“Turken zijn ontzettend tech-savvy”, zegt Yavuz Baydar, columnist en journalist in het land. “In Turkije is het grootste percentage Twittergebruikers, gevolgd door Nederland en Japan”, voegt hij toe. De ban die premier Tayyip Erdogan in maart op Twitter en Youtube instelde, en die inmiddels door een rechter verworpen zijn (hoewel de Youtube-ban in de praktijk nog niet opgeheven is), zijn vooral “symbolisch”, zegt Baydar. “De Turken kunnen gemakkelijk om zo’n ban heen. De regering vecht tegen een overstroming met een paar emmertjes.”
Baydar volgt al dertig jaar als criticus het Turkse media-stelsel. Er zijn altijd problemen geweest met de persvrijheid, maar, zegt hij, de situatie is het afgelopen jaar ernstig verslechterd. “De staatsomroep TRT is zo goed als volledig onder controle van de regering. Het aantal minuten dat aan de AK-partij wordt besteed is ongelooflijk hoog in vergelijking met de minuten die aan oppositiepartijen besteed worden. Kritische meningen worden niet meer toegelaten bij de omroep.” Ook het persagentschap Anadolu is een lachertje geworden, volgens Baydar. “Het was al semi-officieel de uitlaatklep van de AK-partij, maar nu is het dat helemaal. Ze censureren nieuwsverhalen zonder schroom. Het is nog nooit zo ernstig geweest.” De huidige directeur van het persagentschap is de voormalige woordvoerder van Erdogan.
En dan zijn er nog de commerciële televisiezenders en kranten. “Ik schat dat 90 procent daarvan onder ernstige politieke druk staat. Dat hebben we nog nooit meegemaakt”, zegt Baydar.
Hoe komt het dat de commerciële omroepen en mediabedrijven zich zo onder druk laten zetten?
“Veel mediabedrijven zijn ook in andere sectoren actief, zoals de telecomsector. Om daar contracten te krijgen en geld te blijven verdienen, moeten ze zich schikken naar de politieke druk. In audio leaks op Youtube, waarvan sommige bevestigd zijn, hoor je hoe Erdogan en andere regeringsleiders uitgevers en hoofdredacteuren onder druk zetten om artikelen te censureren of journalisten aan te pakken.”
Zijn er nog onafhankelijke media?
“Er zijn misschien nog vier of vijf onafhankelijke kranten. Dat zijn kleine kranten die niet bij een groot mediaconcern horen, maar bijvoorbeeld door een stichting geleid worden. Ze proberen zich alleen te redden, maar zijn daarbij volledig afhankelijk van adverteerders. En je ziet nu ook dat er vanuit de overheid druk wordt gezet op bedrijven om niet in die kranten te adverteren, zodat ze uiteindelijk kopje onder gaan.”
Baydar werd in de zomer van 2013 ontslagen. Naar aanleiding van de protesten in het Gezi-park schreef hij twee columns als ombudsman van het dagblad Sabah, die geweigerd werden. Daarop stuurde hij een opiniestuk naar de New York Times. Na publicatie van dat stuk werd hij ontslagen door de Turkse krant.
Hij is niet de enige journalist die ontslagen werd. In het afgelopen jaar zijn er meer dan 210 journalisten weggestuurd bij kranten, tijdschriften en omroepen. “Je ziet een nieuwe trend in het straffen van journalisten”, zegt Baydar. “In plaats van ze gevangen te zetten, worden ze ontslagen. En na ontslag lijken ze wel radioactief: niemand neemt ze nog aan.”
Kunnen de journalisten daar niets tegen doen?
“Weinig mensen, en zeker journalisten, zijn in Turkije lid van een vakbond. Er is weinig solidariteit binnen de beroepsgroep, en daar maakt de overheid misbruik van. Iedere journalist die een kritische mening verkondigt in een column, die op Twitter dingen zegt die Erdogan uitdagen, of die op de nieuwsvloer de redactionele vrijheid verdedigt, kan op staande voet ontslagen worden. Het is heel moeilijk daar als individuele journalist iets tegen te doen, omdat er geen collectief besef heerst over wat het betekent om journalist te zijn. Er zijn wel journalisten die het online proberen, waar ze volledige onafhankelijkheid hebben. Maar dat brengt weinig geld in het laatje.”
Toch is er hoop. Enkele internationale nieuwsorganisaties hebben Turkstalige websites opgezet, waaronder The Wall Street Journal, Bloomberg, Neues Deutschland en de BBC. “Dat zijn voorbeelden van onafhankelijke, betrouwbare nieuwsbronnen in het Turks”, zegt Baydar.
Wat kan Europa doen om de persvrijheid in Turkije te bevorderen?
“Ten eerste moet er aandacht blijven voor de verslechterende situatie hier. Ook moeten Europese instanties veel beter monitoren hoe de persvrijheid hier geschonden wordt. Maar wat ik echt als een kans zie, is inmenging van de Europese staatsomroepen. Als zij hun middelen samenleggen en een Turkse website maken onder hun vlag waar Turken objectieve nieuwsberichten kunnen vinden, zou dat een enorme stap vooruit zijn. Dit lijkt mij echt noodzakelijk , en hoewel het moeilijk is, denk ik dat het kans van slagen heeft.”
Hoe zie je de toekomst van media in Turkije?
“Het is een heel ingewikkelde situatie nu, alles is volop in beweging. Je ziet wel echt een strijd voor een bewuste maatschappij waarin meer democratie en meer vrijheid belangrijk zijn. Het is niet makkelijk voor Erdogan om van Turkije een soort Centraal-Aziatische staat te maken waar geen protest meer is.”