Onlangs schreef ik voor Trouw een artikel over vrouwen in Senegal die hun huid bleken. En sindsdien laat het thema me niet meer los. Dat komt waarschijnlijk omdat ik ze, nu ik erop let, plotseling overal zie, de vrouwen die slachtoffer zijn geworden van de giftige crèmes die hen een lelieblanke huid beloven. De vrouwen zijn gemakkelijk herkenbaar.
Hun huid is droog en gerimpeld en heeft een vreemde, vlammend roodbruine kleur, vaak vol uitslag en blauwzwarte pigmentvlekken. Niet zelden zijn littekens ontstaan die afkomstig lijken van brandwonden.
En dat zijn dan nog slechts de direct zichtbare tekenen van gezondheidsschade. Van de gifstoffen in de crèmes (voor de chemici onder ons: onder meer hydrochinon, cortisone steroïde en kwik) kun je namelijk ook huidkanker, diabetes, hoge bloeddruk, maagproblemen, schade aan de nieren en nog zo wat potentieel fatale aandoeningen oplopen. Volgens een apotheker die ik sprak mengen veel Senegalese vrouwen de crèmes – die op elke markt goedkoop te krijgen zijn – bovendien nog met allerlei andere troep, zoals waterstofperoxide en bijtende schoonmaakmiddelen.
[[{“type”:”media”,”view_mode”:”media_large”,”fid”:”18523″,”attributes”:{“class”:”media-image media-element file-media-large”}}]]
Even wat cijfers voor een idee van de omvang van het probleem: volgens de Wereldgezondheidsorganisatie gebruikt ruim een kwart van de Senegalese vrouwen bleekcrèmes. Dat percentage valt relatief nog mee: in Zuid-Afrika is het 35 procent, in Togo 59 procent en in Nigeria 77 procent. Ook in Azië is huidbleken een geliefde bezigheid. Onderzoek in China, Zuid-Korea, Maleisië en de Filippijnen onthulde dat 40 procent van de ondervraagde vrouwen de crèmes gebruikt. In India bestaat ruim 60 procent van de dermatologische markt uit huidbleekproducten. De crèmes worden over de hele wereld geproduceerd, van Mexico tot Libanon en van Pakistan tot de Verenigde Staten. Volgens de Economist zal de wereldwijde industrie in 2015 zo’n 10 miljard dollar waard zijn.
De hamvraag is nu natuurlijk: waarom gebruiken zoveel vrouwen deze gevaarlijke rotzooi? Volgens Mamy Diop, een hoogopgeleide jonge vrouw met een goede baan bij een campagnebureau, voelen veel Afrikanen zich minderwaardig jegens blanken en willen ze daarom op hen lijken. Diop: “Mensen hier associëren blank met rijk, succesvol, slim, machtig en mooi. Een hardnekkige erfenis van het kolonialisme.” Een vergelijkbaar – zij het gelukkig minder schadelijk – fenomeen dat hierop wijst zijn de pruiken met westerse kapsels die veel Senegalese vrouwen verkiezen boven hun eigen kroeshaar.
Hetzelfde minderwaardigheidscomplex verklaart misschien ook de populariteit van de crèmes in Azië, hoewel een land als China nooit door een westerse mogendheid werd gekoloniseerd (toch?). Hoe dan ook is ook daar het westerse schoonheidsideaal blijkbaar zó aantrekkelijk voor vrouwen dat ze bereid zijn hun gezondheid ervoor op het spel te zetten.
Je zou kunnen stellen dat westerlingen iets soortgelijks doen. Zij gaan immers graag gevaarlijk lang in de brandende zon liggen voor een bruinere huid, waarmee zij in hun cultuur weer goede sier kunnen maken (‘Gezond kleurtje heb jij!’). Het gras is en blijft elders immers altijd groener. Maar toch lijkt me dat niet van dezelfde orde als je huid dagelijks insmeren met crèmes waarvan je de meest akelige ziektes kunt krijgen, en waarvan je bovendien overal om je heen kunt zien dat ze uiteindelijk geen Nicole Kidman van je maken, maar je achterlaten met een totaal verruïneerde huid. Dat minderwaardigheidscomplex hier moet wel heel erg diep geworteld zitten.