld in stoppen.”
Betere kwaliteit
“Mensen die zich in eigen land zeker zijn van de toekomst zullen zich minder snel inlaten met bijvoorbeeld terroristische organisaties
Doorzettingsvermogen
“Het is een kwestie van geduld en doorzettingsvermogen”, concludeert Diboma. Het gaat haar uiteindelijk om de werkgelegenheid. “Mensen die zich in eigen land zeker zijn van de toekomst zullen zich minder snel inlaten met bijvoorbeeld terroristische organisaties.” Van terroristisch geweld heeft Mali al minstens vijf jaar veel last en iedere poging om dat tegen te gaan is welkom. Let wel en nogmaals: de voorkeur hier is dat dat gebeurt onder de vlag business. Zowel Diboma, als Bah als Achcar benadrukken dat voortdurend. Aan deze laatste, de fabrikant van (onder meer) meel, bronwater en snoep de vraag of het allemaal wel levensvatbaar is wat hij wil: “Wat dacht u? Wij zijn het levende bewijs dat het kan, al bijna zestig jaar.”
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand