Je besluit geld te doneren aan een ontwikkelingsorganisatie. Maar er zijn er zoveel? Welke kies je? Donateurs blijken een sterke voorkeur te hebben voor een organisatie waarmee ze bekend zijn. Daarnaast letten ze op overhead: organisaties die een hoog percentage besteden aan de bedrijfsvoering, zijn duidelijk minder in trek bij donateurs. Donateurs spreken bovendien een voorkeur uit voor organisaties met veel vrijwilligers. Particuliere initiatieven, initiatieven van burgers gericht op ontwikkelings-samenwerking, scoren op al deze kenmerken goed. Maar particuliere initiatieven zijn niet op alle punten in het voordeel: donateurs kiezen ook graag een organisatie met veel ervaring, die actief is in meerdere landen. En dan doen de ‘grote’ ontwikkelings-organisaties het juist goed, zij hebben gemiddeld 27 jaar ervaring en activiteiten in 15 landen.
Dit blijkt uit een onderzoek van Centre for International Development Issues Nijmegen (CIDIN). Twee onderzoekers, Sara Kinsbergen en Jochem Tolsma, voerden in 2009 een scenariostudie uit met 2.758 Nederlanders. Zij kregen 6 beschrijvingen voorgelegd van fictieve organisaties, aan wie ze maximaal 100 – fictieve – euro’s mochten doneren. De organisaties varieerden in onder meer grootte, ervaring, overhead en aantal projecten en landen. Zo kregen de onderzoekers inzicht in de kenmerken die bepalend zijn in het keuzeproces van de (potentiële) donateur.
Donateurs, zo concluderen de onderzoekers, hebben geen duidelijke voorkeur voor kleinschalige, vrijwilliger organisaties of gevestigde, professionele organisaties. Ze lijken op zoek naar organisaties die verschillende kenmerken combineren: het persoonlijke van particuliere initiatieven en hun vrijwillige karakter, gecombineerd met de ervaring van gevestigde ontwikkelingsorganisaties. Meer lezen over dit onderzoek? Klik dan hier.