“Als je door deze gangen loopt, weet je waar je het voor doet”, vertelt Terre des Hommes medewerkster Heleen Slob. Er hangen foto’s van vrolijke kinderen. Bezoekers kunnen niet om de slogans op de muren heen. Terre des Hommes is een organisatie die zich inzet tegen kinderuitbuiting in ontwikkelingslanden.
OneWorld sprak met persvoorlichter Heleen Slob (foto: rechts) en programmamedewerker Karin van den Belt (foto: links) over hun werkzaamheden en drijfveren.
Hoe kwam je bij Terre des Hommes terecht?[[{“fid”:”22135″,”view_mode”:”default”,”type”:”media”,”attributes”:{“style”:”HEIGHT: 267px; FLOAT: right; WIDTH: 200px”,”class”:”media-element file-default”}}]]
Heleen: “Zeven jaar geleden was ik freelancejournalist, maar ik wilde me meer richten op internationale samenwerking. Ik studeerde daarom culturele antropologie en reageerde vervolgens op een vacature van Terre des Hommes. Ik werd redacteur en communicatie coördinator. Hierna werd ik hoofdredacteur van ons donateursmagazine en werkte ik ook twee jaar lang op de afdeling projecten. Hier deed ik veel inhoudelijke kennis op, die ik nu als persvoorlichter goed kan gebruiken.”
Karin: “Ik heb sociale geografie gestudeerd, met de focus op ontwikkelingslanden. Ik werkte bij het Nederlands Instituut voor Zuidelijk Afrika, maar miste de combinatie tussen mensenrechten en ontwikkeling. Daarom solliciteerde ik zes jaar geleden bij Terre des Hommes. Ik werd aangenomen als programmamedewerker.”
Hoe ziet een typische werkdag eruit?
Heleen: “Mijn werkdagen zijn erg verschillend. Ik werk een aantal dagen in de week op kantoor en een dag vanuit huis. Op kantoor doe ik van alles: ik neem de actualiteiten door, overleg over campagnes en onderzoeken die we uitvoeren. Daarnaast heb ik contact met onze collega’s in het buitenland en onderhoud ik contact met journalisten.”
Karin: “Op typische werkdagen skype ik met collega’s over onze projecten en beleidsmatige keuzes (bijvoorbeeld over hoe projecten op hun eigen benen kunnen staan). Op deze manier houd ik de voortgang van de projecten in de gaten en kan ik de resultaten rapporteren aan donors. Daarnaast vergader ik over de evaluaties en zet ik deze uit bij consultants. Verder bedenk en coördineer ik projecten, die later in het buitenland ontwikkeld worden.”
Tijdens de rondleiding lopen we langs verschillende werkplekken. Er werken dertig mensen op het kantoor, maar we komen er slechts drie tegen (allen rond de dertig jaar). Hoe is de werksfeer bij Terre des Hommes?
Heleen: “Goed, we worden gestimuleerd om eigen initiatief te nemen. Als je een goed idee hebt, kan het zomaar een project worden. Daarnaast heerst hier de hands-on mentaliteit: dus de directeur haalt ook koffie voor anderen. Er werken wel vaak mensen thuis, dus wordt er zelden geborreld op vrijdagmiddag. De omgang met onze collega’s over de grens is echter vaak warm: wij mogen bij buitenlandse collega’s in huis slapen als we dat willen en dat geldt ook voor hen als zij Nederland bezoeken. Die informele omgang vind ik erg bijzonder.”
Karin: “Ik vond de sfeer tijdens mijn sollicitatie gelijk al prettig. Terre des Hommes is een internationale grote organisatie, maar de sfeer blijft informeel: hij is niet zo zakelijk, maar juist gezellig.”
Staan er nog vacatures open?
Heleen: “We hebben regelmatig vacatures en momenteel zoeken we een tijdelijke all round communicatie adviseur. Daarnaast werken we met veel vrijwilligers in onze tweedehands winkels en ook op kantoor zijn vrijwilligers actief. Zo werkt er iemand op vrijwillige basis aan het beeldarchief en vertaalt een ander teksten.
Wat maakt iemand geschikt om hier betaald te komen werken?[[{“fid”:”22134″,”view_mode”:”default”,”type”:”media”,”attributes”:{“style”:”HEIGHT: 150px; FLOAT: right; WIDTH: 200px”,”class”:”media-element file-default”}}]]
Heleen: “Iemand moet ondernemend en initiatiefrijk zijn. Het is belangrijk dat je je verdiept in de organisatie: je moet weten waar de organisatie voor staat en wat wij per jaar bereiken. Een hands-on mentaliteit is ook zeker een pre. Daarnaast is het een tip om een open sollicitatie te sturen, wij hebben altijd interesse in goede voorstellen.”
OneWorld-lezers zijn erg nieuwsgierig naar Terre des Hommes en stuurden een aantal vragen in.
Nanda: Waar is Terre des Hommes het meest trots op?
Heleen: “Ik denk dat de organisatie het meest trots is op de duizenden kinderen die we elk jaar helpen. Zelf ben ik het meest trots op de kleinere, minder zichtbare resultaten. Ik heb bijvoorbeeld kinderen in Cambodja ontmoet, die dankzij onze opvangprojecten veilig zijn en iets kunnen opbouwen. Het is mooi om te zien dat zij weer langzaam beginnen te dromen.”
Karin: “Ik coördineer het Kind en Ontwikkeling Programma van Terre des Hommes. We werken hierin samen met Kinderpostzegels en het Liliane Fonds. De samenwerking was een uitdaging, omdat wij als organisaties erg verschillen. Toch is het gelukt en werken we nu met steun van het Ministerie van Buitenlandse Zaken in vijf landen (Oeganda, Kenia, Nicaragua, Ethiopië en Tanzania) samen. Dit project draait nu al tweeënhalf jaar en we hebben op het gebied van onderwijs, gezondheid en economische ontwikkeling al veel meer bereikt dan we van te voren hadden gedacht. Zo gaan er nu 50.901 kinderen in die regio naar school en hebben we 3166 leraren getraind om les te geven aan kinderen met een handicap. Daarnaast schoolden we 2689 mensen bij als medisch personeel en hebben we 21,293 vrouwen getraind, zodat ze hun eigen bedrijf kunnen opzetten.”
Janet: Wat merkt Terre des Hommes van de economische crisis?
Heleen: “We merken het in de fondsenwerving. We moeten nu nog actiever aantonen wat we bereiken en waarmee we ons onderscheiden van andere goede doelen.”
Karin: “Qua partners merken wij weinig niets van de crisis. We focussen ons meer dan voorheen op één doel, namelijk kinderrechten. We kiezen nog specifieker landen uit en onderzoeken hoe we nog effectiever kunnen werken met hetzelfde geld. Maar al deze activiteiten zouden we ook hebben gedaan als er geen crisis was geweest.”
Judith S: Hoe wordt er gezorgd dat succesverhalen een succes blijven? En hoe wordt een project dat slecht loopt opgevangen?
Heleen: “Succesverhalen zijn over het algemeen projecten die door de lokale overheid worden overgenomen van Terre des Hommes. Wij steunen een project zo’n vier jaar, waarbij we streven naar vooruitgang, zodat het project op termijn op eigen benen kan staan. Wij stimuleren partners om op zoek te gaan naar lokale donoren. De hospitaalboot in Brazilië is daar een goed voorbeeld van. Dit rondvarende ziekenhuis helpt mensen in moeilijk bereikbare gebieden. De lokale overheid heeft dit project nu gedeeltelijk overgenomen. Uit het oog betekent echter niet uit ons hart. We houden contact met projectmedewerkers en kijken altijd naar mogelijkheden om nieuwe projecten op te starten.”[[{“fid”:”22138″,”view_mode”:”default”,”type”:”media”,”attributes”:{“style”:”HEIGHT: 150px; FLOAT: right; WIDTH: 200px”,”class”:”media-element file-default”}}]]
Karin: “Projecten kunnen om verschillende redenen slecht lopen. Als doelstellingen niet behaald worden, dan gaan we het dialoog met de partners aan. We zoeken gezamenlijk naar oplossingen. Soms loopt een project niet goed door financiële redenen, zoals fraude. Als dit gebeurt, dan beëindigen we de samenwerking. Het komt zelden voor, maar als het vertrouwen is geschonden dan is het voor onze organisatie klaar.”
Judith K: Hoe kan ik Terre des Hommes helpen, behalve door een donatie te doen?
Heleen: “Dat kan op verschillende manieren. Je kunt kennis delen op vrijwillige basis, al ligt dat natuurlijk wel aan jouw studierichting en specialiteiten. Je kunt ook als vrijwilliger in onze tweedehandswinkels aan de slag. Of je ruimt je zolder op en brengt deze spullen naar de winkel bij jou om de hoek. Verder kan je ons steunen via sociale media of tijdens campagnes door het tekenen van de petitie.”