Walter Faaij maakte in februari een reis naar Spitsbergen en schrijft over de vervlechting tussen ecologische, economische, geopolitieke en sociale belangen.
Een maakbare planeet?
Ik ben gefascineerd door de noordpool. De ruige, onvergeeflijke natuur negeert de gedachte van een maakbare samenleving volledig. Als de natuur haar tanden laat zien, met kou, wind, onvoorspelbaarheid, heeft de samenleving zich maar aan te passen. Winkels hebben problemen met de bevoorrading, vluchten worden geannuleerd, mensen lijden aan bevriezing. Wetenschappelijke expedities lopen niet altijd goed af, zoals blijkt uit het recente overlijden van de ervaren poolreizigers en onderzoekers Philip de Roo en Marc Cornelissen. En dan zijn er nog de incidenten waarbij mens en ijsbeer elkaar met soms dodelijke afloop treffen. De maakbare samenleving bestaat hier niet.
Maar op de terugweg naar Nederland knaagt er iets. Vanaf het moment dat Willem Barentsz in 1596 de eilandengroep Svalbard (Spitsbergen) ontdekte en de walvisvaarders voet aan wal zetten werd het uiterste van mens en techniek gevraagd. Overleven in het arctische en extreme klimaat vroeg om innovatie, doorzettingsvermogen, state-of-the art technieken en een sterke wil. Om te overleven moest de natuur tot op zekere hoogte getemd worden. Zo bezien is de samenleving op Spitsbergen hét voorbeeld van maakbaarheid.
Een vlag planten met kolen
De gedachte dat de natuur ten dienste staat aan de mens heerst overal, ook op Spitsbergen. De economie van Spitsbergen heeft drie pijlers: kolenindustrie, toerisme en wetenschappelijk onderzoek. De kolenindustrie levert maar weinig winst op. Een publiek geheim is dat de actieve mijnbouwbedrijven (in staatshanden) vooral om geopolitieke redenen op Spitsbergen zijn. Rusland en Noorwegen hebben zo allebei een reden om op Spitsbergen te zijn, en dat is fijn met het oog op de verschuivende machtsbalans in de wereld en de groter wordende rol van het poolgebied.
Ook het toerisme heeft vaak een negatieve impact op de ecologische omgeving. Veel vormen van toerisme maken gebruik van de natuur zonder daarvoor goed te zorgen. Op Spitsbergen rijden toeristen in grote groepen met sneeuwscooters rond en verstoren daarbij de natuur.
Slecht nieuws voor wie denkt dat het vroeger beter was. De walvisjacht is hier een krachtig voorbeeld van, geschetst door Louwrens Hacquebord in zijn boek Wildernis, woongebied en wingewest (2015). Waar men eerst ‘over de walvishoofden de fjorden over kan steken, is nu nauwelijks nog een walvis te vinden’.
Moeder ijsbeer
Het tij keert langzaam. Een tocht per hondenslee bij -30 °C geeft nieuw inzicht. Onze gids is betrokken bij de oprichting van een lokale politieke partij die duurzaamheid hoog in het vaandel heeft. De grote groepen sneeuwscooters die rondrijden over het eiland – in een beperkte zone – baren haar grote zorgen voor het welzijn van flora en fauna. Als een ijsbeermoeder na een lange winterslaap en het zogen van twee jongen totaal vermagerd voor het eerst uit haar hol klimt, moet zij twee dagen wennen aan het daglicht. Verslapt en uitgemergeld doet zij haar best een prooi te vangen om zo aan te sterken en haar jongen te laten overleven. Als op zo’n moment een groep sneeuwscooters langskomt, kan het effect op de ijsbeermoeder groot zijn. Dusdanig groot dat zij haar jongen in de steek laat of met haar laatste krachten net niet haar prooi te pakken krijgt. De nieuw opgerichte partij streeft naar een andere en meer duurzame relatie tussen mens en natuur, een roep die steeds vaker en luider klinkt.
Mijn trip naar Spitsbergen maakte de vervlechting tussen ecologische, economische, geopolitieke en sociale belangen weer eens bijzonder zichtbaar. Deze verknoping maakt de transitie naar een duurzame samenleving ook zo lastig, waar ook ter wereld. Maar verheugend is de verschuiving die langzaam zichtbaar wordt: op lokaal niveau door het oprichten van een politieke partij met duurzaamheid in de kern, en op globaal niveau bijvoorbeeld met het recente nieuws dat het Noorse overheids-pensioenfonds haar beleggingen in kolenindustrie zal terugtrekken. Wat mij betreft een sterke aanwijzing voor het verschuivende politieke en sociale landschap. Want uiteindelijk is er niks minder nodig dan een cultuurverandering om duurzaamheid in de samenleving te verankeren.
Over de auteur: Walter Faaij is Sustainability Consultant en is eigenaar van het adviesbureau Sustainable Consultant. Hij helpt bedrijven en organisaties bij het creëren van draagvlak voor duurzaamheid. Hij werkt nauw samen met de Academie voor Organisatiecultuur.