Het meest schrijnende bericht van vandaag staat op pagina 20 van The Daily Nation. Het gaat over de zelfmoord van Nancy Wanjiru, een Keniaans meisje van zeventien jaar.
Augustus is voor schoolgaande kinderen hier vakantietijd. Maar Mary ging toch naar school, om nagekeken tentamenpapieren op te halen. Ze zag een leraar, ontving de papieren, maar liet toen het mobieltje vallen dat zij in haar zak droeg.
Het grote woord ‘drama’ is te klein voor deze gebeurtenis. Het is, vind ik, niet minder dan een Afrikaanse tragedie
‘Zoals u weet, mogen kinderen op school geen telefoons bij zich hebben’, verklaarde een conrectrix. Ze droeg Mary op naar huis te gaan en haar ouders te vragen het mobieltje te komen ophalen. Maar Mary was bang. Bang vooral voor haar vader, een blijkbaar ‘uiterst strenge’ man.
‘Het spijt me wat ik u heb aangedaan’, schreef Mary op een briefje. Het werd gevonden op haar slaapkamer, waar zij zich had opgehangen.
Het grote woord ‘drama’ is te klein voor deze gebeurtenis. Het is, vind ik, niet minder dan een Afrikaanse tragedie.
Zo’n tweederde van de mensen op dit continent zijn mensen als Nancy Wanjiru: jongeren. Zij vertegenwoordigen zowel de hoop als de potentiële wanhoop van Afrika. Het mobieltje dat het meisje van zeventien uit haar zak liet vallen, vertegenwoordigt de moderniteit, het naar de toekomst gerichte leven, dat jongeren als Nancy het hunne willen noemen. De vader, die uiterst strenge man, vertegenwoordigt niet alleen de traditie, maar ook de soms zo lastige en zelfs uiterst pijnlijke worsteling tussen traditie en moderniteit.
Onlangs was onze neef Barry in Kenia op bezoek. U kent hem waarschijnlijk als de 44ste president van de Verenigde Staten, Barack Obama. Hij hield op de laatste dag van zijn aanwezigheid in het land van zijn vader een lange toespraak voor het gehoor van, vooral, Keniaanse jongeren. Ik herinner me een na afloop genomen foto waarin een meisje en Obama elkaar warm begroeten. Dat mij onbekende meisje noem ik nu Nancy Wanjiru.
[[{“fid”:”39063″,”view_mode”:”file_styles_artikel_volle_breedte”,”fields”:{“format”:”file_styles_artikel_volle_breedte”,”field_file_image_title_text[und][0][value]”:”Obama speech at Safaricom Indoor Arena, Moi International Sports Complex, Kasarani”,”field_file_image_alt_text[und][0][value]”:”Obama speech at Safaricom Indoor Arena, Moi International Sports Complex, Kasarani”},”type”:”media”,”attributes”:{“alt”:”Obama speech at Safaricom Indoor Arena, Moi International Sports Complex, Kasarani”,”style”:”height:327px; width:581px”,”class”:”file-file-styles-artikel-volle-breedte media-element”}}]]
‘Dat iets een traditie is, betekent niet dat het goed is’, zei Obama onder meer. Hij deed, niet alleen tijdens zijn toespraak, maar vrijwel op elk openbaar moment van het bezoek, pogingen om Kenia, en met dat land ook de rest van Afrika, nog meer ontvankelijk te maken voor de moderniteit.
Jongeren als Nancy hoorden daarmee iets gezegd worden dat zijzelf ook vinden, en dat inmiddels al een redelijk aantal jaren. Dat een man van in de vijftig, een halve Afrikaan nog wel, het zo nadrukkelijk voor hen opnam, is iets waarvan hier het belang bepaald niet onderschat moet worden. Toen ik de dag na het vertrek van Barack Obama aan verschillende jonge mensen vroeg wat zij van de toespraak vonden, was het meest gehoorde woord: ‘inspirerend’.
Zij zal er nieuwe hoop voor de toekomst van haarzelf en al die andere jongeren in Afrika uit hebben geput
Ik stel mij zo voor dat ook Nancy Wanjiru, een tiener uit een plaatsje in het westen van Kenia, Obama heeft zien en horen spreken. Zijn speech werd rechtstreeks op alle Keniaanse tv-zenders en ook op de radio uitgezonden. Het zou zelfs kunnen dat het meisje van zeventien via haar mobieltje de toespraak heeft gevolgd.
Ze zal geglimlacht hebben, Nancy. Zij zal zich niet alleen persoonlijk aangesproken, maar ook gekoesterd hebben gevoeld door de inspirerende woorden van haar oudere neef. Zij zal er nieuwe hoop voor de toekomst van haarzelf en al die andere jongeren in Afrika uit hebben geput.
En toen viel het mobieltje uit haar zak.