Het lijkt wel een carnavalsoptocht in de bergen van Kendeng, centraal Java. Een uitgelaten stoet vrouwen en kinderen loopt in optocht door de dorpjes. Met de mannen achteraan die grote houten platen dragen waarop bergen geweven groene bananenpakketjes liggen gestapeld. De Indonesische vlag wappert op de top.
Dan begint een moslimgeestelijke die voorop loopt lofliederen te zingen voor Allah en de profeet Mohammed. ´Het is een Ketupat Ritueel´, vertelt een van de gesluierde vrouwen. Zo aan het einde van de moslimfeestdagen gebeurt het vaker dat dorpen in Java uitlopen met pakjes gemaakt van bananenbladeren waarin gele rijst zit verstopt. Geel is de kleur van geluk.
´Met deze ceremonie biechten we onze fouten op en vragen we de mensen die we pijn hebben gedaan om vergeving´, legt dezelfde gesluierde mevrouw uit. Ketupat betekent in het Indonesisch dat je toegeeft dat je verkeerd hebt gehandeld. ´We vragen God om geluk en goede gezondheid. En dat de cementfabriek hier niet mag komen´, voegt ze als laatste nog even snel toe.
Het ritueel dient vandaag voor een deel als protest tegen de plannen van het bedrijf Sement PT die hier al jaren aan het lobbyen is om een cementfabriek te openen. Maar ook om de wonden te helen die door de jaren heen zijn ontstaan. Aanvankelijk wilde de bevolking geen fabriek. Later lieten enkele dorpjes zich omkopen en kwamen de mensen lijnrecht tegenover elkaar te staan. De optocht vandaag moet de eenheid terugbrengen.
Sinds 2005 al probeert de cementmultinational voet aan de grond te krijgen. Het leek toen dat het contract rond was voor de productie van 2.5 miljoen ton cement per jaar. Maar zowel de regering als het bedrijf hadden niet op het sterke verzet van de bevolking gerekend, die tien jaar geleden nog verenigd was. Verhalen over de rijkdommen die zouden terugvloeien naar het dorp en de duizenden banen die de nieuwe fabriek zouden opleveren, sloegen destijds compleet de plank mis.
´We staan bekend als ‘Saministen´. Die zijn wijs en vechten voor hun natuurlijke omgeving´, legt de geestelijke met een trots gezicht uit. Ze hebben zich vernoemd na Saminist Surontika, een dorpeling die zich verzette tegen de Hollandse koloniale bezetting. Surontika predikte vreedzaam verzet tegen de onderdrukkers. ´Wij zijn tegen de komst van de cementfabriek. Niet alleen onze heilige bergen gaan er aan, ook onze landbouwgrond. Voor geld of een bromfiets zijn we niet te koop! De bevolking in de dorpjes koestert de berg. In 49 grotten zijn ondergrondse rivieren ontdekt. Die zullen allemaal verdwijnen als er wordt gestart met de afgravingen.´
´Ojo ela elu, apik elek mungguhe awake dewe-dewe´, zingt de geestelijke. ´Accepteer niet alles wat je krijgt aangeboden. We moeten eerst beoordelen of het wel goed is voor ons´.
De Saministen rond de Kendeng berg onderhouden een spirituele relatie met hun grond. Ze doen al heel lang aan organische landbouw. Sinds de cementmensen voor het eerst hun gezicht in de dorpen hebben laten zien, ontwikkelden ze zich aanvankelijk tot sterke milieu-activisten. Ze hadden een groot voorbeeld kunnen zijn voor vele Indonesische dorpen die zich heel snel in de luren lieten leggen en zagen hoe hun milieu is gemaakt door de komst van dit soort bedrijven. ´De Saministen zijn slim. Wij weten heus wel dat niet wij maar de eigenaren van de fabriek er met de grote winst vandoor gaan. Geen dorp in Indonesië is er met de komst van een cementfabriek ooit op vooruitgegaan´, vertelt de moslimgeestelijke.
Jaren gingen voorbij. Jaren waarin de gemeenschappen zich met hand en tand verzetten tegen de komst van de cementfabriek. De dorpjes vormden zo´n hecht front. Niemand kon er tussen komen. Ook de oproerpolitie die regelmatig op de bevolking werd afgestuurd werd met open armen ontvangen. Er was geen geweld. De mannen die werden gearresteerd lieten zich als een lam naar de slachtbank afvoeren.
De moslimleider wordt nu emotioneel. Sinds enkele maanden is er een scheuring binnen de dorpjes opgetreden. Handlangers van de cementfabriek hebben op sommige plekken net zolang lopen zeuren, geld betaald, tot sommige boeren zeiden bereid te zijn hun grond aan de cementfabriek te verkopen. Zelfs binnen families is ruzie onstaan omdat het ´ene kamp zich wel heeft laten omkopen´.
De pro´s hebben het volgens een woordvoerder van de cementfabriek van de contra´s gewonnen. ´90 % van de mensen in de dorpjes is nu wel bereid de grond te verkopen´, beweert hij. Volgend jaar hoopt het bedrijf de fabriek te kunnen openen. Er gaan geruchten rond dat het bedrijf de bupati´s, de districtleiders heeft omgekocht. Sinds de decentralisatie kregen zij veel macht. Indonesië is er sinsdien veel corrupter op geworden.
De contra Saministen geloven de woordvoerder van de cementbedrijf niet. ´We hopen met onze rijst vandaag de goden gunstig te stemmen. Dat de fabriek alsnog niet doorgaat´, zegt de moslim geestelijke. Al lijkt het een gelopen race. Met de bananenpakketjes denken ze de eenheid terug te brengen in de verscheurde dorpjes. De meeste mensen maken de mandjes gulzig open en eten de rijst. ´Ik neem het mee naar huis. Ik bewaar mijn Ketupat in de hoop dat we alsnog de cementfabriek kunnen tegenhouden´, zegt de gesluierde vrouw.
´Ojo ela elu, apik elek mungguhe awake dewe-dewe´, zingt de geestelijke nog een keer. ´Accepteer niet alles wat je krijgt aangeboden. We moeten eerst beoordelen of het wel goed is voor ons´.