Het was een belangrijke dag gisteren in Kiev. De laatste dag van de barricades in Kiev viel samen met een feestdag. Op 23 februari vierde men in de Sovjet-Unie sinds 1923 de moed van de vaderlandsbevrijders. Eerst met het Rode Leger. Daarna tegen de Duitsers. Altijd reële vijanden. Nu bevocht men honderd dagen lang een vijand die diffuser bleek dan ooit. De corruptie.
Wie denkt dat persoonlijke verrijking van president Janoekovitsj en zijn familie het enige gezicht is van dit kwaad, vergist zich. Met een gedegen rechtsstaat is het afpakken van lucratieve bedrijven zoals dat door clans gebeurde misschien wat makkelijker uitroeibaar, maar hoe zit het met het diepgewortelde kleine sentiment? Een briefje fooi opgevouwen in je rijbewijs voor de politieagent die vervolgens een bloemetje, een flesje, een doosje bonbons voor de juf op school van zijn kinderen brengt, waarna de juf op haar beurt een envelopje aanbiedt aan de zuster in het ziekenhuis om haar moeder goed te laten verzorgen.
Hebben de demonstranten op Maidan hun vaderland hiervan bevrijd? Nee. De anatomie van de revolutie is complex, maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het enige waar het land nu van bevrijd lijkt, de illusie is dat de vijand overwonnen is. De geest van de vijand is nog altijd daar, in de mentaliteit van de burgers die vanaf nu tot de verkiezingen op 25 mei goed in hun oren moeten knopen dat 'een definitie van wat we niet meer willen nog niet maakt wat we wel willen en vooral hoe en onder leiding van wie’.
[tweet_embed]https://twitter.com/vkoblenko/status/437251900845850625[/tweet_embed]
Eén ding is zeker. Maidan heeft Oekraïne voor altijd bevrijd van een willoze, nederige, in zelfmedelijden zwelgende, nauwelijks gepolitiseerde massa, die niet naar de stembus te krijgen is. De verkiezingen op internet zijn in volle gang. Op naar de wellicht, eerste echte democratische verkiezingen van Oekraïne.