Ontwikkelingslanden exporten nu al 50% minder gas naar de VS dan ze gedaan zouden hebben als de VS niet op grote schaal naar schaliegas zou boren. Dat berekende het Overseas Development Institute (ODI) in hun rapport ‘The development implications of the fracking revolution’. Ook missen olie-exporterende ontwikkelingslanden als de Democratische Republiek Congo, Tsjaad en Angola in totaal naar schatting 32 miljard dollar aan olie-inkomsten, door schalie-olie in de VS.
China wordt gezien als mogelijke grote volgende speler in schaliegas en –olie. In het huidige vijfjarenplan van de Chinese overheid is schaliegas een prioriteit. ODI verwacht dat het land in 2020 tientallen miljarden kubieke meters schaliegas zal winnen. Martijn Verdonk, onderzoeker bij het Planbureau voor de Leefomgeving, zegt dat China nog ver weg is van een schalierevolutie vergelijkbaar met de Amerikaanse. “De hele infrastructuur die daarvoor nodig is, is er nog niet in China. De potentiele schaliegasvoorraden zouden vooral in het midden en westen van het land liggen, terwijl de vraag in het oosten ligt. Ik begrijp ook dat het technisch meer uitdagend is om schaliegas te winnen in de meer complexe bodem, waardoor de winningskosten waarschijnlijk ook hoger liggen, dus ik moet het nog maar zien.”
Maar áls China erin slaagt net zo’n revolutie neer te zetten als in de VS, worden dezelfde exporterende landen geraakt als door Amerika’s schalierevolutie. En gaan Afrikaanse landen aan het kortste eind trekken. ODI voorspelt dat China 30 tot 40% minder gas zal importeren in 2020 dan als het land van de schaliegas af zou blijven.
Geopolitieke verhoudingen
De (verwachte) toenemende energieonafhankelijkheid van de VS en China kan de geopolitieke verhoudingen goed opschudden. OPEC (een groep van twaalf olie-exporterende landen) en Rusland zijn de grote verliezers: ’s werelds grootste afnemers draaien immers hun importen terug. Europa zal met het Oekraïne-conflict in gedachten ook minder afhankelijk willen worden van Russisch gas. Vooralsnog is er in verschillende landen waar schaliegas aanwezig is (Frankrijk, Duitsland) een verbod op fracking, het injecteren van vloeistoffen in de bodem. Maar of dat zo blijft, is maar de vraag. In Engeland (waar het ODI gevestigd is) woedt een fel politiek debat tussen voor- en tegenstanders van fracking.
Daarnaast zal het hogere aanbod olie door schalieboringen de olieprijs doen dalen. Dat is wederom slecht nieuws voor de exporterende landen, maar voor importerende landen als India, Senegal en Zambia kan een lagere olieprijs goed uitpakken. Zij zijn namelijk minder geld kwijt aan het importeren van hun energievoorziening.
Overmoedig?
Zo’n vaart zal het allemaal niet lopen, want de schalierevolutie is al over z’n hoogtepunt heen, klinkt het uit de hoek van de tegenstanders. Jeremy Leggett, auteur en klimaatactivist, schrijft in een recente column in Recharge Magazin dat de in de VS de schaliegasproductie al gepiekt heeft en dat alle sweet spots voor olie al aangeboord zijn. “In de echte wereld zijn een paar ongemakkelijke waarheden: 35 miljard dollar aan investeringen zijn afgeschreven door 15 grote bedrijven in de Amerikaanse schaliesector sinds de revolutie begonnen is. Investeringen blijven uit nu investeerders merken dat er een luchtje aan zit.”
Verdonk geeft aan dat het boren naar gas inderdaad weinig rendabel is. “Het boren naar schaliegas vergt een veel grotere inspanning en veel meer putten in vergelijking met conventionele gaswinning. Tegen de hele lage prijzen die nu (als gevolg van de toegenomen gasproductie, red.) gelden…”, zegt hij. “Maar bij dat boren naar gas worden ook andere producten, vooral vloeistoffen zoals schalieolie, gevonden die wel een hoge waarde hebben. Dat maakt het boren toch aantrekkelijk”, aldus Verdonk.