Door het goede weer, de stabiele politieke situatie en de Engels-sprekende bevolking is Kenia een populaire bestemming voor buitenlandse hulpverleners en NGO’s. Naar schatting 12.000 expats werken in het land aan hulpprojecten met betrekking tot mensenrechten, natuurbescherming en gezondheidszorg. Volgens een publicatie van de NGO Coordination Board verdienen zij gemiddeld 4 keer zo veel als de Kenianen die bij dezelfde organisaties vergelijkbaar werk doen. Strengere regels om dit salarisverschil te verkleinen moeten hier verandering in brengen.
Dat expats vaak werk doen dat net zo goed door Kenianen gedaan kan worden, is de Keniaanse overheid een doorn in het oog. Een vijfde van de beroepsbevolking in het land is werkloos; vooral hoogopgeleiden hebben moeite met het vinden van een baan. In Kenia moeten NGO’s al langer aantonen dat ze waar mogelijk Kenianen aannemen, maar tot nu toe is die regel nauwelijks gehandhaafd. De NGO Coordination board zegt ook hierop het toezicht te verscherpen, en waar nodig organisaties uit het land te weren.
Critici stellen dat de Keniaanse regering de regels niet uit zuivere motieven heeft aangescherpt. Volgens hen stelt de overheid zich steeds vijandiger op tegenover NGO’s nadat een aantal organisaties president Kenyatta bij het Internationaal Strafhof hebben aangeklaagd voor mensenrechtenschending. Hij zou betrokken zijn bij het etnische geweld na de presidentsverkiezingen in 2007.
Lees op Quartz Africa meer over hoe de Keniaanse overheid expats, hulpverleners en vrijwilligers onder druk zet om naar huis te gaan.