Achtergrond

Nederland laks in aanpak corruptie

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Afgelopen week maakte SBM Offshore, een Schiedams bedrijf dat offshore olieplatformen least, de resultaten bekend van hun interne onderzoek naar corruptie in Angola, Equatoriaal Guinea en Brazilië. Eerder kondigde een groep Braziliaanse parlementariërs al aan naar Nederland af te reizen om met het OM te spreken over dit schandaal. Het OM gaf echter aan dat er helemaal geen onderzoek loopt naar dit corruptieschandaal. Dit is exemplarisch voor hoe er in Nederland wordt omgegaan met corruptie door onze bedrijven in het buitenland. Want hoewel Nederland op allerlei transparantie- en anti-corruptielijstjes hoog lijkt te scoren, worden er beschamend weinig maatregelen genomen tegen bedrijven die over de schreef gaan.

Het recente schandaal met SBM Offshore kwam aan het licht doordat een ex-medewerker informatie op de Wikipedia pagina van het bedrijf plaatste. Hierin werd uit de doeken werd gedaan dat het bedrijf voor $250 miljoen aan steekpenningen heeft betaald. Eerder al had het bedrijf zelf aangekondigd dat het ongepaste activiteiten had geconstateerd en een bestuurder had aangewezen om deze aan te pakken.

Geen verrassing
Hoewel de details van deze praktijken schokkend zijn – zo zou de zoon van de president van Equatoriaal Guinea meer dan $7 miljoen hebben gekregen  – zouden deze berichten ook niet als een verrassing hoeven te komen. SBM Offshore opereert namelijk in de sector met het hoogste aantal corruptie rechtszaken. Het bekendste voorbeeld is wel het oil-for-food schandaal in Irak. Daarnaast opereert het bedrijf in meerdere landen die bekend staan om hun hoge risico op corruptie. SBM’s voorganger IHC Calland deed jaren zaken in Myanmar en het bedrijf heeft nog steeds een joint venture met het staatsoliebedrijf van Equatoriaal-Guinea. Dat is één van de meest corrupte landen ter wereld.

In 2010 publiceerde SOMO een kort onderzoek naar het risico op corruptie bij SBM Offshore’s praktijken in Equatoriaal-Guinea. SBM Offshore had een joint venture met het staatsoliebedrijf GEPetrol, dat toen al gezien werd als één van de minst transparante bedrijven ter wereld. Daarnaast was bekend dat het bedrijf banden had met familieleden van de president van het land en dat deze familie op grote schaal olieopbrengsten gebruikte voor persoonlijke uitgaves. Zo was Teodorin Obiang, een andere zoon van de president, van plan om één va de grootste jachten ter wereld te laten bouwen, terwijl hij officieel een salaris had van enkele duizenden dollars per maand. Het risico dat SBM Offshore betrokken zou raken bij corruptie schandalen in Equatoriaal-Guinea was erg hoog, omdat het bedrijf geen enkel anti-corruptiebeleid leek te hebben.

Belediging
Toen de VBDO (Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling) op basis van SOMO’s bevindingen vragen stelde op de aandeelhoudersvergadering van SBM Offshore in 2010 werd hier slechts in vage bewoordingen op gereageerd. Een andere aanwezige aandeelhouder vond zelfs dat de directeuren beledigd werden omdat zij van corruptie zouden zijn beschuldigd, want dat kon toch absoluut niet het geval zijn.  Deze laconieke houding van bestuurders en aandeelhouders heeft SBM Offshore sindsdien flink in de problemen gebracht. Zo is de koers van SBM Offshore in de afgelopen maanden met zo’n 15% gedaald en wordt verwacht dat  het bedrijf een boete moet betalen van tussen de 200 en 400 miljoen euro.

Vaak worden dergelijke zaken afgedaan als incidenten, waarbij enkele medewerkers onethisch handelen. De voorbeelden van corruptie bij Nederlandse bedrijven in het buitenland zijn echter zo talrijk, dat er niet van incidenten gesproken kan worden. De baggeraar Boskalis is veroordeeld voor het omkopen van een haven ambtenaar in Mauritius; Bouwbedrijf Ballast Nedam heeft steekpenningen betaald aan overheidsambtenaren in Suriname en Saoedi Arabië; Akzo Nobel in Irak; Philips en Imtech in Polen; etc. Een snelle zoekopdracht naar berichten over corruptie bij AEX-bedrijven levert een schrikbarende hoeveelheid voorbeelden op.

Nederlandse wetgeving
Tegelijkertijd wordt Nederland vaak als braafste jongetje van de klas gezien. In 2011 scoorde Nederland als beste op de Bribe Payers Index Report van Transparency International, dat onderzocht uit welke landen de bedrijven als minst waarschijnlijke omkopers werden gezien. De Nederlandse overheid heeft maar twee officieren van justitie in dienst die zich met dit thema bezig houden. Daar komt bij dat de Nederlandse wetgeving op dit gebied een stuk minder streng is dan bijvoorbeeld de Amerikaanse of Britse wetgeving.

Dat werpt toch de vraag op of ons bedrijfsleven niet een concurrentievoordeel haalt uit de lakse houding van de Nederlandse overheid. Nederlandse bedrijven kunnen immers zonder problemen sleutelfiguren in het buitenland omkopen, omdat de kans erg klein is dat het in het thuisland hiervoor gestraft zal worden. Corruptie ondermijnt democratisering en ontwikkeling en leidt er toe dat geld in verkeerde handen komt. Het feit dat Nederlandse bedrijven actief bijdragen aan deze praktijken verdient veel meer aandacht van politici, investeerders en maatschappelijke organisaties. Het is schadelijk voor de ontwikkeling van arme landen, schadelijk voor de reputatie van Nederland en het schaadt de financiële gezondheid van bedrijven op de lange termijn.

Foto: Ptérodactyl Ivo via Flickr.com

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons