Het nieuwe jaar begon meteen goed. Aan de uitpuilende quinoakast van de natuurwinkel was een onheilspellende mededeling bevestigd: “Prijsstijging quinoa. De stijgende vraag naar quinoa heeft de vraagprijs enorm doen stijgen. Hogere inkomsten heeft de boer doen verleiden bestrijdingsmiddelen te gebruiken om aan deze vraag te voldoen. Hierdoor is het aanbod biologische quinoa gedaald terwijl de vraag onverminderd blijft stijgen. Wij blijven uiteraard voor 100 procent biologisch kiezen, ondanks de zeer forse prijsstijging die dit tot gevolg heeft.”
Ban Ki-Moon en Yotam Ottolenghi, bedankt! Want dat vooral deze heren blaam treft, moge duidelijk zijn. Allereerst Ottolenghi, al jaren de hipste naam in kookboekenland. In 2010 verscheen zijn boek Plenty (een jaar later in het Nederlands vertaald), waarin eindelijk eens lekker en avontuurlijk werd gekookt zonder vlees. Spannende gerechten, vaak met tientallen ingrediënten, geïnspireerd op het Midden-Oosten. Het werd razend populair. We gingen massaal kruiden hakken en obscure voedingswaar kopen. En we gingen dus allemaal aan de quinoa, een zaad dat op een graan lijkt, de ster in Ottolenghi’s show.
Daar kwam Ban Ki-Moon overheen. Goedkope quinoa ging definitief ter ziele toen de Verenigde Naties 2013 uitriepen tot jaar van de quinoa: dit gewas was zó voedzaam en kon zo goed verbouwd worden onder wisselende omstandigheden, dat het een oplossing voor veel voedselproblemen zou betekenen. Goede bedoelingen, maar het pakte anders uit. De wereldwijde vraag steeg zo enorm, (met name uit de Verenigde Staten en vooral Frankrijk en Nederland) dat boeren meer bestrijdingsmiddelen gingen gebruiken om hun opbrengst te verhogen. In quinoa-producerende landen zelf kunnen veel mensen dit voedsel inmiddels niet meer betalen. In Bolivia is het zaad sinds 2006 zeker drie keer duurder geworden. De arme bevolking kiest nu noodgedwongen voor goedkopere, minder voedzame alternatieven zoals rijst.
En had de VN niet onderstreept hoe makkelijk quinoa te verbouwen is? Precies! Slimme Amerikaanse en Europese boeren zijn al bezig. Voor Bolivianen en Peruvianen is quinoa een eliteproduct geworden, dat ze straks nog moeten importeren ook. Dat quinoajaar was net zo’n succes als het Nederlands-Russisch vriendschapsjaar.