“Veel jongeren voelen zich buitengesloten bij de systemen die hen moeten vertegenwoordigen. U moet dus een manier vinden om alle kinderen en jongeren te betrekken bij de Duurzame Ontwikkelingsdoelen van 2015, en ze het gevoel geven dat zij er deel van uitmaken.”
Het was een speech recht uit het hart van Ralien Bekkers (22), de Nederlandse jongerenvertegenwoordiger voor duurzame ontwikkeling bij de VN, en ze kreeg er juni vorig jaar in New York een open doekje voor.
De Indiase vertegenwoordiger die na haar sprak, prees haar uitbundig. “De afgezant van Nederland verwoordt precies de verlangens van jongeren in India, inclusief die in mijn eigen gezin.” Daarna rees haar ster snel en oogstte ze bewondering van gezaghebbende VN’ers. Medio februari zat ze daarom als enige jongere aan tafel met de hoofdonderhandelaars na de laatste sessie van de Open Working Group, de werkgroep die van de Algemene Vergadering de opdracht heeft gekregen om met een voorstel voor duurzame ontwikkelingsdoelen te komen. De ‘stem van de jongeren’ bij de VN die daar sinds twee jaar werkt aan klimaatonderhandelingen en de ‘post-2015 agenda’ zit op deze maandagmiddag tegenover ons in een Haags koffietentje. Zonder haar kenmerkende rode outfit die ze draagt om zich van de grijze VN-pakken te onderscheiden. Die ochtend landde ze vanuit New York op Schiphol, en hield meteen een lezing bij de ASN Bank. Ondanks slaapgebrek en jetlag oogt ze nog uitermate monter. “Straks stort ik in.”
Hoe dicht je de kloof tussen de hooggevlogen VN-wereld in New York en de leefwereld van jongeren hier?
“Als jongerenvertegenwoordigers proberen we echt duizenden jongeren te spreken en hun wensen en verlangens te vertalen naar de VN, dat is onze taak. Dan heb je het over verlangens als onderwijs over duurzaamheid en groene banen. Ook proberen we aan jongeren verslag uit te brengen over wat we als jongerenvertegenwoordigers doen bij de VN. Je moet in ieder geval laten merken dat het tweerichtingsverkeer is. Je merkt bij lezingen dat jongeren sceptisch zijn. Ze denken dat de Verenigde Naties log zijn, en dat er niks gebeurt. De VN produceren natuurlijk veel grote woorden, maar uiteindelijk gaat het ook om daden op nationaal en lokaal niveau. Ik probeer dat te verbinden en dat werkt heel motiverend. Helaas kan ik niet elke jongere spreken.”
Voor jongeren die de VN willen bestormen:
• Wees onverschrokken
• Werk met andere generaties samen
• Werk als een team
• Geef nooit, maar dan ook nooit op
Ambassadeur duurzame ontwikkeling bij Buitenlandse Zaken Kitty van der Heijden over Ralien: “Ze doet het supergoed in de VN, is handig in het leggen van contacten, weet wat
ze wil EN weet waar
ze over praat (dat gaat niet altijd samen,
overigens ook niet bij onderhandelaars) en krijgt ontzettend veel voor elkaar. Ik ben een grote fan en werk graag met haar. Een topper in de dop.”
Kun je hun wensen een-op-een naar de VN overbrengen?
“Niet altijd. We maken een analyse van de onderwerpen die bij jongeren leven, wat er wordt besproken bij de VN, en waar in het VN-proces de ingangen liggen om concrete input te leveren. Bij klimaatonderhandelingen zit het zo vast dat het niet zo veel zin heeft om iets nieuws in te brengen vanuit jongerenperspectief. Voor de opvolging van de millenniumdoelen hebben we wel heel concreet consultaties gedaan en kom je als jongerenvertegenwoordigers samen om tekstvoorstellen te doen, zoals over het belang van onderwijs en werkgelegenheid.”
Jij maakt je al jaren druk om klimaatverandering, de uitputting van de planeet, kwesties waar je zeker als puber niet dagelijks mee wordt geconfronteerd. Hoe is je betrokkenheid ontstaan?
“Het begon toen ik zestien was, in de vierde klas van de middelbare school, en ik An Inconvenient Truth van Al Gore zag. Ik schrok daar erg van en haalde anderen over de documentaire te gaan zien. Toen ik me in de opwarming van de aarde ging verdiepen, is het in een stroomversnelling geraakt. Ik leerde dat er nog meer problemen zijn.
Naast milieu en klimaat ook armoede en ongelijkheid in de wereld. Duurzame ontwikkeling is superabstract, maar er zijn dan ook heel veel uitdagingen.
We zouden ook onze economie moeten verduurzamen en toe moeten naar een circulaire economie. Voedsel, water, klimaat, het financiële systeem – het heeft eigenlijk allemaal met elkaar te maken. Ik geloof wel dat ik het grotere plaatje zie.”
Kreeg je anderen om je heen mee?
“Ik stond destijds behoorlijk alleen. Er zijn nog steeds mensen die zeggen: JIJ? Jij was altijd zo’n gezelligheidsbeest en nu zit je je druk te maken over het milieu.
Bij mijn eerste vrijwilligersfunctie kwam ik in een nieuw netwerk van mensen die er wél mee bezig zijn.
Thuis werd ik niet direct gestimuleerd. Mijn moeder is zich heel bewust van alles, mijn vader iets minder. Vlak voordat ik werd geboren, heeft mijn moeder zich enorm zorgen gemaakt: ‘hoe kan ik een kind op deze wereld zetten?’ Ik denk dat mijn moeder mij die bezorgdheid heeft meegegeven, direct of indirect. Wat ook meespeelt, is dat ik toen mijn vader hertrouwde een klein broertje en zusje heb gekregen. Ik was toen zelf twaalf en veertien. Ik voel me verantwoordelijk voor hen, dat is een soort moederrol geworden. Hierdoor heb ik wel meer zorgen voor de aarde, voor de toekomst.
Ik ga trouwens nog voldoende met leeftijdsgenoten om. Het grappige is dat zij nu ook steeds meer geïnteresseerd raken in de wereld en wat er bij de VN gebeurt.”
Je hebt nu een kijkje in de keuken gekregen. Kun je in het VN-systeem hogerop komen en tegelijkertijd je idealen behouden?
“Ja, en ik denk misschien wel meer dan in de nationale politiek. Je moet wel een heel lange adem hebben. In het begin, toen ik de Rio+20- conferentie bijwoonde, schrok ik heel erg van het circus en de politieke spelletjes die resultaten in de weg stonden. Als je langer meeloopt, begrijp je beter waarom veranderingen zo traag gaan. Maar het systeem werkt absoluut niet in de richting van duurzaamheid.
De VN blijven gelukkig jonge mensen trekken die graag carrière willen maken. Ik hoop alleen niet dat dat mensen zijn die de huidige diplomatie gaan kopiëren. Je moet mensen hebben die de VN willen veranderen in plaats van hun nationale belangen behartigen. Want daar loopt het nog steeds heel erg vast.”
Als jongeren-vertegenwoordiger nam ze onder andere deel aan de conferentie voor duurzame ontwikkeling Rio+20, de klimaattoppen in Doha en Warschau en de High Level Week van de Algemene Vergadering vorig jaar september. Ze wordt opgevolgd door Ties Mouwen die vorig jaar al meeliep als junior-vertegenwoordiger. Ralien eindigde afgelopen jaar als
55ste en jongste op
de lijst in de Trouw Duurzame 100.
Je kunt als jongerenvertegenwoordiger die het goed doet, ook worden opgeslokt door een organisatie als de VN. Dan word je een ‘beroepsjongere’ die vooral zichzelf vertegenwoordigt.
“Daar ben ik me héél erg bewust van. Samen met de jongerenvertegenwoordigers van de andere landen hebben we een mooie positie, want we hebben toegang tot vrijwel alles, maar we zijn absoluut geen overheid en mogen dus alles zeggen wat we willen – al is het dan niet in plenaire zittingen. Soms moet je de VN’ers een spiegel voorhouden: hé, dit is wat de echte mensen denken van jullie processen. Daarmee speel je denk ik een heel belangrijke rol als een soort buitenstaander binnen de VN. Maar je merkt dat sommige collega’s, niet per se jongerenvertegenwoordigers hoor, zich gaan gedragen naar het VN-proces en heel belangrijk gaan doen. Ik hamer erop dat vooral niet te doen.”
Je spreekt Ban Ki-moon toe, mag de premier Mark noemen en staat met onze koningin in het VN-damestoilet. Dan ga je je ook bijzonder voelen.
“Nou dat idee heb ik niet echt, hoor. Afgelopen donderdag ging het over de rol van jonge vrouwen en van meisjes in de ontwikkelingsagenda. Ik hield gewoon mijn verhaal, deels geïmproviseerd en zei op een gegeven moment: ‘Sorry jongens, ik zeg maar gewoon wat ik vind’.
In de praktijk zijn meisjes vier dagen van de vier weken ongesteld, waardoor ze vaak niet naar school kunnen en daar hebben we het nooit over. Wat zijn de uitdagingen in de praktijk? Niet alleen maar: iedereen moet onderwijs volgen, nee, je moet ook specifieke behoeftes bespreken, zoals speciale toiletten.
Het was misschien raar, want wie gaat er nou beginnen over menstruatie bij de VN?
Natuurlijk ga je een beetje in VN-taal spreken. Ik ben sowieso wel een prater en soms heeft het meer effect om even een beetje in het jargon mee te gaan, want dan ziet iemand je even als gelijke om het gesprek mee aan te gaan. Vervolgens kun je dan jouw punten inbrengen. Maar je moet natuurlijk wel jezelf blijven.”
Overwint het belang van jongeren politieke, religieuze en etnische tegenstellingen? Kunnen Israëlische en Palestijnse jongeren elkaar vinden, bijvoorbeeld?
“Ja, absoluut.”
Hoe komt dat eigenlijk? Plat gezegd is het jongerenbelang niet veel meer dan de zorg voor de komende generaties.
“Ja, maar onze eensgezindheid ontstaat ook omdat wij veel minder directe belangen hebben. En omdat wij allemaal naar zo’n conferentie toegaan als mensen die iets willen met het klimaat, met duurzaamheid, met de wereld. Die daar idealen bij hebben, en die daar samen voor willen werken – tenminste de meesten van ons. De belangen die bij de VN spelen zijn niet alleen nationale, trouwens, maar ook die van grote bedrijven die effectief lobbyen.”
Premier Mark Rutte schitterde door afwezigheid op de duurzaamheidstop Rio+20, juni 2012 – waar wel Unilever-topman Paul Polman optrad. Ralien wil een nieuwe poging wagen Rutte naar een belangrijk duurzaamheidsevent te krijgen, om de Nederlandse regering van grotere duurzame daadkracht te doordringen. In september dit jaar is er een grote Klimaattop in New York. De lobby is begonnen. Als je het met Ralien eens bent, reageer dan op #dusMarknaarManhattan.
Als je die verbondenheid vasthoudt, komt het wel goed met de wereld.
“Zeker, maar dan zouden al mijn collegajongerenvertegenwoordigers door moeten stromen naar de beslissende posities op wereldniveau. Dat is nog de vraag. En ik hoop dat ze dan niet in een soort comfort zone terechtkomen, waarbij ze gewoon hun werk doen. Dat is niet genoeg. Wat je doet, moet life changing zijn.”
Foto's: Floor Zoet