Beeld: Coco Olakunle
Interview

Modeontwerper Irene Ha brengt dit jaar geen collectie uit: ‘Ik wil ethisch werken’

Ze noemt haar werk een vorm van ‘community-art’ en koos haar alias, Baby Reni, om haar ‘cuteness’ te ‘ownen’. Modeontwerper Irene Ha neemt niets in haar werk voor lief. ‘Als mijn ouders niet waren gevlucht, werkte ik nu misschien in een kledingfabriek in Vietnam.’

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
“Mijn oma was kleermaker in Vietnam, ze maakte traditionele jurken: felle kleuren, veel bloemen, elegant getailleerd en destijds meestal van zijde gemaakt. Ik heb er hier een paar, die houd ik intact. Soms geef ik er een kleine twist aan door ze binnenstebuiten te keren. Bijna al mijn werk heeft een verwijzing naar Vietnam. Ik koop stoffen als ik er ben, en ik heb bijvoorbeeld een legging gemaakt met kleuren die verwijzen naar de dragon dance van het Vietnamese nieuwjaar. Mijn kleding is niet Vietnamees, maar het is wel een uiting van hoe ik de cultuur beleef.
OneWorld portretteert mensen die zich inzetten voor een betere buurt, school, of werkomgeving. De Verenigde Naties en miljoenen betrokken burgers spraken hiervoor de duurzame werelddoelen af (SDG’s), die we in 2030 moeten halen. Denk aan gendergelijkheid, géén armoede, betaalbare en duurzame energie en kwaliteitsonderwijs voor iedereen. De Goal Getters in deze rubriek gaan daar nu al voor. Geïnspireerd? Check hier wat jij kunt doen.
Na de Vietnamoorlog kwamen mijn ouders hier als politiek vluchtelingen. Ze waren vooral bezig met hard werken en ze wilden assimileren in de Nederlandse cultuur. Datzelfde wilden ze voor mij, dus ging ik naar een gymnasium en speelde ik cello en hockey. Ik kreeg vaak opmerkingen over waar ik vandaan kwam. En in Vietnam kreeg ik te horen dat ik zo Nederlands was dat mijn Vietnamees raar klonk. Mode werd mijn manier om te laten zien dat ik tussen beide culturen in zit.
Irene Ha (24) is modeontwerper en ook bekend als Baby Reni. Ze studeerde in 2020 af aan de Gerrit Rietveld Academie en was dat jaar ook winnaar van Lichting, een wedstrijd tussen de beste afgestudeerden van Nederlandse modeacademies. Haar werk – te zien in exposities en te koop in haar webshop en winkels in Amsterdam, New York en binnenkort Japan – draait om identiteit, haar Vietnamese roots en ethische productie.

Circulair werken en minder produceren

Het internet was mijn ingang naar de modewereld: ik keek veel modeshows en las modetijdschriften, en als ik dan bijvoorbeeld een Burberry-rok mooi vond, kochten mijn moeder en ik stof om het na te maken. Ik leerde online andere mensen van Aziatische afkomst kennen en vond er een soort community. In mijn items zie je ook invloeden uit de internetcultuur, zoals memes.

Als kind van Vietnamese vluchtelingen ben ik 'privileged' dat ik aan deze kant van de modeketen werk

Beeld: Megan Bruinen
Mijn werk is een soort community-art: ik gebruik mode om mensen bij elkaar te brengen. Ik werk bijvoorbeeld samen met andere ontwerpers, kunstenaars en vormgevers die zich met identiteit bezighouden, en met kleine winkels die vaak alleen duurzame kleding verkopen en die een functie in de buurt hebben. Elk jaar lanceer ik een Baby Reni-sjaal, die lijkt op een voetbalsjaal. Ik koos de naam Baby Reni om mijn cuteness, waardoor ik vroeger niet altijd serieus werd genomen, te ownen. Sinds ik die sjaal verkoop is er een wereldwijde community van mensen die zich in mijn verhaal herkennen. Zij leven ook tussen twee culturen. De sjaal is een teken van onze cultuur. Ik heb er ongeveer 2000 verkocht.
Beeld: Baby Reni
Ik ben me ervan bewust hoe privileged ik ben dat ik aan deze kant van de modeketen zit. Als mijn ouders nooit waren gevlucht, werkte ik misschien wel in een kledingfabriek in Vietnam. Daarom denk ik na over alternatieve manieren om kleding te consumeren en te produceren. Maar je weet niet altijd waar je materiaal vandaan komt, en je kúnt bijna geen merk zijn zonder waste. Ik gebruik veel tweedehands stoffen en prints, laat mijn kleding dichtbij of in Nederland produceren en maak bijna alleen orders op bestelling. Vorig jaar bracht ik geen collectie uit en in 2022 doe ik dat ook niet, ik wil beginnen met limited pieces door het jaar heen: een art-fashion-benadering, maar wel draagbaar. Nee, daar kan ik niet van rondkomen, vandaar dat ik veel klusjes en exposities blijf doen. Je moet moeilijke keuzes maken als je ethisch wil werken in deze industrie. En dit is mijn keuze.”

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons