Steeds meer zorgpersoneel uit ontwikkelingslanden vertrekt naar het Westen in de hoop op betere arbeidsomstandigheden. Hierdoor kunnen wereldwijd miljoenen mensen geen gebruik maken van de zorg die zij hard nodig hebben. Op Wereldgezondheidsdag, 7 april, organiseren Wemos, Oxfam Novib, Cordaid, AMREF Flying Doctors, IFHHRO en de Nederlandse vakbonden in Den Haag een bijeenkomst over het wereldwijde tekort aan zorgpersoneel. Nederland moet binnen de EU een voorbeeldrol aannemen zodat dit probleem kan worden opgelost zegt Brigitte Boswinkel teamleider communicatie bij Wemos. Vier vragen aan haar over de medische braindrain.
Hoe ernstig is de situatie?
“Er is wereldwijd een tekort aan 4,3 miljoen zorgverleners. Vooral Afrikaanse landen ten zuiden van de Sahara worden getroffen. Er is niet alleen gebrek aan goed opgeleide verpleegkundigen en artsen, maar ook aan alle andere specialisten die nodig zijn in een ziekenhuis, zoals laboranten en managers. Door dit gebrek wordt voor talloze mensen hun recht op gezondheid niet gewaarborgd. Uit onderzoek van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) blijkt dat er inmiddels 1,3 miljard mensen over de hele wereld geen toegang hebben tot de zorg die ze nodig hebben. Mensen die hieronder lijden zijn veelal de patiënten op het platteland, maar ook vrouwen die op het punt staan te bevallen. Er zijn dan wel ziekenhuizen, maar niet genoeg mensen die goed zijn opgeleid, zoals vroedvrouwen. Als dit probleem niet snel wordt opgelost, kan geen van de millenniumdoelen worden behaald.”
Waardoor wordt het probleem veroorzaakt?
“Veel mensen uit ontwikkelingslanden weten dat hen in hun eigen land een carrière staat te wachten met een laag salaris en een gebrek aan medische apparatuur. Het is voor hen niet erg aantrekkelijk om in hun eigen land te blijven. Velen van hen vertrekken dan ook direct na hun studie uit zichzelf naar westerse landen op zoek naar betere arbeidsomstandigheden. Maar er zijn ook landen die actief personeel werven in ontwikkelingslanden. Groot-Brittannië en Australië hebben zelf ook een tekort aan goed geschoold medisch personeel. Zij zoeken zodoende in ontwikkelingslanden naar personeel. Toen ik in een ziekenhuis in Zambia was, zag ik Australische vacatures voor zorgpersoneel in de kranten en zelfs in ziekenhuizen. Het is zorgwekkend dat landen binnen de EU ontwikkelingsgeld doneren om de gezondheidszorg binnen ontwikkelingslanden te verbeteren, terwijl ze aan de andere kant goed personeel weglokken uit diezelfde landen!”
Wat kan Nederland doen?
“De Europese Commissie beraadt zich over een gedragscode voor ethische werving van zorgpersoneel. Hier staat onder meer in dat landen niet actief moeten werven in ontwikkelingslanden waar er een gebrek is aan medisch personeel. Nederland doet gelukkig niet aan actieve werving uit ontwikkelingslanden. Maar Groot-Brittannië dus wel en dat land is het daarom helemaal niet eens met de gedragscode. Daarom willen wij de Nederlandse overheid op Wereldgezondheidsdag vragen een voortrekkersrol aan te nemen op dit thema. Nederland moet laten zien dat het ook anders kan en dat begint bij een gedegen eigen arbeidsmarktbeleid dat zelf genoeg personeel opleidt.”
Je kunt mensen niet verbieden in een ander land te gaan werken.
Kan dit probleem wel worden opgelost?
“Ik geloof zeker dat dit probleem opgelost kan worden. Het Westen moet zorgpersoneel in eigen land opleiden en rekruteren en geen mensen wegzuigen uit ontwikkelingslanden. We moeten daarnaast bijdragen aan het feit dat professionele zorgverleners in hun land willen blijven. Een gedragscode kan hier deels bij helpen. Ook kunnen westerse overheden geld beschikbaar stellen voor de zorgsector in ontwikkelingslanden om op die manier het gras daar groener te maken.”
“Een ander deel van de oplossing ligt natuurlijk bij de plaatselijke overheden van ontwikkelingslanden. Zij moeten voldoende middelen aanreiken die het voor professionele zorgverleners aantrekkelijk maakt om daar te blijven werken. Het verbeteren van de gezondheidszorg staat overigens al enige tijd op de agenda. Zo tekenden de Afrikaanse regeringen in 2001 de Abuja-declaratie. Hierin staat dat 15% van het nationale overheidsbudget naar de gezondheidszorg moet gaan. Na al die jaren is dit doel in veel landen nog steeds niet bereikt. Financiën worden vaak toch anders besteed dan voorgenomen. Maar de overheid moet ervoor gaan zorgen dat het medisch personeel voldoende salaris krijgt. Tevens moeten er uiteraard ook genoeg medicijnen en medische apparatuur zijn waardoor het personeel goed kan werken. Als deze omstandigheden worden verbeterd wordt het interessanter voor hen om in hun eigen land te blijven werken. En wanneer dit uiteindelijk allemaal goed werkt, volgt de rest vanzelf,” besluit Boswinkel.