Slachtoffers van het militaire regiem onder generaal Soeharto (1967-1998) volgen met grote belangstelling de Nederlandse rechtszaken waarin de voormalige bezetter nu al tot twee keer toe is gedwongen excuses te maken voor begaande oorlogsmisdaden in de republiek Indonesië tussen 1945-1949. “De implicaties van de vonnissen in Den Haag zijn voor Indonesië heel belangrijk. Ze leren ons dat mensenrechtenschendingen nooit verjaren”, zegt de historicus Asvi Marwan Adam.
Eerherstel in de doofpot
In de arme achterbuurten van Noord-Jakarta, waar in de havenwijk Tandjung Priok in 1984 een van de grootste massamoorden uit het Soeharto-tijdperk plaatsvond, hopen slachtoffers na de Nederlandse rechtszaken ook op eerherstel. Judi (47) die het bloedbad destijds overleefde, vertelt hoe soldaten bijna dertig jaar geleden meer dan honderd moslims (die zich tegen Soeharto’s regiem hadden gekeerd) standrechterlijk executeerden.
“Soeharto was een bewonderaar van kapitein Westerling die zijn mannen aanzette tot ongeoorloofd geweld”, zegt de historicus Adam cynisch. Soeharto richtte zijn gehate elitetroepen Kopassus op, die in zijn opdracht tegenstanders van het regiem in Papoea, Oost-Timor en Atjeh (waar onafhankelijkheidsopstanden plaatsvonden), volgens de “Westerling methode” doodschoten.
De historicus vindt dat ook Indonesië aansprakelijk gesteld moet worden voor de mensenrechtenschendingen onder Soeharto. Maar zoals Nederland lange tijd met zijn koloniale geschiedenis worstelde, en eigenlijk onder druk van een rechter tot deze spijtbetuigingen kwam, zo proberen hoge militairen het duistere verleden van Indonesië al jaren in de doofpot te stoppen.
Vrijuit
De eerste democratisch gekozen president Abdurrahman Wahid (1999-2001) deed een poging met het verleden af te rekenen door in 1999 het Adhoc Oost-Timor Tribunaal op te zetten. Hier zouden de daders van het bloedbad, dat rond het onafhankelijkheidsreferendum op dit oostelijk Indonesische eiland was aangericht, berecht worden. Maar de aanstichters zoals legerchef generaal Wiranto en majoor-generaal Prabowo die pro-Indonesiëmilities liet trainen, gingen vrijuit. Vlak voor de start van het tribunaal nam het Volkscongres (MPR), het hoogste staatsorgaan, een nieuwe clausule in de grondwet aan waarin staat dat niemand in Indonesië voor een misdrijf vervolgd kan worden op basis van een wet die ten tijden van het delict nog niet bestond.
Verkiezingen
President Susilo Bambang Yudhoyono, die zijn militaire carrière begon onder Soeharto, beloofde al in zijn eerste regeertermijn in 2004 een Waarheid- en Verzoeningstribunaal op te richten volgens Zuid-Afrikaans model. De president zou ook aan de nabestaanden van tientallen activisten die nog steeds worden vermist opheldering geven en compensatie bieden. Er is nog niets gebeurd. De tijd dringt. Volgend jaar zijn er verkiezingen. Majoor-generaal Prabowo, de voormalige schoonzoon van Soeharto, staat als presidentskandidaat staat hoog in de opinie peilingen. Mensenrechtenorganisaties vrezen mocht Prabowo worden gekozen, zij het mensenrechtentribunaal of iedere vorm van rechtsherstel kunnen vergeten.
Maar Hamdan Zoelva, vicevoorzitter van het Constitutionele Hof dat toeziet op het handhaven van de grondwet, denkt dat Wiranto en andere generaals nog steeds kans lopen berecht te worden. In een decreet van het Volkscongres uit 1998 staat wel degelijk dat hoge militairen verantwoordelijk kunnen worden gesteld voor hun misdaden. De Nederlandse landsadvocaat dacht ook dat de oorlogsdelicten in Indonesië waren verjaard. Een rechter besloot anders.