Ontmoetingen met landgenoten in het buitenland. Het zorgt vaak voor hilarische taferelen. Sommige Hollanders komen maar al te graag een medeNederlander op een verre bestemming tegen. Een praatje over de successen op de Olympische Spelen, geklaag over de hoge prijzen en een zoektocht naar gemeenschappelijke vrienden in het geliefde vaderland. Er zijn er ook die een ontmoeting met een landgenoot te allen tijden willen vermijden, die simpelweg in het Engels terugpraten, blonde backpackers negeren en met een grote boog om sokkeninsandalendragende senioren lopen. Tussen deze extremen plaats ik mijzelf in het radicale midden. Mijn roots in Nederland niet willen verloochenen, maar wel de lokale ervaring laten prevaleren over de Hollandse gezelligheid. Soms wordt ik echter geconfronteerd met gevoelens van plaatsvervangende schaamte voor mijn medeburgers in het buitenland.
Gringo’s
Na de eerder genoemde vertraging in Eindhoven ben ik in Nicaragua: voor vertier en een vleugje werk. Volgende week zal ik met mijn collega Carrie in Costa Rica verschillende trainingen verzorgen. Nu genieten we van de koloniale stad Granada, die gesierd is met een veelheid aan kleuren, toeristen, uitgaansgelegenheden en toprestaurants. Op zaterdagavond storten we ons dan ook met goed gevulde buikjes in het nachtleven van Granada. We besluiten dat het verblijf in een hostel al een ruimschootse portie aan gringo’s, backpackers en hangende hippies is en bezoeken daarom een lokale club die in geen Lonely Planet of toeristenboekje te bekennen is.
Plaatsvervangende schaamte
Terwijl we ons kostelijk vermaken met bruisende bachata balades, swingende salsa en onvervalste reggaetonbeats, wordt de avond bruut verstoord. We staan dicht bij de ingang, waar rond middernacht een zevental jonge heren, allen gekleed in korte, geruite broeken en poloshirts, het toneel betreden. Er is geen twijfel over mogelijk: dit zijn Nederlanders. Binnen luttele seconden eisen ze alle aandacht op door hun luidruchtige gedrag en geforceerde, maar weinig geslaagde salsapasjes. Ze zijn flink aangeschoten en stormen af op de lokale dames. Dit echter met weinig succes. Eén jongen stoort zelfs op brutale wijze twee vrouwen. Ter uitnodiging voor een dans grijpt hij een meisje bij haar handen en verwijst haar vriendin naar een vriend van hem even verderop. Beide dames zijn hier niet van gediend en maken dit op afdoende wijze duidelijk. De mislukte versierpogingen slaan dan ook om in het ongegeneerd becommentariëren van de vrouwen. Met plaatsvervangende schaamte bekijken Carrie en ik het gedrag van de Nederlandse studenten. Ze kijken geschrokken wanneer zij een opmerking maakt naar hen, duidelijk makend dat we hun opmerkingen wel begrijpen. Op cynische toon zeg ik tegen haar: “de douane van Nicaragua geeft die toeristenvisa’s misschien wel wat gemakkelijk.”