Het is al donker in Rabat als zo’n driehonderd man zich verzamelt voor de deur van het Franse persbureau Agence France Presse (AFP) in de Marokkaanse hoofdstad. Ze zijn gekleed in het zwart en veel van hen dragen een brandende kaars. De plek is niet toevallig gekozen. Het is de vrijdag na de schietpartij op de redactie van Charlie Hebdo in Parijs en vanavond worden de slachtoffers herdacht.
Demonstreren voor een zaak waarin het belachelijk maken van de profeet wordt goedgekeurd, dat is onmogelijk
“Ik was het niet met ze eens. We zijn moslims, je kúnt geen spotprenten maken van de profeet Mohamed.” Toch staat Jihane Bougrine, journalist voor de Marokkaanse krant Les ECO, daar. Gekleed in het zwart en met een kaarsje in haar handen. “Ik had respect voor ze en ze hadden het recht om te doen wat ze deden. Dat is vrijheid van meningsuiting.” De jonge journaliste maakt zich zorgen om wat er gaat komen na deze aanslag. “Ik ben bang. Ik ben bang voor Front National”, geeft ze toe. “Dit is een troef voor Marine Le Pen en die zal ze uitspelen.”
Stil
De mensen die er staan zijn veelal journalisten, activisten en Fransen. Slechts een klein deel van de meerderheid. Hier geen grote demonstraties zoals in Europa, ondanks de banden tussen Marokko en Frankrijk. De meeste Marokkanen houden zich stil. Niet omdat ze het niet erg vinden of onterecht wat er in Parijs is gebeurd. Maar demonstreren voor een zaak waarin het belachelijk maken van de profeet wordt goedgekeurd, dat is onmogelijk. Zo denkt ook de Marokkaanse minister van Buitenlandse Zaken, Salaheddine Mezouar, er over. Zondag zag hij op het laatste moment af van deelname aan de grote protestmars in Parijs omdat sommige demonstranten cartoons van de profeet bij zich droegen.
Charlie Hebdo
En dat was niet het enige. Eerder al, op zaterdag, kondigde de minister van Communicatie, Mustapha Al Khalfi, aan dat iedere binnen- en buitenlandse krant die de Charlie Hebdo-cartoons van de profeet opnieuw zou afdrukken sancties kon verwachten. Voor buitenlandse kranten betekent het dat ze in Marokko niet meer worden verkocht. De Franse krant Le Point is al niet meer te krijgen en van de drie miljoen exemplaren van de nieuwste editie van Charlie Hebdo zal er niet één in Marokko worden verkocht.
Het bespotten van de profeet heeft niets te maken met de vrijheid van meningsuiting. Het is het beledigen van de islam
In Europa wordt fel gereageerd op de beslissingen van beide ministers. Een aanslag op de persvrijheid en op de vrijheid van meningsuiting aangrijpen om diezelfde vrijheid in te perken, is volgens velen van den zotte. Maar de Marokkanen voelen zich niet beperkt. Zij scharen zich massaal achter Mezouar die zegt dat het bespotten van de profeet niets te maken heeft met de vrijheid van meningsuiting. Het is het beledigen van de islam. En in een moslimland als Marokko is dat nou eenmaal not done. Zelfs de hoofdredacteur van de meest opstandige krant zou er niet over peinzen om een karikatuur van de profeet te plaatsen.
Verdiende straf
Behalve medeleven is er in Marokko ook een ander, harder geluid te horen. De oorlog in Syrië, de situatie tussen Israël en de Palestijnen en de groeiende islamofobie in Europa hebben ook hier hun weerslag. Antisentimenten tegen het westen groeien en dat blijkt uit de reacties van sommige Marokkanen op de aanslagen in Parijs. Wie solt met de profeet kan een reactie verwachten en de cartoonisten van Charlie Hebdo hebben hun verdiende straf gehad. Zij gingen keer op keer te ver. Daarnaast vraagt men vraagt zich hardop af waarom deze twaalf doden zoveel aandacht krijgen. Immers, toen in 2011 een bom in een café in Marrakech ontplofte en vijftien slachtoffers maakte, hoorde je er niemand over. Om nog maar te zwijgen over de vele doden die al jaren vallen in de Palestijnse gebieden door toedoen van Israël. Is het omdat ze moslim zijn? Maakt dat ze minder belangrijk?
Samenzweringstheorieën
Dat gevoel van minderwaardigheid wordt gevoed door samenzweringstheorieën die de ronde doen. De vluchtauto die zou zijn verwisseld, het wegblijven van bloed toen de terroristen Ahmed Marabet een kogel door zijn hoofd joegen. En hoe toevallig dat er net mensen op een dak bij de buren van Charlie Hebdo stonden die alles konden filmen. Veel Marokkanen zetten nooit een stap buiten hun eigen landsgrenzen. Alles wat zij weten over het westen komt van internet en de televisie. Het is dan ook niet vreemd dat fabels sneller voor waar worden aangenomen dan bijvoorbeeld in ons land.
De bijeenkomst in Rabat is afgelopen en de mensen zijn naar huis. Wat achterblijft zijn de brandende kaarsjes en de vellen A4 met daarop de tekst ‘Je suis Charlie’. Drie jongens komen voorbij. Ze pakken de papieren op en verbranden ze. De kaarsjes worden omver geschopt. “Die schietpartij in Parijs”, zeggen ze op felle toon, “die is hartstikke nep. Het is in scene gezet om de moslimhaat aan te wakkeren.”