Begunstigden goede doelen in gevaar
Het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF) werkt aan een verzwaring van de criteria van zijn keurmerk. Hiertoe vervlecht het CBF zijn eisen met die van de Code Goed Bestuur voor Goede Doelen van de commissie-Wijffels. Een goede zaak, die bijdraagt aan een betere kwaliteit van de aangesloten charitatieve instellingen in Nederland.
Echter, op verzoek van de ministeries van Justitie en Financiën is ook een zorgwekkende extra aanpassing van de criteria voorgesteld. Fondsenwervende instellingen moeten voortaan 'vrijwillig' allerlei gegevens van hun donateurs en begunstigden gaan registreren. Nog onbekende 'autoriteiten' krijgen toegang tot deze gegevens. Deze aanpassing is overgewaaid uit de Verenigde Staten, waar registratie verworden is tot instrument in de strijd tegen het terrorisme. Het formele argument, ook van Nederlandse zijde, luidt dat niet-gouvernementele organisaties (ngo's) een gemakkelijk doelwit zijn voor het witwassen van geld.
Er is een aantal redenen om het oneens te zijn met deze aanpassing. Om te beginnen is nooit aangetoond dat Nederlandse ngo's zijn misbruikt door terroristische organisaties. Daarbij betekent registratie een inbreuk op het recht op privacy van begunstigden. Ten derde kan het hen zelfs in gevaar brengen. In minder democratische landen (zoals Myanmar, Iran en Zimbabwe) moeten sommige maatschappelijke organisaties behoedzaam of zelfs ondergronds opereren. Wanneer informatie over deze organisaties bekend wordt, kunnen hun leden en begunstigden in een levensbedreigende situatie terechtkomen.
De situatie in de Verenigde Staten is tekenend. Daar staat 'vrijwillige' registratie sinds enkele jaren in de richtlijnen voor ngo's. Deze registratie heeft organisaties in minder democratische landen in gevaar gebracht. De gedachte dat charitatieve instellingen een financieringsbron zijn voor terroristische organisaties, heeft volstrekt onschuldige ngo's zelfs op een zwarte lijst doen belanden. Inmiddels staan er honderdduizenden personen en instellingen op deze lijst. Zij worden er doorgaans niet meer afgehaald, ook niet wanneer hun onschuld is bewezen. Doordat hun rekeningen zijn bevroren, kunnen zij hun werk niet meer doen. Het gaat hier bijvoorbeeld om milieuactivisten of om organisaties die het recht op een veilige abortus bepleiten.
In Nederland hebben de genoemde ministeries het CBF dringend verzocht registratie op te nemen als onderdeel van het keurmerk voor goede doelen. Hiermee wordt niet alleen een parlementaire discussie omzeild, maar ook verdwijnt elke vorm van controle op wat er met geregistreerde gegevens wordt gedaan. Bovendien is de vraag hoe 'vrijwillig' de registratie is, als het CBF zijn keurmerk hieraan koppelt.
Daarom doen wij een dringende oproep aan het CBF om de consequenties van de voorgestelde registratie zorgvuldig te onderzoeken vóór deze van kracht zullen gaan. Daarnaast verzoeken we volksvertegenwoordigers om de verontrustende ontwikkelingen op het gebied van privacy nauwkeurig te volgen en hoog op de politieke agenda te zetten. Begunstigden van ngo's verdienen bescherming in plaats van zwarte lijsten en andere 'Amerikaanse toestanden'.
Lia van Broekhoven, adviseur Strategie en Innovatie Cordaid
Ton Coenen, directeur Aids Fonds
Hanneke Kamphuis, directeur Mama Cash
Geen Amerikaanse toestanden
Het CBF is voornemens om het CBF-Keur aan te passen overeenkomstig de voorstellen van de Commissie Vervlechting Code (Wijffels) en (CBF-)Keur. De ledenvergadering van de brancheorganisatie VFI heeft in meerderheid de voorstellen overgenomen, met daarbij vragen voor verduidelijking, vooral inzake twee nieuwe keurmerkcriteria die de registratie van gegevens van donateurs en begunstigden behandelen. Het CBF weerspreekt dat begunstigden van goededoelenorganisaties in gevaar worden gebracht door de bepaling van het CBF-Keur.
Het CBF deelt met de Commissie Vervlechting Code en Keur de mening dat fondsenwervende instellingen een deugdelijke administratie behoren te hebben inzake de herkomst en besteding van de ingezamelde gelden en goederen. De term 'redelijkerwijs' in de bepalingen heeft tot gevolg dat dit niet geldt voor collectes en andere vormen van fondsenwerving waarbij slechts kleine donaties worden gedaan of voor (groepen) van begunstigden waaraan incidentele, beperkte steun wordt gegeven en waarvan de identiteit niet bekend is. In dat geval moet een reden daarvoor kunnen worden gegeven.
Het CBF wil de privacy van de donateur expliciet beschermen in het nieuwe keurmerkcriterium, waarin is bepaald dat fondsenwervende instellingen adresgegevens van donateurs alleen aan derden beschikbaar mogen stellen als zij daarvoor vooraf toestemming hebben gekregen van de betreffende donateur. Een uitzondering wordt gemaakt voor 'bevoegde autoriteiten' die gerechtigd zijn om gegevens van donateurs op te vragen. Immers, het CBF kan keurmerkhouders niet verbieden dergelijke informatie te verstrekken aan autoriteiten die volgens de Nederlandse wet- en regelgeving daartoe bevoegd zijn. Met deze autoriteiten zijn de (overheids)organen bedoeld die op wettelijke basis de bevoegdheid hebben tot het opvragen en/of inzien van registraties. Als voorbeeld moet men denken aan de inspecteur van de belastingen of opsporingsambtenaren die een bevoegdheid hebben administraties te controleren. Het opvragen/inzien van de registratie door de bevoegde autoriteit betekent niet dat de betreffende gegevens op straat liggen. De bevoegde autoriteit zal zorgvuldig om dienen te gaan met de (privacy)gevoelige informatie.
Hieruit mag duidelijk zijn dat het CBF vindt dat in bovenstaand artikel van Van Broekhoven, Coenen en Kamphuis ten onrechte het verband wordt gelegd van het nieuwe CBF-Keur met de situatie in de Verenigde Staten. Het is ongefundeerd om in de kop te stellen 'begunstigden goede doelen in gevaar'. Dit is een principieel en gevoelig onderwerp waar zorgvuldig door betrokkenen over gesproken moet worden. Het CBF heeft eerder aangekondigd een handleiding met toelichting op het nieuwe CBF-Keur te zullen publiceren. Degenen die bezwaar hebben tegen de aanpassing van het CBF-Keur, hadden beter eerst het CBF om commentaar kunnen vragen voordat zij via een artikel met onvolledige en onjuiste informatie hun bezwaren uiten. Keurmerkhouders die vragen hebben, kunnen contact opnemen met het CBF.
Adri Kemps,
directeur CBF