Vasten in 47 graden is geen pretje. Ik hoor Nederlandse vrienden over nieuwe spirituele hoogtes, maar voor veel Afghanen was het afzien. Vooral voor diegene zonder de fameuze coolars (kruising tussen airco en ventilator) of geld voor een goedgevulde Iftar tafel.
Eigenlijk zou gelijk na de Suikerfeesten de nieuwe president van Afghanistan worden ingezworen. Maar die deadline wordt door twee ruziënde presidentskandidaten en vermoedens over megafraude tijdens de verkiezingen niet gehaald. Te midden van deze onzekerheid won de Taliban nieuw terrein. De gevestigde orde smeed nieuwe bondjes, om straks verzekerd te zijn van een plek aan tafel als de macht wordt herverdeeld.
In die Ramadanroes heb ik veel mensen geïnterviewd. Dat vraagt om de nodige creativiteit. Uiteraard plande ik de gesprekken extra vroeg. Mijn vragen moesten inkakmomenten voorkomen. Spannende inleidingen, provocerende vervolgvragen, ik heb van alles geprobeerd. Dat veel mensen suf en ongeduldig wachten tot de zon onder gaat heeft ook voordelen; een diplomatiek filter kost dan teveel energie. WAT ER MIS IS MET NGO'S? DAT ZAL IK JE HAARFIJN UITLEGGEN. Binnen een paar minuten kwamen we tot de kern van de zaak.
Vorige week ging ik weer met Akbar op stap. We hadden een lange autorit voor de boeg naar de dirtroads van district Dawlatabad in de noordelijke provincie Balkh. Witte landcruisers, die geassocieerd worden met buitenlanders, zijn hier te gevaarlijk, dus wederom in de Corolla. In Dawlatabad stonden geen dadels en schalen vlees op tafel met Iftar. Hier struikel je zo in het gapende gat tussen stad en platteland.
Om me heen zitten 12 vrouwen in een kamertje waar de warme lucht en stof van de afgelopen maand is blijven hangen. Ze hebben grootse plannen. De vrouwen staan op het punt een eigen boerencoöperatie te beginnen. 50 leden hebben zich al aangemeld. Ik heb mijn prikkelende ramadanvragen bij de hand, maar die blijken overbodig. Als ik vraag naar de toekomstige leidster van de coöperatie, barst een verhitte discussie los.
‘Vind jij dat ze moet kunnen lezen? Ik heb liever dat ze goed met iedereen overweg kan. Ze moet veel belangrijke mensen kennen.’ – ‘Wat hebben we daar nou aan? Onze leidster moet juist op kunnen schrijven hoeveel winst we hebben gemaakt.’ – ‘Ik wil iemand die alles over vee en landbouw weet.’ – ‘Koeien?! Nee, ik denk we iemand moeten uitkiezen die goed kan onderhandelen. We zijn straks toch zakenvrouwen, of niet soms?’. Mijn tolk raakt de draad kwijt en ik ben enkel toeschouwer geworden.
Een vrouw krijgt de groep uiteindelijk stil: ‘Wat er ook gebeurt, ik zal hard werken om van de coöperatie een succes te maken. Ik verloor vier kinderen tijdens het Talibanbewind. De kinderen die nu in leven zijn, daar strijd ik voor.’ Er staat veel op het spel voor deze vrouwen.
Met als grootste winst misschien een escape voor hun kinderen; weg uit Dawlatabad naar een opleiding in de stad.
Drie kwartier na ik uit Dawlatabad vertrok, ontplofte daar een bom op de centrale markt – terug in de koortsige Ramadanroes.
De vrouwen kiezen hun leidster op een plek waar de nieuwe president het straks niet voor het zeggen heeft. Daar, ver bij het presidentiele paleis vandaan, bepalen lokale machthebbers en herrieschoppers hoe de dag eruit ziet. Ik hoop dat ze hun hoofd koel houden en klaarspelen wat op nationaal niveau maar niet lukt. Dat een leidster opstaat die zichzelf geen inkakmoment of verlammende vriendjespolitiek gunt. Een die onvermoeibaar werkt aan betere tijden voor alle leden van de coöperatie.
Lotte van Elp werkt in Afghanistan voor Cordaid en als journalist. Haar standplaats voor de komende weken is de noordelijke provincie Balkh.