“De Centraal Afrikaanse Republiek is al decennia lang chronisch onveilig, maar door de staatsgreep in maart is de situatie echt geëscaleerd”, zegt Arjan Hehenkamp, directeur van Artsen zonder Grenzen. “Het land heeft hulp én aandacht nodig.”
Afgelopen maart vond er in de Centraal Afrikaanse Republiek een staatsgreep plaats. Dit had grote gevolgen, die ‘door vele media onderbelicht blijven’ meent Hehenkamp. OneWorld vroeg hem daarom om uitleg over de situatie.
[[{“fid”:”22863″,”view_mode”:”default”,”type”:”media”,”attributes”:{“height”:4256,”width”:2832,”style”:”width: 200px; height: 301px; float: right;”,”class”:”media-element file-default”}}]]De islamitische rebellengroepering Séléka joeg in maart president François Bozizé uit de Centraal Afrikaanse Republiek, waarna Séléka de nieuwe regering vormde. President Bozizé kwam zelf ook via een gewelddadige staatsgreep aan de macht. Wat is er nieuw aan de situatie in het land?
“Sinds de onafhankelijkheid van Frankrijk in 1960 heeft de Centraal Afrikaanse Republiek niet goed gefunctioneerd. Corruptie, machtsovernames, geweld en rebellie speelden altijd een rol. De coup van afgelopen maart heeft dit erger gemaakt: nu heeft Séléka, een militie die voortkomt uit de moslimminderheid van de Centraal Afrikaanse Republiek, de macht gegrepen. Séléka gebruikt huurlingen uit Soedan en Tsjaad en zaait met intimidatie en brute moorden angst bij de bevolking. De christelijke meerderheid van de bevolking verzet zich met de lokale self-defense groepen die Anti-Balaka worden geoemd. Zij vielen Séléka afgelopen september aan en Séléka sloeg vervolgens keihard terug. De partijen vechten tegen elkaar, maar ook tegen elkaars bevolkingsgroepen. Ze vermoorden mensen vanwege hun etnische achtergrond. De inwoners van steden vluchten hierdoor massaal. Zo zijn er veertigduizend mensen uit hun huizen in de stad Bossangoa gevlucht. Het merendeel daarvan leeft nu op het terrein rond een kerk. Al deze mensen leven dicht op elkaar, op plekken waar geen water, voedsel en wc’s of douches zijn. Ze zijn te bang om terug naar hun huis te gaan, dat soms honderd meter verderop staat. Intussen hoopt het vuilnis zich op, waardoor het risico op ziektes per de dag toeneemt.”
Waarom weten weinig mensen van deze situatie af?
“Een natuurramp zoals in de Filipijnen maakt vele emotie en generositeit los. De problemen in de Centraal Afrikaanse Republiek spelen al jaren, dus veel mensen vragen zich af wat het nut van hulp is als er geen structurele oplossing komt. Hierdoor krijgt het land onder andere minder media-aandacht.”
[[{“fid”:”22859″,”view_mode”:”default”,”type”:”media”,”attributes”:{“height”:2560,”width”:3840,”style”:”width: 500px; height: 333px;”,”class”:”media-element file-default”}}]]
Toch weet de VN-Veiligheidsraad van de situatie af. De Raad veroordeelde de staatsgreep in maart en meldde in september dat het alle opties overweegt om de Centraal Afrikaans Republiek te stabiliseren. Wat houdt dat in de praktijk in?
“Frankrijk wil zes maanden militaire troepen naar de Centraal Afrikaanse Republiek sturen om in te grijpen. Hier neemt de VN-Veiligheidsraad volgende week een besluit over. De VN-hulporganisaties handelen al wel in het land, maar dan vooral in de hoofdstad Bangui. Veel hulporganisaties kunnen of durven niet buiten deze hoofdstad te werken, omdat er veel onveiligheid heerst. Maar juist de conflictgebieden zoals Bossangoa hebben hulp nodig. Artsen zonder Grenzen werkt daarom op tien verschillende plekken met ongeveer honderdvijftig internationale werknemers en honderden nationale werknemers, om mensen van bijvoorbeeld medische hulp te voorzien. Maar wij zijn slechts één organisatie, er moet veel meer hulp komen, vooral van de VN. De aanwezigheid van internationale humanitaire organisaties zoals de VN maakt meer hulp mogelijk en kan ook dempend werken op het geweld dat verschillende milities uitvoeren. Als de VN hulporganisaties voorop lopen, dan zullen andere NGO’s volgen. Zij zijn namelijk vaak afhankelijk van de veiligheidscapaciteiten van de VN, waar Artsen zonder Grenzen dat niet is. Wij laten zien dat er nu al hulp kan worden geboden en dus moeten andere hulporganisaties ook nu hulp bieden en niet wachten op een militaire interventie.”
Blog
Arjan Hehenkamp schreef tijdens zijn bezoek aan Bossangoa een blog. Deze kun je hier lezen.
Denkt u dat militair ingrijpen van Frankrijk de situatie verbetert?
“Wij oordelen niet over militaire interventies. Daartoe zijn wij, als humanitaire organisatie, niet competent. Elke militaire interventie, met goede of slechte bedoelingen, kent slachtoffers. Het is aan ons om slachtoffers hulp te bieden. Wij zien het daarnaast als onze plicht om regionale, nationale en internationale politici te wijzen op hun verantwoordelijkheid in dit conflict. Ik push daarom de VN en andere hulporganisaties om nu hulp te realiseren, nog voor een eventueel Frans militair ingrijpen. Ik was namelijk vier weken geleden in Bossangoa en toen was het crisis. Eerlijk gezegd zien wij nog niet dat de VN heel erg veel meer doet dan vier weken geleden. De Centraal Afrikaanse Republiek en haar inwoners hebben nu de aanwezigheid van internationale organisaties en de bijbehorende humanitaire hulp nodig. Wij kunnen hen niet langer laten wachten, want het probleem in het land lost zich niet vanzelf op.”
[[{“fid”:”22861″,”view_mode”:”default”,”type”:”media”,”attributes”:{“height”:2560,”width”:3840,”style”:”width: 500px; height: 333px;”,”class”:”media-element file-default”}}]]
Beeld: Juan Carlos Tomasi