Mijn collega, dat gerimpelde appeltje, mocht wél naar de 'consultatieronde'. Ik probeerde haar nog om te kopen, maar ze trapte er niet in. Zelfs het bedreigen van een directeur leverde geen toegangskaart op.
Daar zat ik dan, diep bedroefd voor de televisie, zonder uitnodiging. En wie zag ik tijdens het zappen? Onze eigen Bert! Elke dag kom je hem wel op tv tegen, hij lijkt wel de minister met de meeste zendtijd. Deze keer vertelde hij waarom ontwikkelingssamenwerking tegenwoordig wél werkt: sinds kort luisteren we naar de mensen, we doen niet zomaar wat, nee, we luisteren naar de lokale bevolking!
Aha, dat was blijkbaar de reden dat ik niet mocht komen. Bert vond het belangrijker om de stem van het Zuiden te horen. Maar die had ík nu juist zo graag willen vertolken. Dan hadden we het over heel wat anders dan die flutterige Millennium-kortetermijndoelstellingen gehad. Dan had ik verteld wat ik hoorde toen we het onder de Afrikaanse sterrenhemel hadden over de moeilijkheden van het dagelijks leven: problemen om een eigen handeltje te beginnen, onterechte heffingen, ongezonde markten. Of ik had verslag gedaan van gefluisterde conversaties in een Arabisch koffiehuis over immense ambtenarenapparaten en de schijndemocratie.
Dat is heel wat ingewikkelder dan voor een tv-camera in jip-en-janneketaal de indruk te moeten wekken dat ontwikkelingssamenwerking werkt en dat het geld ab-so-luut goed terechtkomt. Maar het is wel de realiteit en zolang we de economische en politieke problemen vergeten, komen we nooit bij die MDG's.
Maar Bert, je had gelijk toen je mij niet uitnodigde. Luister maar niet naar mij. Maar luister wel een keer naar die mensen die er géén belang bij hebben dat de Nederlandse ngo-sector goed draait, naar mensen die niet meejubelen over de MDG's omdat iedereen dat doet. Naar mensen die een wat reëler beeld hebben van de problemen, omdat ze er elke dag zelf mee te maken hebben.