In de bakkerij aan een drukke weg in het zuiden van Jakarta zijn zes Indonesische bakkers uiterst geconcentreerd aan het werk. Op het geklik na van messen op het metalen werkblad is het er muisstil. Speciaal voor de pers zijn ze op zondag op komen draven. Door de met blauw zeil afgeplakte ramen, tegen de zon, krijgt de ruimte een futuristische sfeer.
Je zou het niet denken, maar dit is een van de weinige plekken in Indonesië waar stroopwafels worden gemaakt. Elke bakker, gekleed in een witte polo een geel schort en met een mondkapje voor, heeft een eigen taak: de een perst bolletjes deeg in een wafeltang tot koek, de ander snijdt ze nauwkeurig doormidden en weer een ander smeert de karamel er op. Een vierde verwijdert de rafelranden en een laatste haalt er met een kwast de kruimels af en verpakt de koek vacuüm in plastic.
Toen de van oorsprong Friese Bartele Santema, horeca-ondernemer in Jakarta, in 2004 een deel van zijn keukenpersoneel overbodig maakte door met een cateringbedrijf in zee te gaan, bedacht hij een plan om hen weer aan het werk te krijgen. Hij liet zijn moeder Aaltje, toen al op leeftijd, een loodzware stroopwafelbakplaat vanuit Nederland meenemen toen ze hem kwam bezoeken. Santema had een voorliefde voor de Hollandse koek en wilde ze graag in Indonesië kunnen eten. En je bent geen zakenman als je dan niet over de verkoop ervan nadenkt.
Wat ontstond voor de lol sloeg direct aan. Via zijn cafés, in eerste instantie opgezet voor expats in de Indonesische hoofdstad Jakarta, leerde Santema de algemeen manager van Starbucks Indonesië kennen en die zag wel iets in de Hollandse koek. Al bij de eerste proefverkoop waren de stroopwafels namelijk populair bij het koffiedrinkend publiek.
Waar in Nederland de wafel in de negentiende eeuw nog ontstond als een armenkoek, daar werd hij in Jakarta geliefd onder de Starbucksbezoeker: de expats en de meer welvarende Indonesiërs. Een exclusieve deal was het gevolg. Inmiddels levert Aaltje Bakery, de stroopwafelbakkerij die vernoemd is naar Santema’s moeder, al negen jaar als enige stroopwafels aan de van oorsprong Amerikaanse koffieketen. Daarnaast behoren tegenwoordig ook Indonesische supermarkten, scholen en andere koffiehuizen tot de klantenkring.
“In het begin rook de hele buurt naar wafels”, vertelt Santema over de start. Hier over klagen was voor de buren lucratief, Santema kocht hen om met een pak koeken. “Pas dan had ik geen last van hun gemopper. Elke kans om ergens iets aan te verdienen pakt een Indonesiër aan.” De opslag van de wafels was destijds nog bij een vriend van Santema in huis. Daar hingen de chocoladekoeken, stroopwafels voor de helft in chocolade gedoopt, te drogen aan het plafond. Volle dozen stonden opgestapeld tot in de slaapkamer omdat de rest van het huis al was volgebouwd.
De stroopwafel van Aaltje Bakery smaakt anders dan zijn Nederlandse soortgenoot. De koek is minder zoet en in het deeg zit meer kaneel, het heeft wel iets van spekkoek weg. Aaltje Bakery liet ze meerdere malen testen en deze combinatie kwam als lekkerste uit de bus. “Juist deze hoeveelheid kaneel met caramel vinden Indonesiërs lekker bij de koffie”, vertelt Eva Thiodora (36), sinds drie jaar in dienst van de bakkerij. Thiodora regelt er voornamelijk de administratie, maar denkt ook mee over de uitbreiding van het assortiment. “Ik zou ook graag een aarbeien-chocoladestroopwafel maken. We hopen dat de stroopwafels hier net zo populair wordt als de van oorsprong Nederlandse castengel (kaastengel, red.).”
De zoektocht naar de juiste karamel was moeilijker dan gedacht. Door de warmte smolt de Nederlandse stroop en kreeg je lange slierten tijdens het eten. Via zijn schoonvader kwam ondernemer Santema uiteindelijk bij Michael Arthur Greaves, dé karamelspecialist uit Engeland die achter de karamel van onder meer Milky Way en Mars zat. Greaves was toen al lang met pensioen, maar wilde hij Santema graag helpen. Een dikkere stroop die goed bestand is tegen het warme weer was het resultaat.
Ondanks alle belangstelling blijft de oplage van de koeken gering. De koffiehuizen en supermarkten nemen gezamenlijk zo’n 17000 koeken per maand af. Starbucks, dat al aardig aanwezig is in de groeiende economie, koopt maandelijks zo’n 3000 wafels. Starbucks Indonesië groeide de afgelopen drie jaar met 55 winkels tot 165, maar nog niet in alle filialen is de stroopwafel te koop. Aaltje Bakery is te klein om meer te produceren en uitbreiden zonder hulp kan ik niet, vertelt Santema.
Eerder deed de Nederlandse zakenman hier wel een poging toe, maar het bleek lastig om de juiste receptuur aan te houden als er een grotere hoeveelheid werd gemaakt. “We hadden een perfecte gevulde koek, maar door een wisseling onder het personeel liep de ontwikkeling ervan spaak. En ik was ondertussen alweer bezig met een nieuw project.”
Een Nederlandse bakker over laten komen om nieuwe koeken te proberen is voor Santema een aantrekkelijk idee. “Als ik het goed wil aanpakken dan hebben we een professionele bakker nodig, maar ook beter opgeleid personeel en een grotere bakkerij. Hiervoor zou ik graag een investeerder in de hand nemen, dan doe ik de marketing zelf.”
Actief op zoek gaan naar een geldschieter lukt Santema echter niet. “Ik heb er geen tijd voor; ik heb ook een galerie, twee cafés en een drukkerij gaande te houden. Een subsidie van de Nederlandse overheid zou ook helpen, maar ik geloof dat ze dat niet meer doen.” Voorlopig blijft de stroopwafel in Indonesie dus een exclusieve koek.