Een tijdje geleden was ik in Parijs voor een expositie. Ik maakte foto's van de antieke deuren van Timboektoe en een galeriehouder nodigde mij uit. Hij schreef een uitnodigingsbrief en zo kreeg ik zomaar een visum voor Europa. De expositie was een succes. Hoofdgast was de – inmiddels ex- – vrouw van president Hollande. Ook werd ik geïnterviewd voor het journaal van TV5.
Ik vond dat ik heel wat voorstelde, na die week van feestjes en etentjes. Maar toen ik weer terug naar Bamako vloog, belandde ik snel met beide benen op de grond. Mijn koffer vol trofeeën was niet met mij meegevlogen, waardoor ik zonder tandenborstel zat. Bovendien moest ik mij meteen bij de ambassade van Frankrijk vervoegen. Ik moest bewijzen dat ik was teruggekomen en niet was ondergedoken als illegale migrant in Parijs.
Dat bewijzen is niet een kwestie van je paspoort voor een raampje flitsen. De rijen zijn lang en je moet geduld hebben. Ik heb daar zeven uur zitten wachten tot ik aan de beurt was. Ik wist dat het belangrijk was dat ik deze taak volbracht, anders zou ik op de zwarte lijst van de Franse ambassade komen en nooit meer naar Parijs kunnen vliegen.
Voor mijn vertrek had iedereen tegen me gezegd dat ik moest vluchten, dat ik niet terug moest komen naar Bamako. Sinds ik mijn werk als archiefmedewerker kwijt ben, is het armoe troef. De archiefafdeling werd gesloten als gevolg van de politieke crisis in Mali. Zonder de hulp van mijn familie had ik het nooit gered. Mijn werk als fotograaf is te onregelmatig om van te leven.
Zelfs mijn geliefde tante drukte me op het hart de wijk te nemen en in Frankrijk naar werk te zoeken. Ik probeerde me voor te stellen hoe mijn leven er dan uit zou zien. Ik zou moeten logeren bij familieleden, dat doe ik nu ook trouwens. Ik zou werk moeten zoeken als schoonmaker of afwasser. De kans dat ik in Frankrijk aan het werk kom als jurist of zelfs als lokaal fotograaf leek me vrij klein.
En daarbij zou ik Mali ontzettend missen. Ik weet dat duizenden leeftijdsgenoten een gevaarlijke reis door de woestijn ondernemen om hun geluk in Europa te zoeken. Ik hoorde ook over de boot die is gezonken voor de kust van dat Italiaanse eilandje. Ik weet dat ik dankbaar moet zijn om zomaar een Europees visum te krijgen. Twee Malinese kunstenaars gingen me al voor de laatste maanden – waar zijn ze gebleven?
Maar ik verwacht niets goeds van een illegaal leven in Frankrijk, behalve dan van de musea. Het allermooiste van mijn bezoek aan Parijs vond ik het Louvre. Ik zag hoe piepklein de beroemde Mona Lisa in werkelijkheid was en ik kocht twee souvenirpotloden, bedrukt met het schilderij. Die potloden met gummetje waren het enige dat ik me kon veroorloven. Wat een prijzen! Hoelang zou je daar wel niet voor moeten afwassen?